Yvonne Wielaard
Lessen: Natuur en Zorg - Mentor - L.O.

D2BTh5 Relaties en seksualiteit: Herhaling

D2BTh5 
Relaties en seksualiteit: Herhaling
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

D2BTh5 
Relaties en seksualiteit: Herhaling
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Relaties en seksualiteit

Slide 2 - Tekstslide

Welke delen van
het voortplantingssstelsel
van de man ken je?

Slide 3 - Woordweb

Herhaling man

  • In de zaadballen ontstaan zaadcellen
  • De bijballen slaan zaadcellen op
  • Zaadleiders vervoeren zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen zaadvocht toe
  • Via de urinebuis komt sperma naar buiten

Slide 4 - Tekstslide

In volgorde: Q: R: S
A
Zaadblaas:Prostaat: Bijbal
B
Urineblaas:Prostaat: Teelbal
C
Prostaat:Zaadblaas: Teelbal
D
Urineblaas:Prostaat: Bijbal

Slide 5 - Quizvraag

Waaruit bestaat sperma?

Slide 6 - Open vraag

Welke delen van het
voortplantingsstelsel
van de vrouw ken je?

Slide 7 - Woordweb

Herhaling vrouw
  • Eierstokken -> hierin liggen de eicellen
  • Eicellen rijpen in een blaasje in de eierstok
     (ong. 20 eicellen doen hun best)
  • 1 eicel is 'de beste' deze is na 2 weken rijp
  • Bijna altijd gaat die ene eicel naar de eileider: ovulatie
  • Als de rijpe eicel in de eileider is, is de vrouw vruchtbaar
  • De eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder                                                           (wel of niet bevrucht)

Slide 8 - Tekstslide

Wat is 'de ovulatie'?
Noteer 1 woord.

Slide 9 - Open vraag

nr. 2
nr. 4 (blauw)
nr. 9
A
2: zaadleider 4: eierstok 9:baarmoederwand
B
2 zaadleider 4: zaadbal 9: urineblaas
C
2: eileider 4: eierstok 9: baarmoederslijmvlies
D
2: eileider 4: eierblaas 9: baarmoederwand

Slide 10 - Quizvraag

bevruchting
Bevruchting en innesteling
Je kunt het verhaal vanaf de eisprong t/m de innesteling vertellen

Slide 11 - Tekstslide

Volgorde van de voorzijde naar de achterzijde
bij de vrouw (in de schaamstreek):
A
clitoris, anus, vagina
B
vagina, anus, clitoris
C
clitoris, poepgat, anus
D
clitoris, vagina, anus

Slide 12 - Quizvraag

Menstruatiecyclus
  • Duurt ongeveer 28 dagen

  1. Eicel rijpt
  2. Baarmoederslijmvlies groeit
  3. Eisprong 
  4. Geen bevruchting                   -        Menstruatie
  5. Wel bevruchting                      -        Zwangerschap

Slide 13 - Tekstslide

Je ziet bovenaan een klein bolletje. Wat is dat?
A
De menstruatie
B
De eisprong = ovulatie
C
De afbraak van het baarmoederslijmvlies
D
Een zaadcel; eisprong

Slide 14 - Quizvraag

Hoe noem je de
4 tot 7 dagen
vóór de pijl?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Periode van vruchtbaarheid
D
Masturbatie

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel ml bloed verliest een meisje als ze menstrueert.
A
20
B
40
C
70
D
100

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel dagen duurt een menstruatiecyclus ongeveer?
A
10
B
14
C
28
D
35

Slide 17 - Quizvraag


Je ziet hier
A
Het inbrengen van een tampon
B
Een tampon zonder inbrenghuls
C
Een tampon met inbrenghuls
D
Een vrouwencondoom

Slide 18 - Quizvraag

Bevruchting:
Hoe en waar vindt het plaats en wat gebeurt er snel daarna?
Noteer woorden in volgorde.

Slide 19 - Open vraag

Deze tweeling is tot ontwikkeling gekomen
A
in 1 eileider
B
in 1 of 2 eileiders
C
in de eierstok
D
in de vagina

Slide 20 - Quizvraag

Welke seksuele voorkeuren ken je?
(seksuele diversiteit)

Slide 21 - Open vraag

Welke vormen van
seksueel geweld ken je?

Slide 22 - Woordweb

Hoe kun je een soa krijgen?
Noteer 2 woorden.

Slide 23 - Open vraag

Waar let je op als je
een condoom gebruikt?

Slide 24 - Woordweb

Een condoom

Hoe gebruik je een condoom?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

nu



laten de jongens zien

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Een vrouwencondoom?


