Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Softbal 2e klas: versie BK/KM
SOFTBAL
2 BK /KM
Waerdenborch Holten
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Lichamelijke opvoeding
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
SOFTBAL
2 BK /KM
Waerdenborch Holten
Slide 1 - Tekstslide
Uit hoeveel veldspelers bestaat een softbal team?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
De slagman slaat de 3e bal mis. Wat moet hij doen?
A
Niets, de slagman is uit
B
Nog een keer slaan
C
Lopen naar honk 1
Slide 4 - Quizvraag
Als de slagman de bal buiten de foutlijnen slaat noem je dat een:
A
Foutslag
B
Wijd bal
C
Misslag
D
Uitje
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Wat gebeurt er bij een vangbal?
A
De slagman mag lopen naar honk 1
B
De slagman is uit
C
De slagman mag opnieuw slaan
D
De slagman is uit, alle lopers moeten terug
Slide 8 - Quizvraag
Bij een 'gedwongen loop' mag de loper:
A
Alleen worden uitgetikt
B
Alleen worden uitgebrand
C
Zowel worden uitgetikt als uitgebrand
Slide 9 - Quizvraag
Degene die de bal opgooit voor de slagman heet:
A
De tosser
B
De catcher
C
De pitcher
D
De 4e honkman
Slide 10 - Quizvraag
Als je een andere honkloper inhaalt dan:
A
Moet je terug
B
Ben je uit
C
Krijg je een extra punt
Slide 11 - Quizvraag
Als de slagman heeft geslagen en in diezelfde beurt alle 4 de honken kan passeren noem je dat een:
Slide 12 - Open vraag
Schoolregel:
Waarom mag een honkman niet met 2 voeten op het honk gaan staan?
Slide 13 - Woordweb
De slagman slaat de bal, rent richting honk 1 en probeert honk 2 te halen. Hoe kan hij uitgemaakt worden?
A
Branden op honk 2
B
Tikken
C
Branden op honk 2 of tikken
Slide 14 - Quizvraag
De slagman slaat de 3e bal fout. Wat moet hij doen?
A
Niets, de slagman is uit
B
Nog een keer slaan
C
Lopen naar honk 1
Slide 15 - Quizvraag
Wanneer stopt het spel?
A
Als de pitcher de bal in de lucht houdt
B
Als er een uitje wordt gemaakt
C
Bij een vangbal
D
Als alle lopers teruggedrongen zijn
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Video