D1BTh5 B5 De huid

D1BTh5 B5
De Huid
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D1BTh5 B5
De Huid
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat voel je met je huid?

Slide 2 - Open vraag

Is de huid het grootste orgaan
van de mens?

Slide 3 - Open vraag

Wat leer je?

- Je kent de onderdelen van de huid

- je kent de kenmerken en de functies van de delen van de huid

- je kunt de uitkomsten van de onderzoekjes verklaren

Slide 4 - Tekstslide

Lezen en opdrachten maken
Handboek: Lezen blz. 17 t/m 19

Werkboek: Maak opdracht 17 t/m 19 en 21 en 22

Wil je de werking van het oog en de onderdelen nog een keer oefenen / leren? Klik dan op de link in de volgende slides. 

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding goed, er volgt een vraag.....

Slide 6 - Tekstslide

Geef 1 of meer voorbeelden van adequate prikkel(s) voor de huid.

Slide 7 - Open vraag

De opperhuid bestaat 
uit 2 delen
De hoornlaag is het buitenste laagje van je huid en bestaat uit resten van dode cellen (huidschilfers). Deze beschermen je lichaam tegen beschadiging, uitdroging en ziekteverwekkers (bacteriën). 

De kiemlaag bestaat uit levende cellen.
In de onderste laag cellen van de kiemlaag worden nieuwe cellen gevormd. Deze duwen de oudere cellen naar boven.  
De oudere cellen gaan dan dood.

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je nu van de opperhuid?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Opperhuid
12
Hoornlaag
9
Kiemlaag
10
Tastknopje - Tastzintuig
13
Zweetporie
14
Haar
1
Twee delen:
Lederhuid en Onderhuids bindweefsel
11
Pijnpunt
4
Zweetklier
5
Drukzintuig
6
Zenuw
7
Vetweefsel
8
Talgklier
3
Bloedvaten
2
Haarzakje
16
Leer de onderdelen van de huid
Haarspiertje
15

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel


Je kent de onderdelen van de huid.

Slide 12 - Tekstslide


De huid
Wat is juist?
A
A: dode cellen B: deze cellen gaan dood C: nieuwe cellen worden gevormd 1 : Hoornlaag - 2. Kiemlaag
B
A: nieuwe cellen worden gevormd B: dode cellen C: deze cellen gaan dood 1. Opperhuid - 2. Hoornlaag

Slide 13 - Quizvraag

In volgorde
nr. 2
nr. 3
A
nr. 2: zenuw nr. 3: haarzakje
B
nr. 2: bloedvat nr. 3: talgklier
C
nr. 2: zenuw nr. 3: talgklier
D
nr. 2: bloedvat nr. 3: haarzakje

Slide 14 - Quizvraag

In volgorde
nr. 4
nr. 5
A
nr. 4: zenuw nr. 5: zweetklier
B
nr. 4: pijnpunt nr. 5: zweetklier
C
nr. 4: pijnpunt nr. 5: talgklier
D
nr. 4: talgknop nr. 5: zweetpunt

Slide 15 - Quizvraag

In volgorde
nr. 6
nr. 10
A
nr. 6: talgklier nr. 10: kiemlaag
B
nr. 6: hoornlaag nr. 10: testknopje
C
nr. 6: drukzintuig nr. 10: kiemlaag
D
nr. 6: drukzintuig nr. 10: opperhuid

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de functie van talg?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen
tastzintuigen en drukzintuigen
A
Tastzintuigen liggen vlak onder de kiemlaag in de lederhuid
B
Door de tastzintuigen kun je glad, ruw, hard waarnemen
C
Drukzintuigen liggen in de kiemlaag
D
Overal in de huid liggen evenveel tastzintuigen

Slide 19 - Quizvraag

Zweten
In de lederhuid bevinden zich de zweetklieren. Op sommige plekken in de huid liggen er veel bij elkaar, bijvoorbeeld in de huid van je handen, voeten en oksels. De zweetklieren maken zweet dat door een afvoerbuisje naar de opening van de huid (porie) gaat. Door verdamping koelt je lichaam af.
Meestal ruik je het zweet niet
maar in de puberteit.....

Tijdens de puberteit ontstaan er meer zweetklieren in de oksels. Deze maken olieachig zweet. Als dat zweet in aanraking komt met bacteriën, gaat het ruiken. 
Gebruik van deodorant verbergt die geur. 

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoel


Je kent de functie van de onderdelen  van de huid.

Slide 21 - Tekstslide

2 x praktijk

- Koude- en warmtezintuigen
- Tastzintuigen

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht: Warme- en koude zintuigen
Voer het onderzoek uit en maak de opdracht die je op de volgende slide vindt.

Benodigdheden:
- Een bekerglas met koud water van ongeveer 4°C met 
   ijsblokjes erin.
- Een bekerglas met warm water van ongeveer 40°C.
- Een bekerglas met lauw water van ongeveer 20°C.
- Een thermometer om de temperaturen te controleren.
 
Werkwijze:
- Steek een vinger van je linkerhand in het bekerglas met 
   warm water.
- Steek een vinger van je rechterhand in het bekerglas met 
   koud water.
- Wacht ongeveer één minuut.
- Doe dan de vingers van beide handen in het bekerglas 
   met lauw water.

