Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
βΉ
Terug naar zoeken
SS, Chapter 2: grammar 3: sentences / voegwoorden
WELCOME
4 Mavo
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
WELCOME
4 Mavo
Slide 1 - Tekstslide
This week's goals:
- I understand grammar 3: sentences (en voegwoorden)
- I can use them correctly in an English sentence.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn
conjunctions
?(voegwoorden)
Slide 3 - Tekstslide
Conjunctions - voegwoorden
Leer de betekenis uit je hoofd, dat maakt het makkelijker!
Slide 4 - Tekstslide
Voegwoorden in zinnen:
Voegwoorden
zijn heel belangrijk voor de structuur van zinnen. Ze leggen verband tussen de verschillende delen in een zin.
Belangrijk bij Leesvaardigheid!
I love playing tennis,
but
I canβt today.
Wat er staat wordt duidelijker dankzij voegwoorden.
Slide 5 - Tekstslide
Voegwoord:
Gebruik:
Voorbeeld:
and
=
en
opsomming
I bought a tshirt, shoes
and
jeans.
because
= omdat
reden
I wasn't at school
because
I was ill
or
=
of
keuze
I go fishing
or
swimming.
so
=
dus
gevolg
I am tired
so
I am going to bed.
but
=
maar
tegenstelling
I like sports
but
I don't like football.
Slide 6 - Tekstslide
BUT
The building is big but ugly.
A
wanneer
B
als
C
maar
D
dan
Slide 7 - Quizvraag
SINCE
I won't go to the concert since the tickets are too expensive.
A
wanneer
B
als
C
omdat
D
dan
Slide 8 - Quizvraag
OR
Is this a square or a circle?
A
of
B
als
C
maar
D
wanneer
Slide 9 - Quizvraag
ALTHOUGH
I want to buy new clothes, although
I don't need any.
A
als
B
maar
C
en
D
alhoewel
Slide 10 - Quizvraag
FOR
He is not healthy, for he has been smoking too long.
A
omdat
B
als
C
of
D
en
Slide 11 - Quizvraag
SO
He had a good grade, so he celebrated that.
A
dus
B
of
C
als
D
en
Slide 12 - Quizvraag
I like sugar in my tea, _________ I don't like milk in it.
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 13 - Quizvraag
I like ham ____ cheese with my bread.
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
and
B
because
C
but
D
or
Slide 14 - Quizvraag
Is it Thursday _________ Friday today?
A
and
B
but
C
or
D
then
Slide 15 - Quizvraag
He was late __________ the bus
didn't come.
A
although
B
because
C
but
D
or
Slide 16 - Quizvraag
We were very tired __________ happy after our flight to Sydney.
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 17 - Quizvraag
They climbed the mountain __________ it was very windy.
A
although
B
nor
C
or
D
so
Slide 18 - Quizvraag
The sun was warm, __________ the wind was a bit too cool.
A
after
B
nor
C
so
D
but
Slide 19 - Quizvraag
I will go to Montreal .... Quebec for the weekend, I'm not sure.
A
yet
B
for
C
nor
D
or
Slide 20 - Quizvraag
He was late and ..... was I.
A
but
B
so
C
if
D
nor
Slide 21 - Quizvraag
Should I stay .... should I go?
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 22 - Quizvraag
I like coffee .... my friend prefers tea.
A
since
B
but
C
so
D
for
Slide 23 - Quizvraag
Voegwoorden
Slide 24 - Woordweb
This week's goals:
- I understand grammar 3: sentences (en voegwoorden)
- I can use them correctly in an English sentence.
Slide 25 - Tekstslide
Ik heb mijn doelen van deze week bereikt!
π
π
π
π
π
Slide 26 - Poll
Planner 4Mavo
Do:
Exercises: 27, 28, 35,36 (p.92)
Study:
-
grammar 3: sentences
page
93 + 117
- have another look at this LessonUp.
Slide 27 - Tekstslide