Geraamte

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we tijdens deze les leren?
Jullie leren wat het geraamte is.
Jullie leren waar het geraamte voor zorgt.
Jullie leren botten van het geraamte.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het skelet
Geraamte

Botten of beenderen
206 botten

Delen van het lichaam:
  • De schedel
  • De Romp
  • De Ledematen

Ledematen zijn armen en benen.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geraamte
  • stevigheid
  • beweging
  • bescherming
  • vorm
  • aanmaak bloedcellen
geraamte functies

Slide 4 - Tekstslide

stevigheid: Als we het skelet niet hadden, zouden we als een pudding in elkaar zakken.

het skelet maakt bewegingen mogelijk.

het skelet beschermd sommige van onze organen. 

Bovendien geeft het skelet vorm aan ons lichaam.








bescherming
Vorm

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

stevigheid
beweging mogelijk maken

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schedel

Slide 7 - Tekstslide

De onderkaak zit bewegelijk verbonden met een gewricht aan de schedel
De romp

Slide 8 - Tekstslide

De romp bestaat uit de wervelkolom, de ribben en het borstbeen, de schoudergordel en de bekkengordel
De romp
Wervelkolom/ Ruggengraat bestaat uit wervels, heiligbeen en staartbeen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ledematen
Armen
Opperarmbeen, spaakbeen en de ellepijp.

Ellepijp aan de kant van de pink.


Handen
Hanwortelbeentjes, middenhandsbeentjes en vingerkootjes.

Slide 10 - Tekstslide

handwortelbeentjes: Kleine botjes bij de pols.
middenhandsbeentjes: Botjes tussen handwortelbeentjes en vingerkootjes. 
vingerkootjes: Botjes in vingers en duim.
Benen
dijbeen, knieschijf, kuitbeen en scheenbeen.

Slide 11 - Tekstslide

dijbeen: Groot botstuk in het bovenbeen. 
knieschijf: Bot voor op de knie. 
kuitbeen: Dun botstuk achter in het onderbeen. 
scheenbeen: Stevig botstuk voor in het onderbeen.
voetwortelbeentjes: Botjes in de enkel.
hielbeen: Uitgegroeid voetwortelbeentje waar je op staat. 
middenvoetsbeentjes: Botjes tussen voetwortelbeentjes en teenkootjes. 
teenkootjes: Botjes in de tenen. 
Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Hoofd en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Hoofd, romp, ledematen
D
Hoofd, romp, ledematen en armen en benen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wijs in dit menselijk skelet de wervelkolom aan door het rode balkje erop te slepen.

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

scheenbeen

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

dijbeen

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je spieren zorgen er samen met je skelet voor dat je kunt bewegen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel botten heeft de mens?
A
203
B
207
C
106
D
206

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de taken van het skelet?
A
stevigheid en vorm
B
stevigheid, vorm en bescherming
C
stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kennen jullie een ander woord voor botten?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

schedel
Schouderblad
Opperarmbeen
Heupbeen
ribben
ellepijp
spaakbeen
dijbeen
knieschijf
scheenbeen
Kuitbeen
sleutelbeen

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet bij je borstkast
A
Ribben
B
borstbeen
C
borstwervels
D
staartbotje

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben jullie tijdens deze les geleerd?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies