Yvonne Wielaard
Lessen: Natuur en Zorg - Mentor - L.O.

D1ATh4 B1 Een sport kiezen - lln

D1ATh4 Sporten
 B1: Een sport kiezen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

D1ATh4 Sporten
 B1: Een sport kiezen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waarom sport jij?
(als je niet sport: waarom sporten mensen?)

Slide 3 - Woordweb

Een tekst met informatie kun je zo bekijken
1.  Scannen: Heel even bekijken: Titel - plaatjes - hoofdstukken/tussenkopjes

2. 'SNEL Lezen': Ongeveer weten waarover het gaat.
    Je leest iets sneller dan dat je normaal doet (je bent geconcentreerder!)

3. Grondig lezen: precies uitzoeken en begrijpen wat er staat.
    Hierdoor kun je het belangrijkste navertellen. Je bent al aan het leren.
    
    Tijdens of direct na het grondig lezen:

           Maak een mindmap of een schema of een samenvatting!

Slide 4 - Tekstslide

Samenvatting 
maken 
met behulp van de doelen
(in je schrift)

Slide 5 - Tekstslide

Samenvatting B1: Een sport kiezen (1)



Mensen hebben redenen om te sporten. Ze sporten: Voor de gezelligheid, gezondheid of bijv. werk. Mensen kiezen een sport omdat ze het waardevol (belangrijk) vinden. Er is Inspanning nodig voor sporten: lichamelijke of geestelijke inspanning
Als je een sport alleen doet noem je het een Individuele sport: Bijv. atletiek (100 m sprint), wielrennen (tijdrit), boksen.
Als je samen met anderen sport, is het een teamsport en ga je samenwerken, afspreken hoe je speelt (spelregels: sportief spelen) of een tactiek afspreken om te winnen. Als je een sport kiest let je op je eigenschappen. Lichamelijke eigenschappen zijn: lenigheid, kracht, uithoudingsvermogen en snelheid. Karaktereigenschappen zijn: doorzettingsvermogen, concentratie, geduld en nauwkeurigheid. Bij het kiezen let je bijv. op hoeveel geld een sport kost of waar je de sport kunt doen en hoeveel tijd je aan de sport wilt besteden. Een mening betekent dat je iets vindt. De redenen voor een mening noem je argumenten.




Uitgebreide samenvatting, verhaalvorm, woorden gearceerd. Geen hoofdstukjes (kopjes')

Slide 6 - Tekstslide

Samenvatting B1: Een sport kiezen (2)


Redenen sporten: gezelligheid, gezondheid, werk. Dat maak waardevol (belangrijk). 
Inspanning:              lichamelijke of geestelijke inspanning. 
Soort sport:              Individuele sport (alleen): Bijv. atletiek (100 m sprint), wielrennen (tijdrit), boksen. 
                                       Teamsport (samen): Samenwerken, afspreken hoe je speelt of een tactiek afspreken om te winnen. 
Keuze, let op: 
                                        Lichamelijke eigenschappen: lenigheid, kracht, uithoudingsvermogen en snelheid. 
                                        Karaktereigenschappen: doorzettingsvermogen, concentratie, geduld en nauwkeurigheid. 
                                        Hoeveel geld kost het, waar doen, hoeveel tijd?

Een mening betekent dat je iets vindt. 
De redenen voor een mening noem je argumenten.

Samenvatting met 'kopjes', minder verhaal, woorden gearceerd

Slide 7 - Tekstslide

Samenvatting B1: Een sport kiezen (3)



Sporten is waardevol (belangrijk) om de redenen waarom men sport 
Inspanning: lichamelijke of geestelijke. 
Individuele sport of teamsport  (samenwerken, afspraken, tactiek)
Kiezen, let op: Lichamelijke eigenschappen - Karaktereigenschappen - kosten - waar - tijd
Voor een mening kun je argumenten geven



Hele korte samenvatting, woorden gearceerd, 'kopjes' gebruikt.
Welke manier past bij jou?
Wat maak jij liever? Een mindmap - schema - samenvatting?
Bij welke vakken pas je de mindmap - schema - samenvatting toe?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Je lichaam en sport
Deze orgaanselsels werken bijvoorbeeld samen:

1. bottenstelsel
2. spierstelsel
4. bloedvatenstelsel
5. ademhalingsstelsel

Orgaanstelsels moeten goed samenwerken

Slide 10 - Tekstslide

Tactiek
lichamelijke eigenschap
teamsport en soms individueel

Altijd een
 individuele sport
Karakter
eigenschap
concentratie

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 12 - Sleepvraag

Mindmap
voorbeelden
voet- hand- volleybal, hockey, boksen, acrogym, dance etc.
uitleg
je beoefent de sport meestal alleen: atletiek, tennis ....
uitleg
je beoefent de sport altijd samen, je maakt afspraken.
Jullie bedenken de tactiek en spelen sportief (regels).
belangrijk
Tactiek
Als je bij een toets iets moet uitleggen: Schrijf wat je vindt! Schrijf waarom je dat vindt, noteer argumenten!
vergeten
prijs / tijd / in de buurt

Slide 13 - Tekstslide

vergeten
prijs / tijd / in de buurt
Schema
met hoofdstukjes

Slide 14 - Tekstslide