Grassen en bomen hebben bloemen die niet mooi gekleurd zijn. De kelkbladen en de kroonbladen zijn onopvallend groen. De bloemen worden door de wind bestoven.
De bloemen hebben grote meeldraden die heel veel stuifmeel maken (meer dan insectenbloemen). Het stuifmeel is licht en glad en kan makkelijk door de lucht zweven.
Ze hebben grote stempels om het stuifmeel op te vangen.
Zo kan het stuifmeel toevallig op een stempel van een bloem van dezelfde soort komen.
Stuifmeelkorrels worden ook wel pollen genoemd. Sommige mensen zijn voor pollen allergisch, zij krijgen een loopneus, verstopte neus of tranende ogen van het stuifmeel dat in de lucht aanwezig is.