Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
1.3 3h
Programma
Herhaling paragraaf 1.2
Uitleg paragraaf 1.3
Zelfstandig werken
Bespreken
Samenwerken
Afsluiting les
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Programma
Herhaling paragraaf 1.2
Uitleg paragraaf 1.3
Zelfstandig werken
Bespreken
Samenwerken
Afsluiting les
Slide 1 - Tekstslide
Tot welke groep uitgaven behoort je abonnementskosten van je telefoon?
A
Totale uitgaven
B
Huishoudelijke uitgaven
C
Vaste lasten
D
Incidentele uitgaven
Slide 2 - Quizvraag
Bezuinigen op deze uitgaven is het snelst te doen
A
Huishoudelijke uitgaven
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.
Slide 4 - Quizvraag
Huiswerk paragraaf 2
VRAGEN?
Slide 5 - Tekstslide
Paragraaf 1.3
Van ruilen komt geen huilen
Lesdoelen
Welke 2 soorten van ruil zijn er? en wat is het verschil?
Wat is arbeidsverdeling?
Wat is arbeidsproductiviteit?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Directe & Indirecte ruil
Slide 9 - Tekstslide
Twee soorten ruil
Directe ruil
Slide 10 - Tekstslide
Twee soorten ruil
Indirecte ruil
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Ruil
Geld is een ruilmiddel. In onze economie is geld het belangrijkste ruilmiddel.
Directe ruil (product tegen product ruilen)
Indirecte ruil (producten ruilen tegen geld)
Slide 13 - Tekstslide
Nadelen directe ruil
kost veel tijd en moeite
er is weinig arbeidsverdeling (= verdelen van de taken)
schaalvergroting (= het kunnen produceren van meer producten ) blijft beperkt
Slide 14 - Tekstslide
Arbeidsverdeling
A
rbeidsverdeling
= iedereen doet zijn of haar eigen werk (taken)
Kun jij een voorbeeld noemen van arbeidsverdeling op school?
Leraren geven les, roostermaker maakt de roosters
Waarom is arbeidsverdeling belangrijk?
Je werkt efficiënter!
Slide 15 - Tekstslide
Voordelen indirecte ruil
Specialisatie (= het zich toeleggen op een beperkt aantal werkzaamheden )
Hogere arbeidsproductiviteit
Meer schaalvergroting
Slide 16 - Tekstslide
Arbeidsproductiviteit
arbeidsproductiviteit = de gemiddelde productie per werknemer in bijvoorbeeld een jaar, week of uur
Slide 17 - Tekstslide
Zelfstandig werken
MAKEN PARAGRAAF 1.3
timer
12:00
Slide 18 - Tekstslide
Lesdoelen
Welke 2 soorten van ruil zijn er? en wat is het verschil?
Wat is arbeidsverdeling?
Wat is arbeidsproductiviteit?
Slide 19 - Tekstslide