Grammar 6: modals with negations

Grammar 6: modals with negations

Hulpwerkwoorden in een ontkenning.
Chapter 2 
Mavo 3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Grammar 6: modals with negations

Hulpwerkwoorden in een ontkenning.
Chapter 2 
Mavo 3

Slide 1 - Tekstslide

Today's goal
Ik weet hoe ik ontkenningen moet maken met hulpwerkwoorden.
Ik weet hoe ik verschillende Engelse hulpwerkwoorden moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Modals
De hulpwerkwoorden die je kent zijn:

can / could = kunnen/zou kunnen
should = moeten
have to/has to = moeten
must = moeten
Hierna volgt altijd het hele werkwoord.

Slide 3 - Tekstslide

Can
Gebruik: 
- verzoek indienen
- geven en vragen om toestemming
- praten over mogelijkheden en vaardigheden

Hierna volgt het hele ww.

Slide 4 - Tekstslide

Can


Can you pass the salt? > verzoek
If he's not feeling well, he can take the day off. > toestemming geven.
These days, phones can do anything. > mogelijkheid.

Slide 5 - Tekstslide

To be able to
Hoe gebruik je het ww?
am/are/is + able to + hele ww

Gebruik:
- praten over de mogelijkheden en vaardigheden van een persoon.

Slide 6 - Tekstslide

To be able to

Luckily, I was able to help.

I am not able to walk, because my leg is in a cast.

Slide 7 - Tekstslide

Could
Verleden tijd van can. 
Gebruik:
- Kun je gebruiken in een nette/formele vraag.
- praten over de mogelijkheid van iets dat zal gaan gebeuren in de toekomst.
- vertaling van kunnen. 

Slide 8 - Tekstslide

Could
I could already count when I was to years old.

Could you repeat that, please?

By the year 2050, our planet could look quite different.

Slide 9 - Tekstslide

Should/Must
Vertaling must = moeten
Must gebruik als de spreker zelf vindt dat iets moet.
I must visit Rome one day.

Vertaling should = moeten/zou moeten
Gebruik je als advies dat iets zou moeten. 
I should study for my English test.

Slide 10 - Tekstslide

Have to/ has to
Vertaling = moeten

Gebruik: als de verplichting dat iets gedaan moet worden van iemand anders moet dan de spreker, bv van een dokter/leraar/ouder.

I have to take some rest.

Slide 11 - Tekstslide

Vul in:
You (should - not - go) on a ferris wheel.

Slide 12 - Open vraag

Negations
Negation = ontkenning.
Je voegt het woord 'not' toe, maar hoe je doe je dat met een hulpww?

Hierna een overzicht van alle hulpwerkwoorden in ontkennende zinnen.


Slide 13 - Tekstslide

Negations
Can > can't / cannot
Could > couldn't / could not
I am able to > I am not able to 
She was able to > She wasn't able to
Must > mustn't / must not
Should > shouldn't / should not

Slide 14 - Tekstslide

Mum (have to - not - work) today.

Slide 15 - Open vraag

Negations
Let op bij have/has to!

Hier kun je niet n't /not aan toevoegen. Je zet er don't /doesn't voor.
I have to > I don't have to
She has to > She doesn't have to. 
***Na doesn't verandert has terug naar have***

Slide 16 - Tekstslide

Negations
Must not krijgt een andere betekenis: het is verplicht dat iets niet gebeurt.
I must not forget to buy shampoo.

Don't / Doesn't have to krijgt een andere betekenis: er is geen verplichting i.p.v. wel.
We don't have to contact her tomorrow.

Slide 17 - Tekstslide

Vorm een ontkenning:
I can fix your laptop.

Slide 18 - Open vraag

Meer oefenen?
Slim stampen grammar 6A & 6B.

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoel behaald?
Ik kan een ontkenning vormen met hulpww.
A
Almost
B
I need to practise some more.
C
Yes!

Slide 20 - Quizvraag