Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Paragraaf 7.1 verband tussen grenzen en identiteit
Hoofdstuk 7 Grenzen en Identiteit
7.1 Verband tussen grenzen en identiteit
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 7 Grenzen en Identiteit
7.1 Verband tussen grenzen en identiteit
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het einde van de les:
- Benoemen welke soort grenzen er zijn
- Uitleggen hoe grenzen kunnen veranderen
- Uitleggen wat identiteit is
Slide 2 - Tekstslide
Soorten grenzen
Grens:
scheidslijn tussen gebieden gemaakt door de natuur of door de mens
Kunstmatige grens
= barrière gemaakt door de mens
Natuurlijke grens
= barrière gemaakt door de natuur
Open
/
zachte grens
= gemakkelijk over te steken
Gesloten
/
harde grens
= moeilijk over te steken
Slide 3 - Tekstslide
Verschillende soorten grenzen
Natuurlijke grenzen
NL
BE
Slide 4 - Tekstslide
Verschillende soorten grenzen
Kunstmatige grenzen
Slide 5 - Tekstslide
Verschillende soorten grenzen
Open/zachte grenzen Gesloten/harde grenzen
Slide 6 - Tekstslide
Grenzen veranderen
Sommige grenzen vervagen of verdwijnen
= Ontgrenzing.
Voorbeeld: grens tussen Nederland en Duitsland.
Vroeger:
harde/gesloten grens
.
Nu: zachte/open grens.
Slide 7 - Tekstslide
Verschuivende grenzen in Europa
Grenzen kunnen ook veranderen of verschuiven vaak door oorlog of conflicten.
Annexeren of inlijven:
Het onder dwang innemen van een gebiedsdeel van een andere staat
Maak aantekeningen!!
Slide 8 - Tekstslide
Identiteit
Je identiteit hangt
niet
altijd samen met een land of gebied. Hieronder voorbeelden van groepsidentiteiten
Slide 9 - Tekstslide
Identiteit
Lokale identiteit
Regionale identiteit
Nationale identiteit
Europese identiteit
Slide 10 - Tekstslide
Regionale Identiteit
Waar horen de vlaggen bij?
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Wat hebben grenzen en identiteit met elkaar te maken?
Je kunt mensen indelen op inkomen, taal, religie, kleding, tradities enzovoort.
Je kunt dus grenzen trekken tussen gebieden maar ook tussen mensen met dezelfde identiteit.
Identiteit hoeft niet bij het gebied waar je woont te horen!
Slide 13 - Tekstslide
Nationale identiteit:
het beeld dat buitenlanders hebben over Nederland: klompen, tulpen en molens.
Slide 14 - Tekstslide
uitsluiting/ insluiting
- uitsluiting
:
niet geaccepteerd worden in een groep. bijv: jou identiteit wijkt af
- insluiting
:
gewoontes overnemen van een groep. je hoort er bij.
Slide 15 - Tekstslide
Inzoomen grensgebied
VS-Mexico
INLEVEROPDRACHT 1 van 3
Kijkopdracht
Slide 16 - Tekstslide
www.npostart.nl
Slide 17 - Link
HERHALING
Paragraaf 7.1
Verband tussen grenzen en identiteit
Slide 18 - Tekstslide
Natuurlijk of kunstmatig?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens
Slide 19 - Quizvraag
Dit is een kunstmatige grens.
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
A
zachte grens
B
gesloten grens
Slide 21 - Quizvraag
Harde of zachte grens?
A
Harde grens
B
Zachte grens
Slide 22 - Quizvraag
De Pyreneeën is de grens tussen Frankrijk en Spanje. Dit is een...?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens
Slide 23 - Quizvraag
De Berlijnse muur die net na WO II werd gebouwd. Dit is een...?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens
Slide 24 - Quizvraag
Bij uitsluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker
Slide 25 - Quizvraag
Bij insluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een groepsidentiteit?
A
Het lievelingseten van een groep
B
De leider van de groep
C
Dat wat een groep een groep maakt
D
De grootte van de groep
Slide 27 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een groepsidentiteit?
A
Een groep mensen die niet met elkaar omgaan
B
Een groep mensen die een aantal dingen met elkaar gemeen hebben
C
Een groep mensen die veel geld hebben
D
Een groep mensen die goede vrienden met elkaar zijn
Slide 28 - Quizvraag
bezetten, inlijven
A
annuleren
B
stagneren
C
annexeren
D
bagatelliseren
Slide 29 - Quizvraag