voorbereiding SE44 deel 8

 Voorbereiding SE44 deel 8......
denk eraan dat je weer pen, papier, potlood, geo en rekenmachine klaar hebt liggen!
Vraag me af waarom ik dat er telkens bij zet.....
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Voorbereiding SE44 deel 8......
denk eraan dat je weer pen, papier, potlood, geo en rekenmachine klaar hebt liggen!
Vraag me af waarom ik dat er telkens bij zet.....

Slide 1 - Tekstslide

Alle bibliotheken in Nederland hebben samen veel boeken. Tot de
jaren 90 nam het aantal boeken toe, daarna nam het aantal boeken weer af. In de grafiek hieronder zie je het verloop van dit aantal.

Slide 2 - Tekstslide


Vanaf 1970 benaderen we het aantal boeken in alle bibliotheken samen in Nederland met de formule:

Laat met een berekening zien dat er volgens de formule op 1 januari 1988 afgerond 42 miljoen boeken waren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


Op 1 januari 2016 was de verhouding tussen het aantal jeugdboeken en het aantal boeken voor volwassenen 9 : 11.
Bereken hoeveel miljoen jeugdboeken er op 1 januari 2016 waren.
Schrijf je berekening op.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Op 1 januari van welk jaar was volgens de formule het aantal boeken maximaal? Schrijf je berekening op.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Madelon heeft drie even grote bordgeodriehoeken schuin tegen elkaar gezet zodat er een piramide wordt gevormd. Op de foto zie je deze piramide van geodriehoeken met de letters A, B, C bij de hoekpunten en bij de top de letter T. Een schematische tekening staat ernaast.
Er geldt: AB = BC = AC = 58 cm
Elke geodriehoek heeft de vorm van een gelijkbenige, rechthoekige driehoek.
Bereken hoeveel cm de lengte van AT is. Schrijf je berekening op.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Madelon heeft drie even grote bordgeodriehoeken schuin tegen elkaar gezet zodat er een piramide wordt gevormd. Op de foto zie je deze piramide van geodriehoeken met de letters A, B, C bij de hoekpunten en bij de top de letter T. Een schematische tekening staat ernaast.
Er geldt: AB = BC = AC = 58 cm
Teken het grondvlak ABC op schaal 1 : 10.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Madelon heeft drie even grote bordgeodriehoeken schuin tegen elkaar gezet zodat er een piramide wordt gevormd. Op de foto zie je deze piramide van geodriehoeken met de letters A, B, C bij de hoekpunten en bij de top de letter T. Een schematische tekening staat ernaast.
Er geldt: AB = BC = AC = 58 cm
De hoogtelijn uit hoekpunt C, in het grondvlak ABC, snijdt AB in punt E.  Laat met een berekening zien, zonder te meten, dat de lengte van CE
afgerond 50,2 cm is.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

M is het snijpunt van de hoogtelijnen van driehoek ABC en ligt precies onder de top T van de piramide. De lengte van TM is 23,7 cm. De lengte van CM is 2 keer zo lang als EM.
Bereken hoeveel graden hoek C is in driehoek TCM. Schrijf je berekening op.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide