1.1 klimaat en landschap deel 1

Hoofdstuk 1: 
Verenigde staten in beeld
§1.1 Klimaat en landschap deel 1
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1: 
Verenigde staten in beeld
§1.1 Klimaat en landschap deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning 
Vandaag
Uitleg §1.1 ‘Klimaat en landschap'
Maak van §1.1 ‘Klimaat en landschap' 



Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
1. Welke 5 hoofdklimaten zijn er?
2. Noem van elk klimaat in de VS een kenmerk
3. Leg de klimaatfactor breedteligging uit in eigen woorden.
4. Wat is een klimaatgrafiek?

Slide 3 - Tekstslide

Verenigde Staten

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Wat weet jij van klimaten?

Slide 6 - Woordweb

Klimaatsysteem van Köppen





  • Wladimir Köppen: Geograaf, meteoroloog en klimatoloog
  • Bedenker van de klimaten
  • indeling in 1918

Slide 7 - Tekstslide

Klimaatsysteem van Köppen
5 hoofdklimaten:
A = Tropische klimaten
B = Droge klimaten
C = Zeeklimaten
D = Landklimaten
E = Koude klimaten



Slide 8 - Tekstslide

A-klimaat
B-Klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
Woestijn klimaat
Koude klimaat
Zee
klimaat
Steppe klimaat
Droge
klimaat
Savanne klimaat
Tropische klimaat
Land
klimaat

Slide 9 - Sleepvraag

Welke klimaatsoorten vind je in de VS?
Welke klimaatsoorten vind je in de VS?

Slide 10 - Tekstslide

Tropisch klimaat in de VS
  • Zuidelijkste puntje van Florida

  • Zomer: heet en vochtig met af en toe neerslag.
  • Winter: zeer mild en minder neerslag

  • klimaatfactor: Dichtbij de evenaar. (breedteligging)
  • AW 

Slide 11 - Tekstslide

Woestijn klimaat in de VS
  • Westen van de VS.
  • Achter de bergen (Sierra Nevada en Coast Ranges).
  • Zeer warm en weinig neerslag.
  • Aanlandige wind (wind van zee) brengt vochtige lucht, maar neerslag valt aan de westkant van de Sierra Nevada en de Coast ranges (bergen).
  • klimaatfactor: zeestromen en gebergte.
  • Cactussen en vetplanten.
  • BW klimaat


Slide 12 - Tekstslide

Steppe klimaat in de VS
  • Midden van de VS.

  • Overwegend droog maar in de zomer wel neerslag door een warme vochtige uit het zuidwesten.
  • Voornamelijk struiken en grassen kunnen overleven.

  • Klimaatfactor: zeestromen en wind.
  • BS klimaat.

Slide 13 - Tekstslide

Zeeklimaat in de VS
  • Aanlandige (wind van zee), warme, vochtige wind van uit de golf van Mexico over heerst 
  • het hele jaar neerslag (2x zoveel dan NL)

  • Zomer: zeer vochtig en warm (broeierig)
  • Winter: zeer mild
  • klimaatfactor: zeestromen
  • Cf klimaat

Slide 14 - Tekstslide

Middellandse zeeklimaat in de VS
  • Warme droge zomers en milde winter met neerslag.

  • Zomer: aflandige wind bij (wind van land) Californie, waardoor het droog en zonnig is
  • Winter: aanlandige wind vanaf de Grote Oceaan zorgt voor koeler weer en meer neerslag.

  • Klimaatfactor: zeestromen en wind
  • Cs klimaat

Slide 15 - Tekstslide

Landklimaat in de VS
  • Warme zomers en ijskoude winters.
  • aflandige wind (wind van land)

  • zomer: hoge temperaturen.
  • Winter: bergen beperken de invloed van atlantische oceaan, daardoor koude droge wind uit het noorden.

  • Klimaatfactor: Land (ontbreken van zee)
  • Df klimaat

Slide 16 - Tekstslide

Hooggebergte klimaat in de VS
  • Rocky Mountains, Cascade Range, Sierra Nevada (1500m en hoger).
  • Veel neerslag, eeuwige sneeuw en gletsjers.

  • klimaatfactor: hoogteligging
  • Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt (6 graden/1000m).
  • EH klimaat
klimaatgrafief

Slide 17 - Tekstslide


Af

BW

Cw

Df

Cf

EH

BS

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Video

Lesvragen 
1. Welke 5 hoofdklimaten zijn er?
2. Noem van elk klimaat in de VS een kenmerk
3. Leg de klimaatfactor breedteligging uit in eigen woorden.
4. Wat is een klimaatgrafiek?

Slide 20 - Tekstslide

Welke 5 hoofdklimaten zijn er?

Slide 21 - Open vraag

Noem van elk klimaat in de VS een kenmerk

Slide 22 - Open vraag

Leg tenminste 2 klimaatfactoren uit

Slide 23 - Open vraag

Wat is een klimaatgrafiek?

Slide 24 - Open vraag