10.2 - Zenuwcellen en zenuwen

Thema 10 Planten. Bs 2. Zenuwcellen en zenuwen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Thema 10 Planten. Bs 2. Zenuwcellen en zenuwen

Slide 1 - Tekstslide

Doelstelling Bs. 2
  • Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen
  • je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken
  • je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken

Slide 2 - Tekstslide

Het zenuwstelsel bestaat uit miljoenen zenuwcellen. 
Elke zenuwcel heeft een cellichaam met celkern, met aan het cellichaam een of meer uitlopers.

Impulsen verplaatsen zich langs de uitlopers.
Zenuwcellen

Slide 3 - Tekstslide

3 Typen zenuwcellen
* gevoelszenuwcellen
* bewegingszenuwcellen
* schakelcellen > in het CZ

Slide 4 - Tekstslide

Gevoelszenuwcellen
Functie: geleiden impulsen van zintuigen naar het CZ
- cellichamen liggen vlak bij CZ
- één lange uitloper die impulsen naar cellichaam toe leidt
- andere uitloper geleidt impulsen van het cellichaam naar CZ

Slide 5 - Tekstslide

Bewegingszenuwcellen
Functie: geleiden impulsen van CZ naar spieren/ klieren
- cellichamen liggen ín het CZ
- één lange uitloper die impulsen van cellichaam naar spieren/ klieren
- cellichaam heeft veel vertakkingen (daardoor veel contact met schakelcellen)

Slide 6 - Tekstslide

Schakelcellen
Functie: geleiden impulsen binnen het CZ
- cellichamen liggen ín het CZ
- verbinden beide typen zenuwcellen met elkaar

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Welke zenuwcel is een gevoelszenuwcel?
A
Type 1
B
Type 2
C
Type 3

Slide 9 - Quizvraag

Het cellichaam van een gevoelszenuwcel ligt....
A
vlakbij het centrale zenuwstelsel
B
in het centrale zenuwstelsel

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de taak van een gevoelszenuwcel?
A
snelle reactie op een prikkel
B
bescherming voor het lichaam
C
reageren op een prikkel nadat je deze jezelf bewust bent geworden
D
vertaling van een prikkel naar een impuls

Slide 11 - Quizvraag

Op een gevoelszenuwcel lopen de impulsen:
A
naar het cz toe
B
van het cz af
C
via het ruggenmerg naar de hersenen
D
via het ruggenmerg naar de spieren

Slide 12 - Quizvraag

Schakelcellen ontvangen impulsen van:
A
bewegingszenuwcellen
B
zintuigcellen
C
gevoelszenuwcellen
D
prikkels uit de omgeving

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de functie van schakelcellen?
A
impulsen geleiden vanaf een zintuig naar het centrale zenuwstelsel
B
impulsen geleiden vanaf het c.z. naar een spier
C
impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel

Slide 14 - Quizvraag

Schakelcellen bevinden zich
A
in het hele lichaam
B
binnen het CZ
C
in de grote hersenen
D
in de kleine hersenen

Slide 15 - Quizvraag

deze zenuwcel heeft GEEN lange uitloper
A
schakel zenuwcel
B
gevoels zenuwcel
C
bewegings zenuwcel

Slide 16 - Quizvraag

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van de zintuigen naar het centraal zenuwstelsel?
A
Schakelcellen
B
Bewegings zenuwcellen
C
Gevoelszenuwen
D
Alle zenuwcellen

Slide 17 - Quizvraag

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centraal zenuwstelsel naar de spieren?
A
Schakelcellen
B
Bewegings zenuwcellen
C
Gevoelszenuwen
D
Alle zenuwcellen

Slide 18 - Quizvraag

4

Slide 19 - Video

04:59
Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centraal zenuwstelsel naar de spieren?
A
Schakelcellen
B
Bewegings zenuwcellen
C
Gevoelszenuwen
D
Alle zenuwcellen

Slide 20 - Quizvraag

05:49
Van welke typen zenuwcellen bevinden zich uitlopers in het ruggenmerg?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
bewegingszenuwcellen en gevoelszenuwcellen

Slide 21 - Quizvraag

07:38
Schakelcel
Bewegingszenuwcel
Gevoelszenuwcel
sleep de juiste namen naar de zenuwcellen

Slide 22 - Sleepvraag

09:07
gevoelszenuw
bewegingszenuw
gemengde zenuw 
cellichaam schakelcel
cellichaam gevoelszenuw 
cellichaam bewegingszenuw 

Slide 23 - Sleepvraag

Zenuwen
- Impulsen worden via duizenden uitlopers tegelijk doorgegeven. 
- Uitlopers liggen in een zenuw in een bundel bij elkaar
- Om elke uitloper ligt een dun isolerend laagje, zo kunnen impulsen niet overspringen naar een andere uitloper
- Om een zenuw ligt een stevige laag bindweefsel = bescherming van de zenuw 

Slide 24 - Tekstslide

3 Typen zenuwen
* gevoelszenuwen
- alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen
* bewegingszenuwen
- alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen
* gemengde zenuwen
- uitlopers van zowel gevoelszenuwcellen als bewegingszenuwcellen
DE MEESTE ZENUWEN IN JE LICHAAM ZIJN GEMENGDE ZENUWEN

Slide 25 - Tekstslide

Impulsen van romp en ledematen lopen via je ruggenmerg naar je hersenen.

Impulsen van hoofd en hals komen direct bij de hersenstam aan, dus niet via je ruggenmerg

Slide 26 - Tekstslide

Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken. Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken Kan jij dit nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll