Verschillende kunststromingen

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 7,8

Introductie

We willen iets nieuws, iets anders! Dat dachten kunstenaars steeds opnieuw, door de eeuwen heen. Zo ontstonden telkens weer nieuwe stijlen. Welke grote kunststromingen zijn er in de (westerse) schilderkunst?

Verschillende kunststromingen

.

Dit weet ik al!

Mix en ruil 

Waar denk je aan bij het woord kunst? 

• Schrijf het in je projectschrift. 
• Ruil van schrift met je schoudermaatje. 
• Denken jullie aan hetzelfde?

Vragenmuur & Weetmuur

Wat wil jij weten of leren over verschillende kunststromingen? Schrijf je leervragen op de vragenmuur. 

Dit ga je leren

Wereldoriëntatie 

Na deze les: 

• kan ik vertellen welke verschillende kunststromingen er zijn in de (westerse) schilderkunst.
• kan ik vertellen welke stijl en kenmerken er bij de verschillende stromingen horen. 
• weet ik welke stroming bij welke tijd hoort. 

Woordenschat

• Na deze les weet ik wat de moeilijke woorden betekenen die met verschillende kunststromingen te maken hebben. 

Taal

• Na deze les kan ik informatie over de verschillende kunststromingen verwerken in een lapbook.

Lesdoelen

Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.

_{Verdiepende tekst}

Lees de tekst. Arceer de woorden die je niet goed begrijp geel. 

Arceer in ieder geval: 

• de stijl
  
• realistisch
  
• het contrast
  
• het effect
  
• de emotie
  
• het stilleven
  
• pracht en praal
  
• luchtig
  
• sierlijk
  
• subtiel
  
• de logica
  
• ernstig
  
• puur
  
• de werkelijkheid
  
• het perspectief
  
• de chaos

Actualiteit

Lees samen met uw leerlingen het artikel. 

_Woordenschat

de kunst

het stilleven

Afbeelding van voorwerpen die niet bewegen.

De kunstschilder maakte een prachtig stilleven van de fruitschaal. 

de stijl 

De manier waarop iets gedaan is.

De stijl van kledingmode verandert door de jaren heen. 

de kunst

Iets moois dat door mensen gemaakt is. Het product van een creatief proces. 
In dat museum hangt hele dure schilderkunst.

Hulpkaart

het perspectief

Het punt van waaruit je naar iets kijkt.

De tekenaar zorgt voor diepte in zijn tekening en tekent de lijnen in perspectief. 

realistisch

De werkelijke situatie. Alles wat echt bestaat. 

Dat schilderij is zo realistisch gemaakt dat het wel een foto lijkt. 

Woordenschat

Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

_Woordenschat

de stijl 

luchtig

Vrolijk en zorgeloos.

Zijn reactie op de gestolen portemonnee was heel luchtig.

subtiel

Verfijnd. Wat je alleen kunt waarnemen als je heel zorgvuldig bent.

De T-shirts zijn bijna hetzelfde, er zit een subtiel verschil in de opdruk.

sierlijk 

Fraai en elegant, met vloeiende bewegingen. 

De juf heeft een sierlijk handschrift. 

Hulpkaart

de stijl 

De manier waarop iets gedaan is.

De stijl van de schilder is schetsend met veel contrast. 

ernstig

Serieus en zonder grapjes.

De meester had een ernstige blik toen hij de klas binnenkwam.

puur

Echt en zuiver.

Ik ben dol op pure chocolade. 

klassiek

Behorend tot de Griekse of Romeinse oudheid. 

Toen ik op vakantie was, heb ik een klassieke tempel bezocht. 

Woordenschat

Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

.

De verschillende stromingen

Meer weten over een stroming? 

Klik op het schilderij voor een filmpje!

Renaissance

(Neo)classicisme

Realisme

Expressionisme

Moderne kunst

.

Waarom staan er in de titel van de tekst twee woorden doorgestreept?

Heb jij het goed begrepen?

Test je kennis!

..
.

Heb jij het goed begrepen?

Test je kennis!

Uit welke tijd komt dit schilderij, denk je? 

1. renaissance
2. barok
3. rococo
4. (neo)classcisme

.

Leg in je eigen woorden uit waaraan je kan zien dat rococo een reactie was op de barokstijl. 

Heb jij het goed begrepen?

Test je kennis!

..
.

Heb jij het goed begrepen?

Test je kennis!

Uit welke tijd komt het schilderij met deze beschrijving waarschijnlijk?

Op dit schilderij zie je  een landschap met veel kleur. Het schilderij lijkt een beetje geschetst. 

1. renaissance
2. expressionisme
3. realisme
4. impressionisme

Heb jij het artikel goed begrepen?

Test je kennis!

Welke stijlen horen bij welke stromingen? Slepen maar!

barok

rococo

(neo)classicisme

impressionisme

contrast, emotie en beweging.

luchtig en sierlijk

lichteffecten en kleur

ernstig en puur

..
.

Heb jij het goed begrepen?

Test je kennis!

Uit welke tijd komt het schilderij met deze beschrijving waarschijnlijk?

Op dit schilderij staan allemaal gekke wezens met hele lange poten. 

1. expressionisme
2. realisme
3. moderne kunst
4. barok

.

