1.3 Water

Verandereing
van 
Fase
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Verandereing
van 
Fase

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie
allemaal over
fase overgangen

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen
- Ik kan de zes fase overgangen van stoffen benoemen.
- Ik kan voorbeelden geven van iedere fase
- Je kunt fase overgangen koppelen aan belangrijke weersverschijnselen
- Je kan uitleggen hoe je oploskoffie maakt met vriesdrogen

Slide 3 - Tekstslide

Fase overgangen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Waterdamp is ...
A
Zichtbaar
B
Onzichtbaar

Slide 6 - Quizvraag

Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
condenseren
vervluchtigen
smelten
stollen
rijpen
verdampen

Slide 7 - Sleepvraag

Welke fase heeft het kaarsvet op plaats B?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 8 - Quizvraag


Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Sublimeren
D
Koken

Slide 9 - Quizvraag

Welke fase heeft het water op plaats A?
A
Gas
B
Vast
C
Vloeibaar

Slide 10 - Quizvraag

In welke fase zit water als het mist?
A
Vast
B
Gas
C
Vloeibaar

Slide 11 - Quizvraag

Welke fase heeft het water op plaats C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 12 - Quizvraag

Welk weersverschijnsel zie je?

Slide 13 - Tekstslide

rijpen

Slide 14 - Tekstslide

Door welke faseovergang is dit ijs ontstaan?
A
Rijpen
B
Bevriezen
C
Smelten
D
Condenseren

Slide 15 - Quizvraag

Dichte mist ontstaat als er veel waterdruppels in de lucht hangen. Na een heldere dag ontstaat er plotseling dichte mist.
Wat kun je dan zeggen over de temperatuur?
A
Het is kouder geworden
B
De temperatuur is hetzelfde gebleven
C
Het is warmer geworden

Slide 16 - Quizvraag

Scheden door faseovergangen 
Vriesdrogen :
- sterke koffie maken
- bevriezen
- in een zeer droge ruimte het ijs laten sublimeren

Slide 17 - Tekstslide

Welke twee fase-overgangen vinden plaats bij vriesdrogen?
A
bevriezen en drogen
B
bevriezen en verdampen
C
drogen en condenseren
D
bevriezen en vervluchtigen

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag
- maak alle opgaven van paragraag 3.3
- werk in stilte

Slide 19 - Tekstslide