lineaire formules quiz
1 / 10
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
(1) Welke is of zijn de variabele in onderstaande formule?
K = 6,40 + 2,7t
K = 6,40 + 2,7t
A
K
B
2,7t
C
t
D
K en t
Slide 2 - Quizvraag
(2) Wat is de juiste uitkomst als t = 4 ?
P=(15t+20):5
A
64
B
28
C
16
D
32
Slide 3 - Quizvraag
(3) Welke van de volgende formules is lineair?
A
K = 10 : 4p
B
P = 5 / 3m
C
H = 4t + 4
Slide 4 - Quizvraag
(4) Noem de coördinaten van het snijpunt met de verticale as.
K=2t+15
A
(4, 19)
B
(0, 15)
C
(1, 17)
D
(0, 0)
Slide 5 - Quizvraag
(5) Welke fles eerste leeg?
A
Inhoud = 120 -4t
B
Inhoud = 200 -10t
C
Inhoud = 50 - 2t
D
Inhoud = 1000 -100t
Slide 6 - Quizvraag
(6) Wat is de formule bij deze tabel?
A
Aantal = 10 + 5t
B
t = 5 + 10 aantal
C
t = 10 + 5 aantal
D
Aantal = 5 + 10t
Slide 7 - Quizvraag
(7) Bij welk lineair verband stijgt de lijn het meest stijl.
A
K = 10 + 5t
B
K = 150 + 4t
C
K = 25 + 4t
D
K = 75 - 15t
Slide 8 - Quizvraag
(8) Welke richtingscoëfficiënt hoort bij de formule?
P=25−4k
A
P
B
4k
C
25
D
-4