Waarin lijkt de stroming renaissance op de stroming (neo)classicisme? 

Heb jij het goed begrepen?

Test je kennis!

..
.

Heb jij het goed begrepen?

Test je kennis!

Scoop wil zichzelf aan veel mensen laten zien en een beetje opscheppen over zichzelf. Het liefst met een prachtig portret. In welke tijd is hij dan aan het juiste adres voor een schilderij?

1. 1400 - 1600
2. 1600 - 1750
3. 1700 - 1775
4. 1750 - 1850

.

Welke stijl spreekt jou het meest aan en waarom? Bespreek het met je schoudermaatje. 

Heb jij het goed begrepen?

Test je kennis!

_{Verwerkingsopdracht}

Het Rijksmuseum is op zoek naar kunstexperts voor hun expositie over kunststromingen. Zij willen graag lapbooks voor de afdeling waar kinderen graag meer willen leren over de kunststromingen door de jaren heen. Je raadt het al, jullie mogen deze lapbooks maken. Geen nood, ik zal je stap voor stap helpen! 

Verwerkingsopdracht

Een lapbook

Wat is een lapbook eigenlijk?

Bekijk het filmpje. Scroll een beetje door de video heen. Maak tijdens het kijken aantekeningen in je projectschrift. 

..
.

Wat is het doel van de maker van een lapbook vooral? 

1. De maker wil je vooral informeren.
2. De maker wil je vooral overhalen om iets te doen.
3. De maker wil je vooral instrueren hoe je iets moet doen.
4. De maker wil je vooral overtuigen van zijn/haar mening.

.

Wat valt je op aan de vormgeving van een lapbook?

..
.

Welke uitspraak over een lapbook klopt?

1. In een lapbook vind je alleen plaatjes.
2. In een lapbook staan afbeeldingen en veel tekst.
3. In een lapbook staan afbeeldingen en korte tekstjes.
4. In een lapbook vind je alleen tekst.

_Conclusies

• Met een lapbook kun je op een creatieve manier informatie verzamelen en presenteren. 
  
  
• De informatie kan je op verschillende manieren verwerken: flapjes, een muizentrappetje, draaischijf, doorkijkje etc.  
  
  
• De informatie kan je weergeven in een tekening, tekstjes, grafieken, infographics, tabellen, etc.  

Een lapbook 

_{De opdracht}

Maak met drie andere klasgenoten een lapbook over de verschillende kunststromingen. 

Bespreek in je groepje:

• Welke verwerking past goed bij welk onderdeel? 
• Welke materialen hebben we nodig? 
• Welke kleuren gebruiken we? 
• Gaan we schrijven of typen? 
• Wat voor grafieken of tabellen willen we gebruiken? 
• Hoe komen we aan informatie? Zoeken we dit in boeken of op het internet?
• Hoe zorgen we ervoor dat de informatie te begrijpen is voor kinderen?
• Wie maakt welk onderdeel?

In het lapbook is per kunststroming te zien en lezen:

•  welk tijdvak bij de kunststroming hoort.
  
•  welke kenmerken bij de kunststroming horen.
• een voorbeeld van een kunstwerk met informatie erbij.
• een voorbeeld van een kunstschilder met informatie erbij.

Voorbeelden lapbook

Tip! Op YouTube staan nog veel meer leuke ideeën en tutorials.

Deze video is niet meer beschikbaar

Welke video was dit?

Deze video is niet meer beschikbaar

Welke video was dit?

_{Aan de slag!}

Ga aan de slag met de opdracht.

De checklist hiernaast kan je helpen!

Verwerkingsopdracht

_{Feedback en teksten aanpassen}

Wissel jullie lapbook uit 

met een ander tafelgroepje. 

Vraag hen om de informatie te bekijken en lezen en de checklist in te vullen. Bespreekt de ingevulde checklists met elkaar. Wat ging goed? Wat kan nog beter? Pas op basis van de feedback jullie lapbook eventueel aan.

Verwerkingsopdracht

_Publiceren

De expositie 

Maak de afdeling voor kinderen in het Rijksmuseum na door het klaslokaal om te vormen tot een museumruimte. Leg de lapbooks op de tafels.

Ga in tweetallen langs de tafels en lees/bekijk de lapsbooks. Welke vind jij het best gelukt en waarom? Bespreek het in de klas. 

Verwerkingsopdracht

_Reflectie

Draai aan het rad en bespreek de vraag.

Verwerkingsopdracht

Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ... 

Wereldoriëntatie 

• Ik kan vertellen welke verschillende kunststromingen er zijn in de (westerse) schilderkunst.
  
• Ik kan vertellen welke stijl en kenmerken er bij de verschillende stromingen horen.
  
• Ik weet welke stroming bij welke tijd hoort. 

Woordenschat

• Ik begrijp wat de moeilijke woorden betekenen die met verschillende kunststromingen te maken hebben. 

Taal

• Ik kan informatie over de verschillende kunststromingen verwerken in een lapbook.

Schrijf je in je projectschrift wat jij hebt geleerd?

Terugkoppeling lesdoelen

Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Hebben zij de lesdoelen behaald?

Vragenmuur & Weetmuur

• Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen? 
• Welke vragen zijn nog onbeantwoord? 
• Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?
  

              Tot de volgende keer!