Les 1 - mbo - Week van het geld 2025
1 / 9
Lesduur is: 45 minIntroductie
Dit is de eerste les van de lessenreeks voor de Week van het geld 2025. In deze les analyseren de studenten hun inkomsten en uitgaven van de afgelopen maand: welke uitgaven behoren tot vaste lasten? Welke uitgaven droegen bij aan meer geluk? Welke uitgaven had je achteraf niet hoeven doen? Waarom deed je ze toch? Was het een gevoel, groepsdruk of werd je op een andere manier beïnvloed? De studenten formuleren een persoonlijke gelddroom op middelange termijn. Wat verwachten ze dat de aankoop hen gaat opleveren? Vervolgens maken de studenten een opzet voor hun spaarplan, op basis van hun eigen inkomsten en uitgaven, en berekenen ze hoeveel geld ze maandelijks opzij moeten zetten om hun doel te bereiken.
Instructies
Met een paperclip is aangegeven bij welke slide je een bijlage nodig hebt.
- Als het voor de groep of voor een individuele student niet fijn is om in de klas met hun privégegevens aan de slag te gaan, gebruik dan het overzicht van de bank-app van Finn. Bijlage: Rekeningoverzicht Finn. Digitaal of geprint voor iedere student
- Bijlage: Mijn maandoverzicht. Digitaal of geprint voor iedere student
- Bijlage: Mijn gelddroom. Digitaal of geprint voor iedere student
Instructies
Werkbladen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
8 minuten
Introductievideo
Laat de introductievideo zien. Ga dan in gesprek over wat leerlingen gezien en gehoord hebben. Wat valt op? Wat is herkenbaar? Vragen die je kunt stellen zijn:
- Wat vind je van de gelddromen van de leerlingen in de video?
- Vind je sparen belangrijk? Waarom?
- Welke spaartip zou jij een ander geven?
Een gelddroom
Praat samen over wat een gelddroom is. Wat is het verschil tussen een gelddroom en iets dat je gewoon graag zou willen hebben? Leg uit dat een gelddroom vaak aan drie voorwaarden voldoet:
- Het levert je iets op, je wordt er gelukkig van.
- Je vindt het echt heel jammer als het niet doorgaat.
- Je wilt er graag voor sparen, ook als je er andere dingen voor moet laten.
Vooruitblik
Vertel dat de leerlingen in de komende drie lessen gaan bedenken wat hun gelddroom is en leren hoe je steeds dichter bij het waarmaken van je gelddroom komt, door geld te sparen en te verdienen.
Mijn gelddroom
Dream big!
Slide 3 - Woordweb
4 minuten
Bespreek enkele antwoorden. Zitten er inspirerende gelddromen tussen?
Het is belangrijk dat de studenten nadenken over iets dat ze heel graag willen en daarbij kunnen uitleggen wat deze aankoop hen oplevert. Denk aan sparen voor een uitwisseling naar Spanje, omdat je de Spaanse taal wilt leren. Sparen voor een scooter, zodat je je vriend makkelijker kunt opzoeken. Sparen voor je inboedel, omdat je graag op kamers wilt. Sparen voor een concert, omdat het maar zelden voorkomt dat die artiest naar Nederland komt. Of sparen voor een reis naar New York, omdat je beste vriendin daar studeert.
Slide 4 - Tekstslide
1 minuut
Vertel de studenten wat het doel is van de lessenserie: inzicht krijgen in jouw eigen geldkeuzes en de gevolgen ervan.
Slide 5 - Tekstslide
2 minuten
Bespreek kort de doelen van de les en leg de link naar de praktijk: hoe kun je nu al zorgen dat je klaar bent voor toekomstige uitgaven? Welke kennis en vaardigheden heb je nodig om goed met je geld om te kunnen gaan?
Slide 6 - Tekstslide
8 minuten
Inkomsten en uitgaven
Laat studenten met behulp van hun bank-app of het Rekeningoverzicht van Finn de pdf Mijn maandoverzicht digitaal invullen. Je kunt het overzicht ook printen en uitdelen. Dit overzicht gaat de studenten inzicht geven in hun eigen inkomsten- en uitgavenpatroon.De studenten zetten al hun inkomsten en uitgaven onder elkaar. Help de studenten eventueel om de posten samen te voegen, zodat er een overzichtelijk geheel ontstaat. (Denk aan: schoolkantine, supermarkt, cadeaus.)
