4.2 Spanningsbronnen

Hoofdstuk 4 Elektriciteit

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 4 Elektriciteit

Par. 4.2 Spanningsbronnen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe je spanning meet.
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen spanning en stroomsterkte.
  • Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen 
  • Je kunt de spanning berekenen als je de batterijen in serie schakelt.
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een elektrisch apparaat niet op de juiste spanning aansluit.

Slide 3 - Tekstslide

Noem zoveel
spanningbronnen
als je kan bedenken

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

De condensator
Een condensator is een speciaal soort accu.
De condensator slaat lading op
die in één keer afgegeven kan worden.
Bijvoorbeeld bij een flitslamp.
bekijk ook de video op de volgende dia.
De condensator kan niet langere tijd dezelfde spanning afgeven, daarvoor is een batterij of accu nodig.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Spanning meten
Spanning meet je met een Voltmeter.
De meter staat parallel over
de spanningsbron.
Haal je de meter uit de schakeling
dan blijft het lampje branden.

Slide 8 - Tekstslide

Spanning meten
De spanning van een spanningsbron
meet je met een spanningsmeter
in de eenheid Volt (V).
De stroommeter die je in de vorige les zag
lijkt hierop, maar die meet in de eenheid Ampère (A).
In de volgende video wordt uitgelegd hoe je deze meters afleest

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video


Hiernaast zie je een Voltmeter. Lees de spanning af.
Let op de aansluiting!
A
6 V
B
1,1 V
C
12 V
D
5,2 V

Slide 11 - Quizvraag


Hiernaast zie je een Voltmeter. Lees de spanning af.
Let op de aansluiting!
A
15 V
B
16 V
C
10,6 V
D
tussen 10 en 20 V

Slide 12 - Quizvraag


Hiernaast zie je een Voltmeter. Lees de spanning af.
Let op de aansluiting!
A
13 V
B
7 V
C
5,2 V
D
1,3 V

Slide 13 - Quizvraag

Omrekenen
Volt (V)
milli Volt
(mV)
x 1000
: 1000
Ampère (A)
milli-Ampère
(mA)
x 1000
: 1000

Slide 14 - Tekstslide

Noteer je antwoord:
0,045 V = ..................... mV
timer
0:10

Slide 15 - Open vraag

Noteer je antwoord:
2500 mV = ..................... V
timer
0:10

Slide 16 - Open vraag

Noteer je antwoord:
3125 mA = ..................... A
timer
0:10

Slide 17 - Open vraag

Noteer je antwoord:
0,436 A = ..................... mA
timer
0:10

Slide 18 - Open vraag

Noteer je antwoord:
0,006 A = ..................... mA
timer
0:10

Slide 19 - Open vraag

Noteer je antwoord:
128 mA = ..................... A
timer
0:10

Slide 20 - Open vraag

Noteer je antwoord:
67 mV = ..................... V
timer
0:10

Slide 21 - Open vraag

rekenvoorbeelden
0,45 V = 0,45 x 1000 = 450 mV

6200 mV = 6200 : 1000 = 6,2 V

0,032 V = 0,032 x 1000 = 32 mV



Slide 22 - Tekstslide

De juiste spanning
Elk lampje (gebruiker) heeft de juiste spanning nodig.
Wanneer er teveel spanning wordt aangesloten
brandt het lampje door, het gaat kapot.
Door meer batterijen achter elkaar (in serie) aan te sluiten
kan je de spanning vergroten.
Bekijk het voorbeeld in de video.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Als je batterijen in serie schakelt,
mag je de spanningen bij elkaar optellen!

Slide 25 - Tekstslide

Stopcontact
De spanning op ons
stopcontact,
(wandcontactdoos)
is 230 Volt

Slide 26 - Tekstslide

Vragen
Maak de vragen over de leerstof van paragraaf 2
op blz. 151 t/m 155 vraag  1 t/m 11 
Kijk je antwoorden na en verbeter je fouten!

Slide 27 - Tekstslide

Proef 3 - De spanning meten
Doe proef 3 van bladzijde 177/178
en beantwoord de vragen.

Slide 28 - Tekstslide

Rekenen met een citroen
Wanneer je thuis een batterij wil maken,
bekijk dan eens de volgende video.

Dit is GEEN schoolopdracht :-)

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video