Yvonne Wielaard
Lessen: Natuur en Zorg - Mentor - L.O.

D1BTh5 B3 Horen - lln

D1BTh5 B3
Horen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D1BTh5 B3
Horen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Welke onderdelen van de binnenkant
van het oor ken je"

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Ziek of afwezig of herhaling uitleg?
Kijk 
het uitleg-filmpje
4 minuten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video


Geluid - decibellen - gehoorschade
Geluiden is trilling van lucht. 
Geluidssterkte is het volume van geluid. 
Geluidssterkte wordt uitgedrukt in decibel (dB).

Geluiden kunnen hoog, laag, hard en zacht klinken. 

Sommige mensen zijn slechthorend. Oorzaken:
- een hersenbeschadiging
- door ouderdom
- aangeboren

Als iemand lang luistert naar geluid dat harder klinkt dan 80 dB, kan dat leiden tot gehoorschade. 
De gehoorzintuigcellen zijn dan beschadigd.

Slide 7 - Tekstslide

Gehoorschade
Stel je voor dat je in een bandje speelt. Jij bent de drummer. Drummen geeft 91 dB geluid

Reken uit hoe lang je op een avond kunt oefenen zonder dat je kans hebt op blijvende gehoorschade.
Noteer de berekening en het antwoord in je schrift. (zie antw)
antwoord
86 dB: 2 uur  ----   89 dB: 1 uur ---  92 dB: 30 min 
Tussen 89 dB en 92 dB zit 30 minuten 
Die 30 minuten moet je eerlijk verdelen over de 90 dB en de 91 dB:
91  dB:  40min  ---  90 dB:  50 min  

...

Slide 8 - Tekstslide

Op welke manier kun je de kans
op lawaaischade verminderen?
A
Gehoorbescherming dragen
B
Niet dichtbij de boxen staan
C
Niet te lang aanwezig zijn bij 'hard' geluid
D
A, B en C

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

slakkenhuis
zenuw
oorschelp
trommelvlies

Slide 11 - Sleepvraag

Leer de onderdelen van het oor

Slide 12 - Tekstslide

De buis van Eustachius

De buis van Eustachius is de verbinding tussen de neus en de oren. Normaal is deze dicht. Daardoor hebben bacteriën en ongewenste stoffen geen kans om vanuit de keel in het middenoor te komen. 


De buis kan opzwellen en verstopt raken door verkoudheid, allergie of een infectie. 
Dan komt er te weinig of geen lucht meer in en er kan teveel slijm in het middenoor ontstaan. 
De druk neemt dan af en het geluid wordt gedempt. 

Het voelt alsof er vocht in het oor zit en soms geeft het pijn.
(licht, zurend of hevig). 

Het kan "vol" voelen, 'kietelen' suizen of klikken. Soms geeft het moeite om goed te horen of duizeligheid veroorzaken.







Wat gebeurt er in onze oren als een vliegtuig stijgt?
Als het vliegtuig stijgt, is de druk lager dan op de grond. 
Het trommelvlies puilt naar buiten. Er ontsnapt lucht in het middenoor via de buis van Eustachius. 

Bij het dalen van het vliegtuig stijgt de druk in de cabine en worden de trommelvliezen naar binnen gedrukt. De buis van Eustachius zuigt dan lucht aan omdat er meer lucht in het middenoor moet komen voor het evenwicht.

Bij slikken, gapen, niesen of kauwen gaat de buis even open. De luchtdruk aan beide kanten van het trommelvlies blijft daardoor gelijk en slijm kan uit het middenoor verdwijnen. 