Wat is dat en hoe gebruik je dat condoom?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Wat is een voordeel van een vrouwencondoom?
A
Je kunt het al uren voor je vrijt indoen
B
het is betrouwbaarder dan het mannencondoom
C
het is goedkoper dan het mannencondoom
D
Je kunt het meerdere keren gebruiken

Slide 31 - Quizvraag

Hoe en waarom gebruik je een beflapje?

(1 of meer antw. goed)
A
Het is een condoom en voorkomt soa.
B
Het wordt op de schaamlippen/vagina gelegd. Voorkomt soa.
C
Het wordt gebruikt bij tongzoenen
D
Tip: Eerst glijmiddel op de schaamlippen, dan het beflapje gebruiken

Slide 32 - Quizvraag

Wanneer is het verstandig om je te laten testen op een soa?

Slide 33 - Open vraag

Wat weet jij van Chlamydia?

Slide 34 - Open vraag

Chlamydia

- meest voorkomende soa in Nederland
- wordt veroorzaakt door bacterie
- is te genezen met antibioticum
- geeft lang niet altijd ziekteverschijnselen
- soms waterige afscheiding en pijn bij het plassen
- veroorzaakt onvruchtbaarheid

Slide 35 - Tekstslide

Wat weet je van chlamydia?
(1 of meer antw. goed)
A
Als iemand besmet is hoeft die persoon er niets van te merken
B
De veroorzaker is een bacterie
C
De chlamydia-bacterie zit vooral in de urinebuis / baarmoederhals
D
De bacterie kan in de eileider of bijbal aanwezig zijn. Vrouw kan onvruchtbaar worden.

Slide 36 - Quizvraag

Wat weet jij van Hiv en Aids?

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Video

Als iemand in Nederland Hiv besmet is, krijgt diegene zeker Aids
A
Nee, in Nederland zijn medicijnen die Hiv remmen
B
Ja, dat klopt, maar waarschijnlijk na ongeveer 5 jaar
C
Ja dat klopt, waarschijnlijk binnen 1 jaar
D
Als je Hiv besmet bent, heb je al Aids

Slide 39 - Quizvraag

Een seksuele relatie?
Wanneer ga jij aan zo'n relatie beginnen?

Slide 40 - Woordweb

25 % van de jongeren gebruikt
bij de 1e keer geen condoom
Hoe zou dat kunnen komen?

Slide 41 - Woordweb

50 % van de jongeren
vrijt zonder condoom als ze
3 maanden een vaste relatie hebben
(1 of meer antwoorden goed)
A
Een soa kan ook vanzelf verdwijnen. Na 3 maanden weet je dat je geen soa kunt oplopen.
B
Je partner kan wel een soa hebben ook al zijn er geen klachten
C
Als iemand daarvoor al een seksuele relatie heeft gehad is het is verstandig om eerst te testen
D
Na 3 maanden weet je echt wel of je iemand kunt vertrouwen. Als er geen klachten zijn is het geen probleem.

Slide 42 - Quizvraag

andere soa's
Genitale wratten: goedaardige afwijkingen van de huid op en rond de geslachtsdelen
oorzaak: virus
behandeling: zalf of wegbranden/bevriezen
Herpes genitalis: terugkomende blaasjes en zweertjes op en rond de geslachtsorganen
oorzaak: virus
behandeling: medicijnen om de groei van het virus te remmen.
géén genezing
Gonoroe: pus of slijm uit de urinebuis van mannen (vrouwen hebben vaak geen klachten)
oorzaak: bacterie
behandeling: antibiotica

Slide 43 - Tekstslide

Iemand zegt:
Jouw seksuele voorkeur is een keuze.
Wat vind jij?

Slide 44 - Open vraag

Karl zit al jarenlang in een vriendengroep. Hij ontdekt als hij 15 is, dat hij homo is.
Hij vertelt het zijn vrienden. Eén van zijn beste vrienden scheldt hem nu vaak uit.
Hoe of wat zal Karl nu voelen of denken?

Slide 45 - Open vraag

Coming-out
Wanneer doe je dat?
Wat heb je daarvoor nodig?

Slide 46 - Woordweb

Slide 47 - Video

Vrijen: wil   IK   het?
          wil IK het                                                ? 
          wil IK het       met  deze persoon  ?
          wil IK het                                         nu  ?
          wil IK het          hier, op deze plek  ?
          wil IK het               op deze manier ?       

Respecteer je eigen keuze. Een NEE van een ander is ook een NEE voor jou.
Alcohol en/of drugs hebben invloed op een Nee! 

Slide 48 - Tekstslide

Hoe breng je een tampon in?


Als je dat wilt weten, 
bekijk dan het volgende filmpje. 


Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video