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht: Warme- en koude zintuigen 
In je schrift: Schrijf de zinnen over en vul de volgende woorden in: koud, koude-, warm, warmte.

Je linkerhand ging van een warme naar een koude omgeving. Hoe voelde het lauwe water aan met de vingers van je linkerhand?
Het lauwe water voelde __________ aan.
 
Je rechterhand ging van een koude naar een warme omgeving. Hoe voelde het lauwe water aan met de vingers van je rechterhand?   Het lauwe water voelde __________ aan.

 
De vingers van je linkerhand gingen van een warme naar een koude omgeving.
Hierbij werden de __________ zintuigen geprikkeld.
 
De vingers van je rechterhand gingen van een koude naar een warme omgeving.
Hierbij werden de __________ zintuigen geprikkeld.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht: Tastzintuigen

Noteer in je schrift wat jullie waarnemen 
en welke conclusies jullie trekken
Je onderzoekt verschillende huidgedeeltes: 
De onderarm – de handpalm – de vingertop.
Tijdens het onderzoek raak je ZACHT de huid. 
De leerling die voelt, heeft de ogen dicht!
Materiaal: Kneedgum met de cocktailprikkers. Aan 1 kant: 1 cocktailprikker en aan de andere kant 2 cocktailprikkers.

Leerling nr. 1 raakt ZACHTJES en voorzichtig met de punt(en) de huid van leerling nr. 2 aan.
Leerling nr. 2 heeft de ogen dicht en zegt of hij 1 of 2 punten voelt.
Leerling nr. 3 noteert wat nr. 2 zegt in het schema.

Gebruik het blad dat je van de docent krijgt.
Noteer wat jullie waarnemen en leguit hoe dit kan.

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoel



Je kunt uitleg geven over de werking van:

- de koude- en warmtezintuigen
- de tastzintuigen

Slide 26 - Tekstslide

1. Wat is een tastzintuig?
2. Wat is een drukzintuig?

Slide 27 - Open vraag

Wat is een warmtezintuig?

Slide 28 - Open vraag

Wat is de hoornlaag?

Slide 29 - Open vraag

Wat is de kiemlaag en wat doet deze?

Slide 30 - Open vraag

Wat is de lederhuid?

Slide 31 - Open vraag

Wat is de opperhuid?

Slide 32 - Open vraag

Wat doet een koudezintuig?

Slide 33 - Open vraag

Wat heb je geleerd over de huid?

Slide 34 - Open vraag

Wat vind je nog lastig over de huid?

Slide 35 - Open vraag

Hoe ga je de moeilijke onderdelen leren?

Slide 36 - Open vraag

Niet verplicht (ook niet voor opstroomleerlingen).
Wat is er aan de hand met de huid van deze dieren? 
Maak een verslag met een foto van het dier, de naam en de bijzonderheid van de huid.

Slide 37 - Tekstslide

Wist je dat....
... mensen met een donkere huidskleur veel meer pigment hebben, dan mensen met 
    een lichte huidskleur. 
... er per cm2 in de huid 100 zweetkliertjes, 15 talgkliertjes, 1 meter haarvaten, 4 meter 
    zenuwvezels en 3 miljoen cellen zitten.
... de mens een dunne huid heeft vergeleken met dieren. De mens leeft in huizen en 
    heeft kleren aan daarom hoeft de huid zich minder te beschermen als bij dieren, 
    die geen kleren dragen om hun huid te beschermen. 
... de huid het grootste orgaan is van je lichaam, het bedekt alle rondingen en 
    vormen van je lichaam. De meeste mensen hebben ongeveer 2 vierkante meter huid. 

Slide 38 - Tekstslide

Antwoorden
De antwoorden vind je op de volgende slides

Slide 39 - Tekstslide

Antwoorden: Warme- en koude zintuigen
Conclusie: Vul de volgende woorden in: koud, koude-, warm, warmte

Je linkerhand ging van een warme naar een koude omgeving. Hoe voelde het lauwe water aan met de vingers van je linkerhand?
Het lauwe water voelde KOUD  aan.
 
Je rechterhand ging van een koude naar een warme omgeving. Hoe voelde het lauwe water aan met de vingers van je rechterhand?   Het lauwe water voelde  WARM  aan.
 
 
De vingers van je linkerhand gingen van een warme naar een koude omgeving.
Hierbij werden de KOUDE zintuigen geprikkeld.
 
De vingers van je rechterhand gingen van een koude naar een warme omgeving.
Hierbij werden de WARME  zintuigen geprikkeld.

Slide 40 - Tekstslide

Antwoorden: Tastzintuigen

Noteer in je schrift wat jullie waarnemen en welke conclusies jullie trekken


In de huid bevinden zich tastzintuigen.

Niet op elke plek zijn dat er evenveel.

In je vingertoppen bevinden zich de meeste tastzintuigen.
Daardoor kunnen mensen die blind zijn bijv. 'lezen' met hun vingertoppen ( braille).

Eeltvorming vermindert de tastzin.  

Slide 41 - Tekstslide

Herhalen

De huid

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Link

Slide 44 - Link

Slide 45 - Link

Slide 46 - Link