oefenzinnen 1e/4e naamval

• Duits
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Middelbare school
• Leerroute 1
• Leerjaar 1

oefenzinnen 1e/4e naamval

Noteer de zin in je schrift en onderstreep het onderwerp! Omcircel daarna het lijdend voorwerp!

Wat is ow en wat is LV??

Der Mann kauft ein Auto.

Eine Katze fängt den Ball.

Den Ball hat er nicht gesehen.

Mein Kind sieht den Mann.

Was weißt du noch?

Welke Duitse naamvallen heb je tot nu toe geleerd? (incl. schema's)

1. 1e en 2e
2. 2e en 3e
3. 1e en 4e
4. 2e en 4e

Het onderwerp van de zin is altijd de .................

1. eerste naamval
2. vierde naamval

Het lijdend voorwerp van de zin staat altijd in de .................

1. eerste naamval
2. vierde naamval

Wat verandert volgens het schema van de der-groep bij de 1e naamval?

1. "der" wordt "den"
2. "die" wordt "der"
3. "der" wordt "dem"
4. niks

Wat verandert volgens het schema van de der-groep bij de vierde naamval?

1. "die" wordt "das"
2. "der" wordt "den"
3. "der" wordt "dem"
4. niks

Kennst du (mijn) Bruder?

1. mein
2. meine
3. meinen
4. meines

D____ Mann hat eine Frau.

1. Der
2. Die
3. Das
4. Den

Wo liegt (mijn) Zeitung (v)?

1. mein
2. meine
3. deine
4. meinen

(Zijn) Geld (o) liegt auf dem Tisch.

1. Sein
2. Seine
3. Seines
4. Seiner

Heb je alles goed beantwoord?

GOED

GEDAAN !!!