H2.6 Stoffen en veiligheid MLN 2024

2.6 Stoffen en veiligheid
Hoofdstuk 2 
BK1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.6 Stoffen en veiligheid
Hoofdstuk 2 
BK1

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  • je kunt uitleggen hoe  een stof gevaarlijk kan zijn.
  • Je kunt gevarensymbolen herkennen.
  • Je weet dat je niet alle gevaarlijke stoffen mag mengen
  • Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven

Slide 2 - Tekstslide

Gevaarlijke stoffen in huis
stoffen in huis?

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn bijvoorbeeld
gevaarlijke stoffen in huis

Slide 4 - Woordweb

Pictogrammen

Slide 5 - Tekstslide

Wellicht ben je ook weleens de oude pictogrammen tegen gekomen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Waarom maakt bijvoorbeeld de overheid filmpjes zoals je hier net zag?

Slide 8 - Open vraag

Gevaarlijke stoffen mag je met elkaar mengen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen beschermingsmaatregel voor een gevaarlijke stof?
A
een bril
B
een gasmasker
C
oordoppen
D
handschoenen

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent dit pictogram
A
giftig
B
brandbaar
C
ongevaarlijk
D
verboden te gebruiken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de betekenis van dit
pictogram?
A
giftig
B
schadelijk
C
brandbaar
D
onbekende stof

Slide 12 - Quizvraag

De stof kan ontploffen. De stof is dan?
A
Brandbaar
B
Bijtend
C
Explosief
D
ontvlambaar

Slide 13 - Quizvraag

De stof is slecht voor mensen ,dieren en planten. De stof is dan?
A
Slecht voor het milieu
B
Bijtend
C
Giftig
D
Schadelijk

Slide 14 - Quizvraag

Hoe werk een
kinderveilige sluiting

Slide 15 - Woordweb

Zijn stoffen met een kinderveilige dop alleen voor kinderen gevaarlijk?
A
ja, alleen voor kinderen
B
Ja, alleen als de dop kapot is
C
Nee, alleen voor kleine kinderen
D
Nee, ook voor volwassenen

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kun je meteen aan een fles zien of er een gevaarlijke stof in zit?
A
Aan het merk
B
Aan de vorm van de fles
C
Aan de kinderveilige dop en het etiket
D
Aan de kleur van de fles

Slide 17 - Quizvraag

Mag je
schoonmaakmiddelen
met elkaar mengen?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

!!!!!!!!!!!
Het is eigenlijk heel eenvoudig. Houd je aan deze 3 regels als het om schoonmaakmiddelen gaat:
1. Meng nooit iets waar bleek in zit.
2. Meng nooit iets waar ammoniak in zit.
3. Meng nooit iets waar zuren in zitten zoals schoonmaakazijn.

Check altijd even het label van je schoonmaakmiddel om te kijken wat er in zit, en meng kant en klare schoonmaakmiddelen niet.

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag!
maken Hoofdstuk 2 paragraaf 6
opdracht 1 t/m 7 


  

Slide 21 - Tekstslide