Yvonne Wielaard
Lessen: Natuur en Zorg - Mentor - L.O.

D1Bth8 Gedrag dierentuin 2017

D1BTh8
Gedrag - Dierentuin
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

D1BTh8
Gedrag - Dierentuin

Slide 1 - Tekstslide

Excursie naar de dierentuin in Münster 
1. Je leert van alles over 'gedrag'.

2. Je wordt samen met iemand anders expert:
jullie weten straks heel veel over 1 dier.

3. Je geeft samen met iemand een presentatie over dat dier.
4. Je gaat samen met iemand een gedragsonderzoek doen.

Slide 2 - Tekstslide

dierengeluiden
Dierengeluiden
Welke dieren wil je graag
zien in de dierentuin?

Slide 3 - Woordweb

Waarom willen mensen meer
weten over het gedrag van dieren?

Slide 4 - Woordweb

Wat doe je als je het gedrag van dieren wilt bestuderen?

Slide 5 - Open vraag

Je leert

Wat ethologie is
Hoe je een ethogram maakt
Hoe je een protocol maakt
Welke conclusies je kunt trekken vanuit het ethogram-protocol

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk het filmpje (10 min)
Beantwoord straks de volgende vragen:

Wat is ethologie?
Wat is een ethogram?
Wat is een protocol?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Waarom wordt gedrag bestudeerd? 
Gedragonderzoekers bestuderen gedrag om iets te weten te komen over een dier.


In de dierentuin maken dierenverzorgers ethogrammen om dieren goed te leren kennen.

Slide 9 - Tekstslide

Ethogram
Het is een lijst met beschrijvingen van gedrag.
Het dier wordt hiervoor bestudeerd:
Schrijf op wat het dier doet.
Omschrijf de gedragshandeling.

 
vlooien              vl        beweegt met 'vingers' over de 
                                      huid  van de ander,  neemt wat weg

Slide 10 - Tekstslide


Wat is ethologie?

A
Het bestuderen van gedrag
B
Het beïnvloeden van gedrag
C
Het gedrag van dieren veranderen
D
Het gedrag van mensen veranderen

Slide 11 - Quizvraag

Wat weet je van een ethogram?

Wat is ...............waar?
NIET
A
Je schrijft op wat een dier doet
B
Een gedragshandeling wordt omschrijven
C
Je schrijft bijv. op dat een hond agressief is
D
Het is een lijst met beschrijvingen van gedrag

Slide 12 - Quizvraag

Gedragsonderzoek:
Het ethogram
Gedrag bestaat uit een reeks handelingen.

Bijvoorbeeld: 
Een giraf loopt naar het water, zet zijn voorpoten schuin, buigt zijn nek naar het water en drinkt het water.

Deze handelingen kun je beschrijven. 
De lijst met beschrijvingen heet een ethogram

Slide 13 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van
een gedragselement = gedragshandeling
die jij wel eens uitvoert

Slide 14 - Woordweb

Hoe maak je een Ethogram? 

1.  Bestudeer het dier:
     Bekijk het dier en/of zijn soortgenoten. 

2. Noteer een groot aantal gedrags- 
     handelingen.

evt. kijk je al op internet welke gedragshandeling het dier uitvoert.

Als je het ethogram maakt wordt die lijst
langer / uitgebreid.




Je oefent het maken van een ethogram. 
Je krijgt uitleg van de docent!


1. Op school

2. Thuis of ergens in de buurt 
    (dierenparkje ....)




Slide 15 - Tekstslide


Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort

Slide 16 - Quizvraag

Protocol gegevens bekijken en conclusies trekken

Welke gedragshandelingen komen 
het vaakst voor?

Kun je één of meer gedragsketens herkennen?


Slide 17 - Tekstslide

Als je het protocol hebt gemaakt, 
kun je deze gegevens invullen

Slide 18 - Tekstslide

Aap
Oefening: Bestudeer het gedrag van de apen.
Noteer 10 gedragselementen. Noteer de afkorting en de handeling. Maak daarna een ethogram over het spelende aapje.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Oefening: Maak nu het protocol over het gedrag van het kleine aapje.
Omdat je maar 1 minuut kijkt, ga je om de 5 sec. noteren wat het aapje doet.
Je noteert 12 x een afkorting van een handeling die de aap laat zien. 


Slide 21 - Tekstslide

Op school: 
Maak een ethogram en protocol van een hond (2-tal) 
1.  Maak het ethogram 
2. Maak het protocol
3. Welk gedrag komt het vaakst voor?
4. Zijn er gedragsketens? Zo ja, welke dan?

Je oefent dit zodat je in de dierentuin een ethogram en protocol kunt maken en conclusies kunt trekken.   

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Woordweb

Informatie 

Alle informatie over het bezoek aan de dierentuin
vind je in het boekje.

Slide 26 - Tekstslide

Stel je geeft een presentatie over een dier.
Waar ga je dan wat over vertellen?

Slide 27 - Woordweb

In het boekje vind je alle informatie
over het bezoek aan de dierentuin

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

2-tal: Presentatie op school   
      en in de dierentuin
(er zijn ook een paar 3-tallen)
Jullie geven de presentatie eerst tijdens de les N&Z aan de 1/2 klas. 

Jullie krijgen een cijfer voor de inhoud van de presentatie. Dat cijfer telt 2x.

Jullie geven dezelfde presentatie in de dierentuin. Daar krijg je een cijfer voor het presenteren. Dat cijfer telt 1 x.

Cijfer: Inhoud 2x + presenteren 1x : 3  = cijfer



Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Presentatie in het duits
Een deel van de presentatie geef je in het duits. Wat je in het duits vertelt staat vast. Je vindt de informatie in je boekje. Tijdens de les duits krijg je hulp.

Elke leerling mag voor het presenteren in het duits 10 steekwoorden opschrijven.

Als je de verdeling van het presenteren wilt wijzigen, mag dat. Zorg ervoor dat iedereen ongeveer evenveel in het duits presenteert. 

Slide 32 - Tekstslide