Yvonne Wielaard
Lessen: Natuur en Zorg - Mentor - L.O.

Stigma tracheeën (insect) - Vis

Praktijk: Microscopie
Ademhaling bij 
insecten/geleedpotigen:
Stigma's en tracheeën
Tijd over: Ademhaling bij vissen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Praktijk: Microscopie
Ademhaling bij 
insecten/geleedpotigen:
Stigma's en tracheeën
Tijd over: Ademhaling bij vissen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Ademhaling en verbranding
Insecten hebben een chitinelaag op hun huid waar geen zuurstof doorheen kan. Ze hebben geen longen of kieuwen. 
In het gehele lichaam hebben insecten een zeer nauw vertakt buizenstelsel. Deze buizenstelsels noem je tracheeën. Een trachee eindigt bij een lichaamscel en begint bij een stigma. Een stigma is een opening in de huid, in het chitinepantser. Er kunnen veel stigma's in de huid van een insect zitten. Om deze stigma's liggen spieren. Bij het aanspannen van spieren, gaan de stigma's dicht en bij het ontspannen van deze spieren gaan de stigma's open. Zo wordt het in- en uitademen geregeld.

De lichaamscellen nemen vanuit de lucht in de tracheeën zuurstof op. Vanuit de lichaamscellen wordt koolstofdioxide en water aan de lucht in de tracheeën afgegeven

Slide 3 - Tekstslide

 Zuurstof en koolstofdioxide door het lichaam

Tracheeën: Luchtbuizen. 
Via de open buisjes komt de zuurstof door heel het lichaam heen bij alle cellen.
Zuurstof en koolstofdioxide worden dus niet door bloed vervoert. Het bloed van insecten bevat geen gassen.

Door het achterlijf groter en kleiner te maken vindt uitwisseling van gassen plaats.
Als het lichaam groot is (spieren ontspannen):  krijgt een insect lucht met zuurstof binnen.
Als het lichaam kleiner is (spieren gespannen): wordt de lucht met koolstofdioxide naar buiten gedrukt. 
     

Slide 4 - Tekstslide

2
Luchtzakjes zuigen lucht aan doordat ze uitzetten. Een wijdvertakt netwerk van dunne luchtpijpjes, tracheeën, brengt de zuurstof rond in het lichaam en voert C02 af.
3
Zuurstof komt niet binnen via het bloed, zoals bij zoogdieren, maar via de dunste takken van de luchtpijp, de tracheeen. Die staan de zuurstof rechtstreeks aan de cellen af..
1
Het oppervlak van het insect – huid en skelet – heeft ademgaatjes, stigmata, waar zuurstof binnenkomt. De stigmata kunnen open en dicht, en hebben filters die stof buiten houden.

Slide 5 - Tekstslide

      Verbranding en ademhaling bij insecten
3. Teken een FANTASIE insect met stigma's en tracheeën (Lengte 12 cm)
Lengte doorsnede  -   Zij-aanzicht
Zie uitleg volgende slide!
4. 
 Schrijf een verhaaltje waarin
 je uitlegt op welke manier de   ademhaling van insecten   plaatsvindt. 
Opdracht op A4
1. Microscopie: Schematische tekening
Stigma. Vergroting: 100 x  of 400 x  (alleen als helemaal in beeld)
Tekening:  is ong. 7 cm groot, in verhouding           
2. Microscopie: Schematische tekening 
Tracheeën: Vergroting 100 x 
Tracheeën kunnen boven elkaar liggen. Teken 1 laag.
Doe het preparaat in het juiste doosje terug
Doe het preparaat in het juiste doosje terug

Slide 6 - Tekstslide

Maak zelf een schematische tekening van jouw fantasie-insect: Zij-aanzicht!
Jouw tekening is ongeveer 
 12 cm lang en in verhouding
Dit is een bovenaanzicht.
Jij tekent een zij-aanzicht!
Dit is een zij-aanzicht!
Dit is een bovemaanzicht!

Slide 7 - Tekstslide

Wat hoort waar?
Trachee
Stigma

Slide 8 - Sleepvraag

Voorbeeld

Slide 9 - Tekstslide

1. Bekijk de 2 filmpjes en lees de informatie, 
                                                                          ga daarna aan het werk met deze opdracht
2. Pak een microscoop en het preparaat 'Kieuwen'
    a. Stel scherp bij een vergroting van 40 x
    b. Stel scherp bij 100 x
     c. Maak een SCHEMATISCHE tekening
     d. Benoem het onderdeel 'kieuwplaatje' en evt. 'kieuwboog'
3. Maak een verhaaltje waarin je duidelijk uitlegt hoe de gaswisseling bij vissen plaatsvindt. Gebruik daarbij o.a. de volgende woorden / info:
1. kieuwplaatjes
2. bloedvat zuurstofrijk bloedvat zuurstofarm met veel koolstofdioxide
3. de richting waarop het water stroomt langs de kieuwplaatjes 
4. de richting waarop het bloed stroomt langs de kieuwplaatjes
5. hoe het zuurstof in het bloedvat (haarvat) word opgenomen

Tijd over: Ademhaling bij vissen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Ademhaling bij vissen
De leefomgeving van een vis is anders dan die van een mens. Een vis heeft zuurstof nodig.  In water zit weinig zuurstof. Daarom hebben vissen kieuwen. Daarmee kunnen ze zuurstof uit het water halen. De manier van ademhalen van vissen gebeurt via de mondholte. Een vis hapt water met zijn mond. De wanden van de kieuwen, waarlangs het water stroomt, zijn heel dun. De zuurstof kan daar makkelijk doorheen en komt snel in het bloed van de vis. Een vis heeft miljoenen kieuwplaatjes. Die kieuwplaatjes vormen samen een heel groot oppervlakte dat zuurstof opneemt. Ook zitten er bloedvaten in de kieuwen , die zuurstof direct het lichaam van de vis in brengen. Om nog meer zuurstof uit het water te halen gebruiken de kieuwen het 'tegenstroomprincipe'. Door deze manier zit er in het bloed altijd minder zuurstof dan in het water, en stroomt de zuurstof dus overal de kieuw in. Dit werkt alleen als er steeds vers water is. Het water stroomt door de gaten in de kieuwdeksels weer naar buiten. 
Bekijk de filmpjes!

Slide 14 - Tekstslide

Een pier heeft geen  stigma's. 

Een pier heeft een hele dunne huid

Een pier haalt adem door de huid
Een regenworm haalt ook adem!

Slide 15 - Tekstslide