Großbuchstaben

Großbuchstaben

uitleg over het gebruik van hoofdletters

en de toepassing ervan in het Duits.



1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
duitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Großbuchstaben

uitleg over het gebruik van hoofdletters

en de toepassing ervan in het Duits.



Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je in het NL een hoofdletter?
(dit zijn de belangrijkste regels)



  1. aan het begin van de zin
  2. namen van personen
  3. aardrijkskundige plaatsen
  4. talen, volkeren, feestdagen 

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je in het Duits een hoofdletter?

  1. aan het begin van de zin
  2. namen van personen
  3. aardrijkskundige plaatsen
  4. talen, volkeren, feestdagen 
  5. het Duitse "U" (Sie)
  6. alle zelfstandige naamwoorden (dus waar je de/het in het NL ervoor kan zetten)

Slide 3 - Tekstslide

Warum Großbuchstaben??
Die Spinnen.(=de spinnen)
Die spinnen.(= die zijn gek)
Der gefangene Floh.(=de gevangen vlo)
Der Gefangene floh.(=de gevangene      vluchtte)

Slide 4 - Tekstslide

an die Arbeit...........

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruiken we hoofdletters in het Nederlands?

Slide 6 - Open vraag

Wanneer gebruiken we hoofdletters in het Duits? Wat weet je al? Noem woorden of categorieën van woorden.

Slide 7 - Open vraag

vater of Vater?
A
vater
B
Vater

Slide 8 - Quizvraag

montag of Montag?
A
Montag
B
montag

Slide 9 - Quizvraag

deutschland of Deutschland?
A
Deutschland
B
deutschland

Slide 10 - Quizvraag

johan of Johan
A
johan
B
Johan

Slide 11 - Quizvraag

amsterdam of Amsterdam?
A
Amsterdam
B
amsterdam

Slide 12 - Quizvraag

guten tag! mein name ist otto.
A
tag, mein, otto
B
guten, tag, otto
C
guten, tag, mein, name
D
guten, tag, mein, name, otto

Slide 13 - Quizvraag

ich habe einen hund und eine katze.
A
ich
B
ich, hund
C
ich, hund, katze
D
ich, habe, hund, katze

Slide 14 - Quizvraag

letzte woche hatten wir herbstferien in brabant
A
letzte
B
letzte, woche
C
letzte, woche, herbstferien
D
letzte, woche, herbstferien, brabant

Slide 15 - Quizvraag

Ik
jij 
hij
zij
het
wij
jullie
zij 
U
ihr 
er
Sie 
wir 
sie (enkelvoud)
du
sie (meervoud)
es
ich 

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is de vertaling van 'ik' in het Duits?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de vertaling van 'wij' in het Duits?

Slide 18 - Open vraag

Wat is de vertaling van 'jullie' in het Duits?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de vertaling van 'u' in het Duits?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de vertaling van 'jij' in het Duits?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de vertaling van 'hij' in het Duits?

Slide 22 - Open vraag

Hören üben......

Seht euch diesen Film an und beantwortet die Fragen.

Viel Vergnügen!

Slide 23 - Tekstslide

5

Slide 24 - Video

00:43
Was bestellt der junge Mann?

Slide 25 - Open vraag

00:55
Nehmen die beiden Sahne?
A
ja
B
nein

Slide 26 - Quizvraag

01:23
Was möchte das Mädchen gerne haben?

Slide 27 - Open vraag

01:37
Wie ruft der junge Mann die Kellnerin?
A
Sorry
B
Fräulein
C
Entschuldigung
D
Hallo

Slide 28 - Quizvraag

01:52
Warum kann die Kellnerin die € 50 nicht annehmen?

Slide 29 - Open vraag