Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Het verschil tussen VOORSTELLING en VORMGEVING
Het verschil tussen
VOORSTELLING en VORMGEVING
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Beeldende vorming
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
25 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het verschil tussen
VOORSTELLING en VORMGEVING
Slide 1 - Tekstslide
VOORSTELLING
Slide 2 - Tekstslide
Je kijkt eerst: ís er een voorstelling?
Oftewel: stelt het iets voor?
Slide 3 - Tekstslide
Is er een voorstelling?
Stelt het iets voor?
Slide 4 - Tekstslide
Dan is het 'figuratief'.
Je kunt er iets in herkennen.
Slide 5 - Tekstslide
Een figuratieve voorstelling kan zijn:
1
realistisch
2
gestileerd
3
geabstraheerd
hoe het is gemaakt lijkt net echt
een 'versimpelde' versie
het lijkt bijna abstract maar nog net niet
Slide 6 - Tekstslide
Een realistisch schilderij...
is altijd figuratief
lijkt 'net echt'
plasticiteit, licht en stofuitdrukking zijn vaak belangrijk
Slide 7 - Tekstslide
Een gestileerde voorstelling...
is figuratief
is een versimpelde versie
meestal blijven de belangrijkste vormen en lijnen behouden
Slide 8 - Tekstslide
Een geabstraheerde voorstelling...
lijkt bijna abstract maar is het niet
het stelt dus wél iets voor
het resultaat is half abstract
vaak geeft de titel aan wat het voorstelt
Slide 9 - Tekstslide
Is er een voorstelling?
Stelt het iets voor?
Slide 10 - Tekstslide
Dan is het 'abstract' of 'non-figuratief'.
Je kunt er niets in herkennen.
Slide 11 - Tekstslide
Werk zonder voorstelling is:
1
abstract / non-figuratief
2
het stelt niks herkenbaars voor
3
het gaat puur om de lijnen, vormen
en kleuren in het werk
Slide 12 - Tekstslide
VORMGEVING
Slide 13 - Tekstslide
Bij de vormgeving bekijk je:
hoe worden de beeldaspecten toegepast
welke materialen worden gebruikt
welke technieken worden toegepast
Slide 14 - Tekstslide
BEELDASPECTEN
VORM
KLEUR
RUIMTE
LICHT
COMPOSITIE
TEXTUUR
Slide 15 - Tekstslide
Gebruikte materialen
Welke materialen zijn er gebruikt zijn om het werk te maken?
Zoals bijvoorbeeld:
klei, hout, steen, verf, marmer, papier, brons, potlood, stof, garen, inkt, karton, houtskool, enz.
Slide 16 - Tekstslide
Een aantal voorbeelden:
porselein, stof en borduurgaren
Slide 17 - Tekstslide
olieverf op doek
Slide 18 - Tekstslide
vilt
Slide 19 - Tekstslide
papier knipsels
Slide 20 - Tekstslide
brons
Slide 21 - Tekstslide
Gebruikte technieken
Welke techniek is er, of welke technieken zijn er gebruikt?
Zoals bijvoorbeeld:
tekenen, schilderen, graveren, boetseren, beeldhouwen, etsen, construeren, enz.
Hanteringswijze =
bekijk hóe de materialen zijn toegepast
Slide 22 - Tekstslide
Een voorbeeld:
Materialen: beide olieverf op doek
Techniek: beide zijn geschilderd
Maar de hanteringswijze van de kwast en de verf verschilt!
Slide 23 - Tekstslide
verf is in streepjes aangebracht met een losse 'toets'
verf is aangebracht door spetters en druppels
Slide 24 - Tekstslide
Samenvattend:
VOORSTELLING VORMGEVING
Wat zie je? Is er een voorstelling?
Hoe is het vormgegeven?
Ja er is een voorstelling, het is figuratief
realistisch
gestileerd
geabstraheerd
Nee er is géén voorstelling, het is abstract of non-figuratief
Over welke beeldaspecten kun je wat zeggen:
kleur
vorm
compositie
licht
ruimte
textuur
Welke materialen zijn gebruikt?
Welke technieken zijn toegepast?
Slide 25 - Tekstslide