Laatste les schooljaar

Last lesson of the school year
KM1A
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Last lesson of the school year
KM1A

Slide 1 - Tekstslide

Last lesson 
Om de laatste Engels les van het schooljaar af te sluiten, gaan we een quiz doen. 
Probeer alle vragen te beantwoorden.
May the best (wo)man win!

Slide 2 - Tekstslide

Multiple choice vragen
De volgende slides bevatten multiple choice (=meerkeuze) vragen. Probeer ze allemaal goed te beantwoorden!

Slide 3 - Tekstslide

Vertaal: slaapkamer
A
bedroom
B
living room
C
detached house
D
garage

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal: trots
A
fed up with
B
dead
C
proud
D
space

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal: koelkast
A
curtains
B
bookcase
C
carpet
D
fridge

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal: opgeruimd, netjes
A
outdoor
B
near
C
tidy
D
enormous

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal: besluiten
A
decide
B
create
C
choose
D
build

Slide 8 - Quizvraag

Sleepvragen
De volgende vragen zijn sleepvragen. 
Als het antwoord niet blijft hangen, probeer het dan nog eens.

Slide 9 - Tekstslide

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 10 - Sleepvraag

Drag the right color to the fitting lipstick
Red
Green
Dark blue
Yellow
Orange
Violet
Blue

Slide 11 - Sleepvraag

Homes
detached house
flat
semi-detached house
terraced house

Slide 12 - Sleepvraag

elephant
giraffe
lion
monkey

Slide 13 - Sleepvraag

leraar/lerares
leerling
boek
aardrijkskunde
geschiedenis

Slide 14 - Sleepvraag

Multiple choice questions
Nu volgen een aantal meerkeuze vragen

Slide 15 - Tekstslide

Verander in een vraag:
I am 13 years old.
A
am I 13 years old?
B
Am I 13 years old?
C
Do I am 13 years old?
D
Do I am 13 years old

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal:
Wij zijn niet thuis.
A
We don't home
B
We do not at home.
C
We are not at home.
D
We not at home.

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de present continuous.
A
He is reading a book.
B
He reading a book.
C
He is a book.
D
He is read a book.

Slide 18 - Quizvraag

Kies de overtreffende trap van het woord tussen haakjes:
She is the ____(good) at English.
A
good
B
gooder
C
better
D
best

Slide 19 - Quizvraag

Well done!

Slide 20 - Tekstslide