Geluksmeter
De kolom ‘Geluksmeter’ hoeven ze nog niet in te vullen.
Drie soorten uitgaven
Bespreek de drie soorten uitgaven: dagelijkse uitgaven (om het dagelijks leven mogelijk te maken), incidentele uitgaven (niet regelmatig en soms onverwachts) en vaste lasten (elke periode hetzelfde, voorspelbaar). Welke voorbeelden uit hun eigen overzicht kunnen ze bij deze categorieën noemen?
Geldgeluk
Welke uitgaven maken gelukkig?
Les 1
Follow the money
Slide 7 - Poll
10 minuten
Vul de poll in met de klas. Worden ze gelukkiger van het betalen van hun zorgverzekering, van shoppen of van een avondje naar de bioscoop?
Laat studenten daarna de geluksmeter per uitgave invullen. De studenten geven hun uitgaven een cijfer tussen 0 en 10. Als de studenten de bank-app van Finn hebben gebruikt, doen ze net alsof het hun eigen uitgaven waren.
De studenten bespreken de geluksmeters in groepjes na. Denken ze hetzelfde over geldgeluk? Laat ze nadenken over vragen als:
- Met welke aankoop ben je heel erg blij? Is het gevoel van blijdschap tussen de aankoop en nu hetzelfde gebleven?
- Waarom geef je geld uit aan dingen die je niet echt gelukkig maken? Is dit gemak, groepsdruk of verveling?
- Is er een verband tussen geluk en vaste lasten, geluk en dagelijkse uitgaven en geluk en incidente uitgaven? Zijn vaste lasten bijvoorbeeld minder leuk dan incidentele uitgaven? Zijn ze daardoor ook minder belangrijk?
Houd er rekening mee dat er ook studenten zijn die alleen geld kunnen uitgeven aan vaste lasten en weinig geld kunnen uitgeven aan leuke dingen.
Slide 8 - Tekstslide
10 minuten
Wat is een spaarplan?
Vraag de studenten wat een spaarplan is en welke informatie je nodig hebt om een spaarplan te maken. Vertel dat een spaarplan een planmatige opzet is om te kijken naar je spaargeld. Een spaarplan geeft inzicht in je huidige spaargeld en hoeveel geld je per maand kunt sparen. Een spaarplan kan je helpen om je gelddroom waar te maken.
Hoe maak je een spaarplan?
Bespreek nu met de studenten hoe ze hun spaarplan kunnen maken. De eerste stap is het overzicht van inkomsten en uitgaven, wat ze al hebben ingevuld. Vervolgens moeten ze berekenen hoeveel geld ze elke maand opzij moeten zetten om hun gelddroom waar te maken.
Mijn spaarplan
Deel de bijlage Mijn gelddroom uit en laat de studenten het spaarplan invullen, dit kan ook digitaal. Sta stil bij de gelddromen, het is belangrijk dat ze iets kiezen wat ze echt heel graag willen hebben en het waard vinden om voor te sparen. Denk aan een reis met vrienden, een scooter om je vriend makkelijker op te kunnen zoeken of een nieuwe laptop zodat je sneller kunt werken.
Nabespreken
- Bespreek de spaarplannen klassikaal na. Vragen die je kunt stellen zijn:
- Hoeveel maanden moet je sparen om je gelddroom te bereiken?
- Zou je geld kunnen besparen? Hoe?
- Zou je extra geld kunnen verdienen? Hoe?
- Vind je het nuttig om (dagelijks/wekelijks) bij te houden waar je je geld aan uitgeeft? Waarom wel/niet?
Vertel: wat je maandelijks overhoudt, hoef je niet per definitie te sparen. Je kunt er ook voor kiezen om het meteen uit te geven aan iets leuks. Als je een gelddroom hebt, ben je bereid om daarvoor te sparen. Maar wat als je meer geld overhoudt dan verwacht? Geef je dat dan uit aan iets anders leuks, zou je het sparen voor je gelddroom of zet je het opzij voor onverwachte uitgaven? Wat zouden de studenten doen?
Slide 9 - Tekstslide
3 minuten