A/an/the

Welcome...
To English!





1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome...
To English!





Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

prepositions: a, an & the
Book page 27

Slide 3 - Tekstslide

A / AN
A gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:
- A woman
- A shoe
AN gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker
- An apple
- An egg
Maar ook als een klinker klinkt als een medeklinker:
- ''u'' klinkt als ''you'' -> A university
- ''o'' klinkt als ''w'' -> A one-room apartment 
Maar ook als een medeklinker,klinkt als een klinker:
-  een stomme ''h'' -> an hour
- een afkorting -> an NBC reporter

Slide 4 - Tekstslide

definite article = the of niks?  
Je gebruikt GEEN the bij een algemene verwijzing naar:

Je gebruik WEL the als je specifiek verwijst naar:

publiek gebouw - he was brought to hosipital by an ambulance
publiek gebouw - He was brought to the hospital in Hoofddorp
jaargetijde - I love autumn
jaargetijde - I was Born in the autumn of 1995
maaltijd - She never skips breakfast
maaltijd - She loved the breakfast last Saturday

Slide 5 - Tekstslide

You know when (not) to use articles (a-an-the)

Slide 6 - Tekstslide

Kies uit: a/an/the/x (x= niks)
I want ..... new laptop
A
a
B
an
C
the
D
x

Slide 7 - Quizvraag

Kies uit: a/an/the/x (x= niks)
I'm eating ..... apple
A
a
B
an
C
the
D
x

Slide 8 - Quizvraag

Choose: a, an, the, -

We've lost ___ key to our front door!

A
a
B
an
C
the
D
-

Slide 9 - Quizvraag

Choose: a, an, the, -

Her husband teaches at ____ Cambridge University.

A
a
B
an
C
the
D
-

Slide 10 - Quizvraag

Vul a / an / the in.
She has two brothers and _____ sister
A
a
B
an
C
the

Slide 11 - Quizvraag

Vul a / an / the in.
Jimmy has _______ older brother.
A
a
B
an
C
the

Slide 12 - Quizvraag

Vul a / an / the in.
He is _______ best teacher in this school!
A
a
B
an
C
the

Slide 13 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- Sheila has got ..... stomach ache. -
A
a
B
the
C
an

Slide 14 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- My brother has got ..... ear infection. -
A
a
B
the
C
an

Slide 15 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- Kate is wearing ..... blue jumper. -
A
a
B
the
C
an

Slide 16 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- Vanessa always wears ..... uniform. -
A
a
B
the
C
an

Slide 17 - Quizvraag

Is it a/an/the ?

- My mother has got ..... flu. -
A
a
B
the
C
an

Slide 18 - Quizvraag

I know how to use a / an / the
Ja, dit gaat goed komen op de toets!
Ja, ik moet alleen nog een beetje oefenen.
Ik moet nog heel goed leren en oefenen.
Ik maak me zorgen om dit onderdeel.

Slide 19 - Poll