Engels week 3 les 2

English week 3 lesson 2
MH2
Stepping Stones edition 7 chapter 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

English week 3 lesson 2
MH2
Stepping Stones edition 7 chapter 2

Slide 1 - Tekstslide

Weekplanner week 3
Do:
- herhaling vragen en ontkenningen in het Engels (klassikaal)

Eerst volgt een korte herhaling hoe je vragen en ontkenningen vormt in het Engels. Herhaling week 1.



Slide 2 - Tekstslide

Weekplanner week 3
Study:
- vocabulary F.
- herhaal de onregelmatige werkwoorden 1 t/m 102 > donderdag of vrijdag formatieve toets via Lesson Up.
KMH2B> donderdag
MH2A & MH2B > vrijdag

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling vragen en ontkenningen
In week 1 herhaald. 
We nemen de uitleg nog eens door en maken dan een oefening.

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling vragen stellen
Regel 1: deze werkwoorden kun je vooraan in een Engelse vraag zetten:
am/are/is/was/were
have/has/had got (have/has/had zet je vooraan, got laat je staan). 
1e van de 2 werkwoorden in de zin (het hulpwerkwoord).

Slide 5 - Tekstslide

Examples
Are you late for school?
Were you in Deventer yesterday?
Have I got two sisters?
Can I help you?


In deze vragen staat het werkwoord vooraan.

Slide 6 - Tekstslide

Vorm een vraag:
He should eat less sugar.

Slide 7 - Open vraag

Herhaling vragen stellen
Regel 2:
Staat er een ander werkwoord dan de wwen bij regel 1?
Dan dien je een Engelse vraag te beginnen met:
- Do / Does (bij he/she/it) in de tegenwoordige tijd.
- Did in de verleden tijd. 

Daarna verandert het 2e werkwoord naar het hele werkwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Examples
I worked in the supermarket yesterday. 
Did I work in the supermarket yesterday?

She wants a lot of presents for her birthday.
Does she want a lot of presents for her birthday?

Slide 9 - Tekstslide

Vorm een vraag:
He believes the story is true.

Slide 10 - Open vraag

Herhaling ontkenningen vormen
Je kunt Engelse ontkenningen vormen in de present simple (tegenwoordige tijd) & past simple (verleden tijd).

Je kunt een ontkenning op twee manieren vormen:
- not aan het werkwoord toevoegen.
- don't/doesn't/didn't + hele werkwoord toevoegen.

Slide 11 - Tekstslide

Herhaling ontkenningen vormen
Regel 1: aan deze werkwoorden voeg je 
+ not toe om een ontkenning te maken:

am/are/is/was/were
have/has/had got (have/has/had + not + got). 

1e van de 2 werkwoorden in de zin (het hulpwerkwoord).

Slide 12 - Tekstslide

Examples
I wasn't at home.
He isn't 14 years old.
We haven't got a dog.
She couldn't help me.

Slide 13 - Tekstslide

Herhaling ontkenningen vormen
Regel 2:
Staat er een ander werkwoord dan de wwen bij regel 1?
Dan dien je een Engelse ontkenning te beginnen met:
Onderwerp - don't/doesn't/didn't - hele ww - rest van de zin.
- Don't / Doesn't (bij he/she/it) in de tegenwoordige tijd.
- Didn't in de verleden tijd.

Daarna verandert het 2e werkwoord naar het hele werkwoord.

Slide 14 - Tekstslide

Examples
I worked in the supermarket yesterday.
I didn't work in the supermarket yesterday.

She wants a lot of presents for her birthday.
She doesn't want a  lot of presents for her birthday. 

worked > work & wants > want

Slide 15 - Tekstslide

Vorm een ontkenning:
He loves to watch Youtube.

Slide 16 - Open vraag

Exercise
Verander deze drie zinnen in een vraagzin. Schrijf de antwoorden op in je schrift:

1 She cleaned the car.
2 They are running home.
3 He likes to watch Netflix.

Slide 17 - Tekstslide

Answers
1 She cleaned the car.

Did she clean the car? 
2 They are running home.

Are they running home?
3 He likes to watch Netflix.
Does he like to watch Netflix?

Slide 18 - Tekstslide

Exercise ontkenningen vormen
Verander onderstaande zinnen in een ontkenning. Schrijf de antwoorden op in je schrift:
1 Mel speaks German.
2 Karin played volleyball yesterday.
3 We were at the cinema.

Slide 19 - Tekstslide

Answers
1 Mel speaks German.

Mel doesn't speak German.
2 Karin played volleyball yesterday.

Karin didn't play volleyball yesterday.
3 We are at the cinema.
We aren't at the cinema.

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoel behaald? Ik kan vragen en ontkenningen vormen in het Engels.
A
Yes
B
Almost, I need more practice.
C
No, I need more practice.

Slide 21 - Quizvraag