H20 Planten herhaling

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Toen de tak nog aan de boom zat, zijn door deze tak water en zouten naar de bladeren vervoerd.
Onder invloed van welke krachten zijn water en zouten naar de bladeren vervoerd?
A
alleen door de capillaire werking
B
alleen door de worteldruk en door de zuigkracht van de bladeren
C
door de capillaire werking, door de worteldruk en door de zuigkracht van de bladeren
D
door geen van deze factoren

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

De spechten hakken de gaten tot in het hout. In een bepaald seizoen blijken uit het hout van de loofbomen organische voedingsstoffen te stromen die via de houtvaten omhoog worden vervoerd.
In welk seizoen is dit het geval?
A
in het voorjaar
B
in de herfst
C
in de zomer

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Als de druk (turgor) in de sluitcellen van de huidmondjes toeneemt, gaan de huidmondjes
A
open
B
dicht

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Men kan de brutoreactievergelijking van de lichtreacties bij de fotosynthese als volgt weergeven:

12 H2O + 12 NADP+ + n ADP + n Pi --> 12 NADPH + 12 H+ + 6 O2 + n ATP

Het resultaat van de “donkerreacties” kan dan weergegeven worden door:
A
6 CO2 + 12 NADPH+ + 12 H+ + n ATP --> C6H12O6 + 12 NADP+ + 6 H2O + n ADP + n Pi
B
6 CO2 + 12 H2O + n ATP --> C6H12O6 + 6 O2 + 6 H2O + n ADP + n Pi
C
C6H12O6 + 12 NADP+ + 12 H2O + n ADP + n PI --> 6 CO2 + 12 NADPH+ + 12 H+ + n ATP
D
12 NADPH+ + 12 H+ + 6 O2 + n ATP -->; 6 CO2 + 12 H2O + 12 NADP+ + 12 H+ + n ADP + n PI

Slide 9 - Quizvraag

Een plant die in het licht staat:
A
verbruikt meer water dan wanneer ze in het donker staat
B
produceert geen ATP
C
produceert meer koolstofdioxide dan wanneer ze in het donker staat
D
verbruikt geen ATP

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Is de bij de fotosynthese vrijkomend zuurstofgas afkomstig van CO2 of van H2O?

Is dit zuurstofgas ontstaan bij de lichtreacties of in de Calvincyclus?
A
het is afkomstig van water en het is ontstaan tijdens de Calvincyclus
B
het is afkomstig van water en het is ontstaan tijdens de lichtreacties
C
het is afkomstig van koolstofdioxide en het is ontstaan tijdens de Calvincyclus
D
het is afkomstig van koolstofdioxide en het is ontstaan tijdens de lichtreacties

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Welk enzym speelt zowel een rol in de oxidatieve fosforylering als in de lichtreactie?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Waarom wordt de afgifte van CO2 in het donker bepaald?
A
Zo wordt alleen de nettoproductie van CO2 gemeten
B
zo krijg je een maat voor de assimilatie-activiteit van de plant
C
zo krijg je een maat voor de dissimilatie-activiteit van de plant
D
zo wordt het verschil tussen bruto- en netto productie van CO2 gemeten

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Over de vorming van zetmeel in een plant worden de volgende beweringen gedaan, welke is juist?

A
Bij de vorming van zetmeel uit organische stoffen wordt geen lichtenergie gebruikt.
B
De vorming van zetmeel vindt alleen plaats in cellen met bladgroen.
C
Het gevormde zetmeel wordt via de bastvaten naar de wortels getransporteerd.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

1) de transportrichting in houtvaten is altijd van beneden naar boven
2)het transport in bastvaten is altijd van boven naar beneden
Welke bewering(en) is/zijn juist?
A
1 juist 2 onjuist
B
1 juist 2 juist
C
1 onjuist 2 juist
D
1 onjuist 2 onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

In welke laag wordt de grootste BPP per mm3 gemeten?
A
cuticula
B
epidermis
C
pallisadeparenchym
D
sponsparenchym

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Op een warme zomerse dag, wordt bij veel planten de fotosynthese geremd tussen 12 en 16u, omdat de volgende factor dan beperkend is...
A
koolstofdioxide
B
pH
C
verlichtingssterkte
D
nitraat

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Het compensatiepunt is de lichtintensiteit waarbij de dissimilatie en de fotosynthese met elkaar in evenwicht zijn. In dit punt (Q) is de CO2-productie........de CO2-opname. Wat staat er op de stippellijn?
A
groter dan
B
kleiner dan
C
gelijk aan

Slide 37 - Quizvraag