Kennismaken met een woondiensten centrum

1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2 
Bekijk de film in Boom beroepsonderwijs.
 Maak de vragen a+b+c+d

Slide 5 - Tekstslide

Tekstbron 2

Multifunctioneel gebouw
De mensen , hebben vaak bewust gekozen voor de mogelijkheid om gebruik te maken van extra zorg, van verpleging of van de diensten in het gebouw. 

Slide 6 - Tekstslide

Aanspreek titel
Dit betekent dat als een bewoner of buurtbewoner gebruikmaakt van fysiotherapie hij ‘zorgvrager' of ‘patiënt’ is. Bij de wasserijservice of kapper spreek je van ‘klant’ en bij het restaurant van ‘gast’ of ‘klant’.

Slide 7 - Tekstslide

Extramurale zorg 
Extra murale zorg:de bewoners kunnen op verzoek extra verzorging of verpleging krijgen. Een vorm van zorg die 'van buiten komt', meestal van een organisatie voor thuiszorg.

Slide 8 - Tekstslide

Intramurale zorg
Zorgvragers die in een verpleeghuis wonen krijgen zorg van medewerkers die in het verpleeghuis werken. Die vorm van zorg 'binnen de muren van de instelling' 

Slide 9 - Tekstslide

Extra voorzieningen
In een woondienstengebouw bevinden zich meestal een huisartsenpost, apotheek, fysiotherapeut, kapper, wasserijservice, een restaurant en een recreatieruimte. In een dienstengebouw kan ook de kinderopvang onderdak krijgen.

Slide 10 - Tekstslide

Restaurant
Een restaurant in een woondienstencentrum heeft vaak naast een restaurantgedeelte een eetcafé en enkele zalen voor activiteiten. De gasten komen uit de buurt en uit de seniorenappartementen. Er komen gasten met allerlei culturele en godsdienstige achtergronden. Doordat de meeste gasten op leeftijd zijn of lichamelijke en/of geestelijke beperkingen hebben, heeft het restaurant een ruim aanbod van diëten. Maar ook andere wensen worden graag mogelijk gemaakt.

Slide 11 - Tekstslide

Keuken
In de keuken heeft een chef-kok de leiding over de koks en leerling-koks. In het restaurantgedeelte heeft een supervisor-restaurant de leiding over de assistent food- & beverage manager, de afdelingsmanager-zalen en de bediening. Als het druk is, worden meestal oproepkrachten ingeschakeld.

Slide 12 - Tekstslide

Vrijwilligers
Vrijwilligers helpen om gasten die slecht ter been zijn op te halen bij hun woning en na afloop van een maaltijd of activiteit weer terug te brengen.

Slide 13 - Tekstslide

Maak de opdrachten
Opdrachten a t/m f

Slide 14 - Tekstslide

Opdr 4: Stappenplan 
Bij het werken in de keuken en het restaurant gebruik je stappenplannen. Om bij het koken en serveren niets te vergeten, is het handig om daarvoor een eigen stappenplan te hebben.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Maak je eigen Stappenplan Koken en serveren. Begin in deze lesbrief met het onderdeel serveren:

kijk naar voorbeelden van stappenplannen die je regelmatig gebruikt
maak een indeling voor jouw stappenplan
vul de stappen in als je aan de taken werkt die over serveren gaan
denk aan foto’s of tekeningen ter verduidelijking
zet voor iedere stap een hokje of je iets hebt gedaan
gebruik maximaal 1 A4-tje voor het serveren
denk aan punten als hygiëne, veiligheid en ergonomie.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Taak 2 Brunch
In deze taak:

maak je een tekening van verschillende snijvormen
vul je een bestellijst en een kookplan in voor brunchgerechten.


hoe je hartige broodjes met garnering klaarmaakt
hoe je mousse als nagerecht bereidt.

Slide 19 - Tekstslide

Wat leer je?
waarvoor je bindmiddelen gebruikt
hoe je soep bereidt
hoe je hartige broodjes met garnering klaarmaakt
hoe je mousse als nagerecht bereidt.