Even mijn buis van Eustachius openen
2
Groen: middenoor
Rood: Buis van Eustachius
1
Het trommelvlies werkt dan goed

Slide 13 - Tekstslide

De buis van Eustachius verbindt
A
de trommelholte met het middenoor
B
de oorschelp met de keelholte
C
het slakkenhuis met de trommelholte
D
de trommelholte met de keelholte

Slide 14 - Quizvraag

bevat gehoorzintuigcellen die geprikkeld worden door geluid
A
de gehoorgang
B
de gehoorbeentjes
C
het slakkenhuis
D
de gehoorzenuw

Slide 15 - Quizvraag

Weet jij nu waar de onderdelen 
(de antwoorden) zich bevinden?
Overhoor elkaar!  ---   Twijfel?  Ga terug naar slide 7
Wat is nr 2?
De gehoorzenuw geeft de impuls (elektrisch signaaltje) door naar de hersenen
8
Stijgbeugel. Komt in beweging door het trillen van het aambeel. Geeft de trilling door aan het Ovale venster.
13
Evenwichtsorgaan. Geeft informatie over het evenwicht door naar de evenwichtszenuw (De gehoorzenuw is eigenlijk ook de evenwichtszenuw. De zenuw bevat zenuwvezels vanuit het slakkenhuis en vanuit het evenwichtsorgaan).

Aambeeld. Komt in beweging door het trillen van de hamer. Geeft de trilling door aan de stijgbeugel.
12
Bovenkaak
Slakkenhuis. Zet geluidstrillingen die vanaf het Ovale venster komen om in impulsen. In het slakkenhuis (opgerold buisje van 3,5 cm lang) zit vloeistof en zintuigcellen met trilhaartjes. De trilhaartjes trillen op volgorde van toonhoogte en geven het signaal door aan de gehoorzenuw.
7
Buis van Eustachius. Regelt de luchtdruk in de trommelholte.
6
Hamer. Komt in beweging door het trillen van het trommelvlies. Geeft de trilling door aan het aambeeld.
11
Trommelvlies. Geluidsgolven botsen tegen het trommelvlies, het trommelvlies trilt. Geeft geluidstrillingen door aan de gehoorbeentjes
4
Middenoor: bestaat uit het trommelvlies en de gehoorbeentjes
Gehoorgang. Geeft de geluidsgolven vanuit de oorschelp door aan het trommelvlies
3
Oorsmeerkliertjes. Houden het trommelvlies soepel.
2
Oorschelp. Vangt geluidsgolven op. 
1
Ovale venster. Komt in beweging door het trillen van de stijgbeugel. Geeft de trilling door aan het slakkenhuis.
samen

Slide 16 - Tekstslide

Weet jij nu waar de onderdelen 
(de antwoorden) zich bevinden?
Overhoor elkaar!  ---   Twijfel?  Ga terug naar slide 7
Wat is nr 2?
De gehoorzenuw geeft de impuls (elektrisch signaaltje) door naar de hersenen
8
Stijgbeugel. Komt in beweging door het trillen van het aambeel. Geeft de trilling door aan het Ovale venster.
13
Evenwichtsorgaan. Geeft informatie over het evenwicht door naar de evenwichtszenuw (De gehoorzenuw is eigenlijk ook de evenwichtszenuw. De zenuw bevat zenuwvezels vanuit het slakkenhuis en vanuit het evenwichtsorgaan).

9
Aambeeld. Komt in beweging door het trillen van de hamer. Geeft de trilling door aan de stijgbeugel.
12
Bovenkaak
10
Slakkenhuis. Zet geluidstrillingen die vanaf het Ovale venster komen om in impulsen. In het slakkenhuis (opgerold buisje van 3,5 cm lang) zit vloeistof en zintuigcellen met trilhaartjes. De trilhaartjes trillen op volgorde van toonhoogte en geven het signaal door aan de gehoorzenuw.
7
Buis van Eustachius. Regelt de luchtdruk in de trommelholte.
6
Hamer. Komt in beweging door het trillen van het trommelvlies. Geeft de trilling door aan het aambeeld.
11
Trommelvlies. Geluidsgolven botsen tegen het trommelvlies, het trommelvlies trilt. Geeft geluidstrillingen door aan de gehoorbeentjes
4
Rode ruimte
Middenoor: bestaat uit het trommelvlies en de gehoorbeentjes
5
Gehoorgang. Geeft de geluidsgolven vanuit de oorschelp door aan het trommelvlies
3
Oorsmeerkliertjes. Houden het trommelvlies soepel.
2
Oorschelp. Vangt geluidsgolven op. 
1
Ovale venster. Komt in beweging door het trillen van de stijgbeugel. Geeft de trilling door aan het slakkenhuis.
16
TEVEEL
Paarse ruimte
Binnenoor: Slakkenhuis en evenwichtsorgaan
14
Dit deel + groene ruimte
Buitenoor: Oorschelp + gehoorgang 
15

