8.4, 8.5 en 8.6 Eenheden van tijd en snelheid en verhoudingen

Eenheden van tijd en snelheid
en verhoudingen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Eenheden van tijd en snelheid
en verhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

in deze twee lessen leer je....

....rekenen met tijd  
....rekenen met snelheid
....rekenen met verhoudingen

Slide 2 - Tekstslide

welke eenheden van tijd ken je?

Slide 3 - Woordweb

eenheden van tijd

millennium = 1000 jaren
eeuw = 100 jaren
decennium = 10 jaren
1 jaar = 4 kwartalen = 12 maanden= 365 dagen
1 kwartaal = 13 weken
1 week = 7 dagen
1 dag = 24 uren
1 uur = 60 minuten
1 minuut = 60 seconden

Slide 4 - Tekstslide

rekenen met eenheden van tijd
voorbeeld:
27,4 uren is

1 dag (27,4 - 1x24 = 3,4)
3 uren ( 3,4 - 3 = 0,4)
24 minuten (0,4 x 60 = 24)



Slide 5 - Tekstslide

125 minuten = .....uren en ..... minuten

Slide 6 - Open vraag

220 seconden = .....minuten
en ..... seconden

Slide 7 - Open vraag

13,9 uren = ....uren en .... minuten

Slide 8 - Open vraag

5,6 jaren = ....jaren en .... dagen

Slide 9 - Open vraag

welke eenheden van snelheid ken je?

Slide 10 - Woordweb

eenheden van snelheid
kilometer per uur (km/u)
meter per seconde (m/s)

km/u = m/s x 3,6
m/s = km/u : 3,6


Slide 11 - Tekstslide

130 km/u=
A
36,1 m/s
B
468 m/s
C
verboden tussen 6:00 en 19:00 uur in Nederland
D
mooie snelheid op een provinciale weg

Slide 12 - Quizvraag

14 m/s=
A
3,9 km/u
B
50,4 km/u
C
harder dan de snelste sprinter kan lopen
D
mooie snelheid om te fietsen (zonder e-bike)

Slide 13 - Quizvraag

Verhoudingen

Slide 14 - Tekstslide

Verhoudingen
De verhouding geel:blauw = 3:2



Je wilt 8 liter groene verf maken, hoeveel gele en blauwe verf heb je nodig?

Slide 15 - Tekstslide

Verhoudingtabel maken:
Geel         3                 
Blauw     2                 
Groen      5       1      8 
                 :5     X8
Wat je onder doet, doe je boven ook
Dus 4,8 liter geel en 3,2 liter blauw wordt 8 liter groen





Slide 16 - Tekstslide

Verhoudingtabel maken:
Geel         3            4,8
Blauw     2             3,2
Groen      5       1      8 
                 :5     X8
Wat je onder doet, doe je boven ook
Dus 4,8 liter geel en 3,2 liter blauw wordt 8 liter groen





Slide 17 - Tekstslide