Grammar 3: vragende voornaamwoorden

Vragende voornaamwoorden
Grammar 3
Chapter 1 mh1
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Vragende voornaamwoorden
Grammar 3
Chapter 1 mh1

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een vragend voornaamwoord?

Slide 2 - Open vraag

Vragend voornaamwoord
Vragende voornaamwoorden gebruik je om een vraag te stellen. 
Deze staan aan het begin van de vraag.

In het Engels noemen we deze vnwen de 'wh' words.



Slide 3 - Tekstslide

Vragende voornaamwoorden
What  > Wat
When > Wanneer
Who > Wie
Where > Waar 
Why > Waarom
Which > Welke
How > Hoe



Slide 4 - Tekstslide

Examples - Voorbeelden
What is your name?
When is your birthday?

Slide 5 - Tekstslide

Verschil which - what
What = wat. 
Gebruik je als iemand een onbeperkte keuze geeft.
What is your favourite colour?

Which = welke 
Gebruik je als je iemand een beperkte keuze geeft.
Which colour do you like best; red or blue?

Slide 6 - Tekstslide

______ is that person?

Slide 7 - Open vraag

_____ are you acting so weird?

Slide 8 - Open vraag

Rijtjes stampen
Leer dit rijtje met vragende vnwen.

Deze les kun je terug vinden in je klas in je lesson up account.

Slide 9 - Tekstslide

Extra oefenen
Wil je deze grammatica extra oefenen?
Ga dan naar: slim stampen via de website van stepping stones en kies voor grammar 3A en 3B.

Slide 10 - Tekstslide