Yvonne Wielaard
Lessen: Natuur en Zorg - Mentor - L.O.

D1ATh5 B5: Planten - lln

D1ATh3 Ordenen
 B5: Planten
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D1ATh3 Ordenen
 B5: Planten
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Ziek of afwezig of herhaling uitleg?
Kijk het uitleg-filmpje 
over het rijk van de planten
4 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Organen van een plant

Een plant heeft organen:

- wortels
- stengels
- bladeren
- (niet altijd) bloemen 


Slide 5 - Tekstslide

Het rijk van de planten kun je indelen in 2 stammen.
Hierbij let je op de manier van voortplanten.

De manier van voortplanten is een kenmerk.

Slide 6 - Tekstslide

1, 2 en 3
zijn de organen van een plant
1
2
3
A
ja
B
nee
C
ja, maar elke plant heeft ook altijd een bloem als orgaan
D
ja, maar elke plant heeft ook altijd zaden als orgaan

Slide 7 - Quizvraag

Neem dit schema over in je schrift, maak grote vakken
Vul in wat je nu weet, later ga je weer meer invullen
Organismen
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Sporenplanten
Zaadplanten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Link

Kenmerken

Slide 11 - Tekstslide

Stam: 
Sporenplanten
Mossen:

Mossen zijn kleine plantjes, ze groeien in groepen bij elkaar.

Varens:

Varens herken je aan hun grote bladeren. 
De bladrand is vaak ingesneden. 
Zo lijkt één blad uit allemaal kleine blaadjes te bestaan.

Slide 12 - Tekstslide

Mossen

Voortplanting:


Mosplantjes vormen sporendoosjes die 
(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 
dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.
haarmos

Slide 13 - Tekstslide

Varens
Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.
De sporen zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Slide 14 - Tekstslide


Behoort tot de
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
varens
D
schimmels

Slide 15 - Quizvraag


In de afbeelding
zie je
A
sporendoosjes
B
sporenhoopjes
C
voortplantingscellen van een mos
D
zaden van een zaadplant

Slide 16 - Quizvraag

Stam: Zaadplanten
Zaadplanten planten zich voort door zaden. Uit een zaad kan een nieuw plantje groeien.
Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Voorbeelden van zaadplanten zijn bijvoorbeeld gras, struiken, bomen en planten zoals in de afbeelding.

Kenmerken

Slide 17 - Tekstslide

in het klokhuis
In de bloem ontstaat het zaad.
Als je een appel eet, vind je het zaad (de pitjes) in het klokhuis.

Slide 18 - Tekstslide


Gerst is een
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 19 - Quizvraag


Bij welke planten zie je deze cellen?
A
zaadplanten
B
mossen
C
varens
D
A, B en C

Slide 20 - Quizvraag


Je ziet hier
A
een varen
B
sporendoosjes
C
sporenhoopjes
D
een zaadplant

Slide 21 - Quizvraag


Behoort tot de stam van de ......
A
zaadplanten
B
sporenplanten
C
bomen en struiken
D
planten

Slide 22 - Quizvraag

1, 2 en 3 zijn de enige organen van deze plant. Dit is een ......
1
2
3
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 23 - Quizvraag

Bij welk rijk hoort een cel met de volgende kenmerken:
Wel een celkern
Wel een celwand
Wel bladgroenkorrels
A
dierlijke cel
B
bacterie
C
schimmel
D
plantaardige cel

Slide 24 - Quizvraag

Hier zie je voorbeelden van
A
planten met sporendoosjes
B
planten met sporenhoopjes
C
planten met zaden
D
varens

Slide 25 - Quizvraag


Kenmerken van sporenplanten

A
wel of geen bloemen
B
wortels stengels bladeren
C
voortplanting door sporen of zaden
D
A, B en C allemaal goed

Slide 26 - Quizvraag


Ridderspoor is een
A
zaadplant
B
naaldboom
C
Groene plant
D
sporenplant

Slide 27 - Quizvraag


Deze plant behoort tot het rijk van de (1)
en de stam van de (2)
A
1: Sporen 2: mossen
B
1: Planten 2: mossen
C
1: Planten 2: sporenplanten
D
1: sporen 2: varens

Slide 28 - Quizvraag


Deze plant Voortplanting door:
A
sporen
B
zaden
C
de bloemen
D
pitten

Slide 29 - Quizvraag


Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen

Slide 30 - Quizvraag


A
sporenplanten wel zaadplanten niet
B
sporenplanten niet zaadplanten niet
C
sporenplanten niet zaadplanten wel
D
sporenplanten wel zaadplanten wel

Slide 31 - Quizvraag

Stam in het plantenrijk:
wel wortels, wel stengels en wel bladeren
geen bloemen;

Het gaat om
A
zaadplanten
B
sporenplanten

Slide 32 - Quizvraag

Stam in het plantenrijk:
wel wortels, wel stengels en wel bladeren
wel bloemen.

Het gaat om:
A
zaadplanten
B
sporenplanten

Slide 33 - Quizvraag

Een stam is een naam voor verdere indeling van een rijk
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 34 - Quizvraag

 Voortplanting van mossen. 

Slide 35 - Tekstslide