Slide 17 - Tekstslide

Weet jij nu waar de onderdelen 
(de antwoorden) zich bevinden?
Overhoor elkaar!  ---   Twijfel?  Ga terug naar slide 7
Wat is nr 2?
Gehoorzenuw. Stuurt impulsen naar de hersenen.
8
Stijgbeugel
13
Evenwichtsorgaan
9
Aambeeld
12
Bovenkaak
10
Slakkenhuis
7
Buis van Eustachius
6
Hamer
11
Trommelvlies
4
Rode ruimte
Middenoor: bestaat uit het trommelvlies en de gehoorbeentjes
5
Gehoorgang
3
Oorsmeerkliertjes
2
Oorschelp
1
Ovale venster 
16
Leer de onderdelen van het oor
Paarse ruimte
Binnenoor: Slakkenhuis en evenwichtsorgaan
14
Dit deel + groene ruimte
Buitenoor: Oorschelp + gehoorgang
15

Slide 18 - Tekstslide

In volgorde
nr 4 - 6 - 8

A
4 trommelvlies 6 buis van Eustachius 8 gehoorzenuw
B
4 gehoorgang 6 gehoorgang 8 oorschelp
C
4 slakkenhuis 6 aambeeld 8 hamer
D
4 evenwichtsorgaan 6 stijgbeugel 8 trommelgang

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Leerdoel

Je weet:
-  wat gehoorschade en lawaaischade is.
-  hoe gehoorschade en lawaaischade kan ontstaan
-  hoe het voorkomen kan worden 
-  wat de gevolgen zijn 



Audiogram:
Blauw: rechteroor
Rood: linkeroor 
Hoe lager de lijn, hoe
meer gehoorverlies dus
hoe slechter het gehoor.

Welke letters hoor je waar in het audiogram?
Niet leren, wel begrijpen!
In het grijs gearceerde gebied bevindt zich 'de spraak'.
Je kunt zien welke letters zich waar bevinden in het audiogram.
Welke letters hoort deze persoon veel minder?
Bedenk een paar woorden die minder goed verstaanbaar zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Wist je dat ....
  

....   Als je duizelig bent, dat komt door je evenwichtsorgaan, dat in je oor zit?
....  Je beter kunt horen als je je handen om je oren plaatst? (olifantenoren maken - je vergroot je oorschelp)
....  Je bij sommige dieren helemaal geen oren kan zien, maar dat ze ze toch hebben?
....  Het heel gevaarlijk is om een voorwerp in je oor te stoppen, omdat je dan je trommelvlies kunt beschadigen.
....  Walvissen onder water goed kunnen horen?
....  Mensen heel slecht horen onder water, omdat onze oren niet geschikt zijn om deze trillingen te horen?
....  Een merel heel goed kan horen? Hij kan een worm horen kruipen onder de grond!
....  Veel dieren hun oorschelpen (het uitwendige oor) kunnen bewegen, zodat ze deze in de richting van het geluid 
      kunnen zetten? 

Slide 23 - Tekstslide




Nieuwe oren, kun je niet kopen




1. Lawaaischade gaat (vaak) niet over
2. Wist je dat men soms op hangplekken een hoge toon laat horen?
Ouderen horen die toon niet en jongeren verdwijnen daar dan vanzelf ....
3. Sommige mensen hebben een eigen ......... pieieieieieieieieiep ........

Slide 24 - Tekstslide

Tip
Draag gehoorbescherming bij 'hard geluid':

- tijdens een concert - in de disco
- bij carbid schieten
- bij het afschieten van vuurwerk

Slide 25 - Tekstslide