Slide 20 - Tekstslide

Lees de tekst en beantwoord de vragen

a t/m d

Slide 21 - Tekstslide

Opdr 3 Bindmiddelen

Slide 22 - Tekstslide

Er zijn verschillende manieren om een gerecht te binden:


binden met een roux
binden met zetmeelhoudend bindmiddel
binden met gelatine
binden met ei
binden met vermicelli.

Slide 23 - Tekstslide

Textbron 14 

Binden en bindmiddelem

Slide 24 - Tekstslide

Tekstbron 13 

Snijtechnieken

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Drie snijtechnieken

Snijden doe je niet alleen om producten te verkleinen. Vaak snij je de producten omdat je ze een mooie vorm wilt geven. Koks gebruiken voor deze vormen Franse benamingen. Deze vaktermen kom je veel tegen.
En julienne, en brunoise, en chinoise.


Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Maak de vragen van Taak 2

Slide 29 - Tekstslide

Taak 3

Slide 30 - Tekstslide

Wat is een roux?
A
manier van binden met boter en bloem
B
manier van binden met gelatine
C
manier van binden met maïzena
D
manier van binden met vermicelli of rijst

Slide 31 - Quizvraag

Snijtechnieken:
Wat houdt de snijtechniek Chinoise in?
A
Reepjes
B
Blokjes
C
Ruitjes

Slide 32 - Quizvraag

Wat is GEEN snijtechniek?
A
Julienne snijden
B
Brunoise snijden
C
Snipperen
D
Mise-en-place maken

Slide 33 - Quizvraag

Snijtechnieken
A
Chinoise
B
Ciseler
C
Hacher
D
Hacher finement

Slide 34 - Quizvraag

Hoe heet deze snijtechniek?
A
Snipperen
B
Julienne
C
Brunoise
D
Chinoise

Slide 35 - Quizvraag

Wat leer je?
waarom goede voorbereiding in het restaurant belangrijk is
hoe je netjes een tafel opdekt en indekt
waarom het belangrijk is dat je gasten informatie kunt geven over allergenen.

Slide 36 - Tekstslide

Mastiek maken
Voordat je in het restaurant tafels kunt dekken, moet je ervoor zorgen dat het restaurant opgeruimd en schoon is. Dit heet in de horeca mastiek maken.

Slide 37 - Tekstslide

Mise-en-place
het opdekken van de tafels
servetten vouwen
het poleren van glaswerk en bestek
het bijvullen van het menagesetje (peper- en zoutstelletje)
het klaarzetten van een rechaud: daarmee houd je gerechten warm.

Slide 38 - Tekstslide

Wat is mice en place
A
inrichten
B
Afruimen
C
gereedmaken van alles wat voor de bereiding van gerechten nodig is.
D
gereed maken van alles wat voor het restaurant nodig is.

Slide 39 - Quizvraag

Wat is mastiek maken in een restaurant ?
A
Grote Voorbereidende werkzaamheden zoals Stofzuigen of vegen.
B
Werkzaamheden in een restaurant.
C
MEP
D
Opruimen na een drukke lunche

Slide 40 - Quizvraag

wat hoort niet bij mastiek maken?
A
stofzuigen
B
tafels schoonmaken
C
vensterbanken schoonmaken
D
tafel dekken

Slide 41 - Quizvraag

Allergenen
Wat zijn allergenen?
koken met allergenen

Slide 42 - Tekstslide

De NVWA


De NVWA (nederlandse Voedsel en WarenAutoriteit) controleert de veiligheid van voedsel. Ze controleren bijvoorbeeld fabrieken, slachterijen, restaurants en het eten op evenementen.


Slide 43 - Tekstslide

Veilig voedsel
Voedselvergiftiging = infectie die optreedt door het eten van voedsel dat is besmet met chemische stoffen, bacteriën of andere ziekteverwekkers 

Slide 44 - Tekstslide

3.6. Etiketten



Andere onderdelen die op het etiket voor kunnen komen:
E-nummers



Slide 45 - Tekstslide

Tekstbron 32
Lees tekstbron 32 
Etiketten op voedingsmiddelen

Slide 46 - Tekstslide