D2BTh5 B6 Zwangerschap en geboorte

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 2

D2BTh5 

 B6:  Zwangerschap en geboorte

Info gebruikt van:

Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou

Biologiepagina.nl

Bioplek.org

Biologieweb.nl

e.a. 

De film: Becoming (eind 2018) - Jan van IJken

6.14 min met op de achtergrond 'onderwatergeluiden'

Het bevruchte eitje van een alpenwatersalamander ontwikkelt zich tot een beestje met een kloppend hart en een zichtbare bloedsomloop. In werkelijkheid duurt dit 3 à 4 weken. De opnamen zijn gemaakt  m.b.v. een traditionele laboratoriummiroscoop uit de jaren 70.

Volgorde: 

Bevruchte eicel die gaat delen in een doorzichtige schaal (time-lapsefotografie: om de minuut een foto). Video: De cellen gaan delen. De cellen gaan 'naar binnen': het maag-darm kanaal wordt aangelegd. Dan volgt de aanleg van de ruggegraad en de hersenen (beeld: dichtvouwen). 

De cellen zoeken hun plek ze lijken op reis te gaan. De cellen 'weten' wat ze ze zijn: een spiercel, een oogcel een kieuwcel. Je ziet het hartje kloppen. De ontwikkeling van bijv. het oog en de kieuwen zijn in beeld.  Eerst breekt het embryo uit het binnenste vlies, daarna door het buitenste. 

Leerdoel

1. Je leert welke veranderingen er in het lichaam van de vrouw plaatsvinden

   tijdens de zwangerschap

2. Je leert de delen van de baarmoeder met de embryo te benoemen

3. Je leert de functies en de kenmerken van de baarmoeder met de embryo

Opdrachten (huiswerk)

Handboek:   Lezen blz. 50 t/m 52

                         Noteer de gekleurde woorden in je schrift.

Werkboek blz. 55 t/m 57

Maak opdracht: 27 t/m 31

Zwangerschap en geboorte

Wat wil je vragen over relaties en seksualiteit?  

Stop je vraag in de doos (zonder of met je naam). Elke les worden een paar vragen beantwoord.

Afspraak: 

Gebruik woorden die tijdens de les N&Z worden gebruikt (ze staan in het boek). 

Geen onzinvragen, dat zou jammer zijn van de tijd :)

Vragen die gesteld worden, worden gesteld met respect voor iedereen, ongeacht de seksuele voorkeur.

bevruchting

Bevruchting en innesteling

Je kunt het verhaal vanaf de eisprong t/m de innesteling vertellen

In de baarmoeder

• Het vruchtwater beschermt het embryo tegen stoten
• De vruchtvliezen zitten om het vruchtwater
• De plaats waar innesteling plaatsvindt:  moederkoek/placenta
• De Moederkoek is weefsel met veel bloedvaten

• De navelstreng (met bloedvaten)  is met moederkoek verbonden.  

       Van de moeder gaan voedingsstoffen en zuurstof naar het kind.

       Van het kind gaan afvalstoffen en koolstofdioxide naar de moeder.

Zwanger

Vijf tot zeven dagen na de ovulatie vindt de innesteling plaats van de bevruchte eicel.

Als na 28 dagen het baarmoederslijmvlies niet afgestoten wordt, vindt er geen menstruatie plaats.

De vrouw is dan zwanger.

Na de innesteling: geen menstruatie!

Voeding van de embryo

Een embryo (foetus) is een kindje dat zich ontwikkelt in de baarmoeder.

Het baarmoederslijmvlies zorgt de eerst 2 weken voor de voeding van de embryo. 

Daarna krijgt de embryo de voeding vanuit de moederkoek, de placenta. Dit is een speciaal deel van de baarmoederwand / baarmoederslijmvlies. 

Het bloed van de moeder en de embryo stroomt daar vlak langs elkaar. Daardoor kunnen stoffen worden uitgewisseld. Zuurstof en voedingsstoffen gaan uit het bloed van de moeder naar het bloed van de embryo. Afvalstoffen en koolstofdioxide gaat van het bloed van de embryo naar het bloed van de moeder. Door de navelstreng is de embryo verbonden met de placenta.

Embryo, placenta, navelstreng, baarmoeder en vagina

Embryo met 2 vruchtvliezen, vruchtwater en placenta (12 weken)

Binnen de 2 vruchtvliezen zit vloeistof, het vruchtwater. 

De embryo drijft in het vruchtwater en wordt beschermd tegen stoten, uitdroging en temperatuurverschillen. De embryo kan hierin ook gemakkelijk bewegen.

echoscopie

De embryo is zichtbaar in de baarmoeder

NIET leren.

Het vruchtwater ontstaat in de eerst 14 weken uit vocht vanuit het bloed van de moeder. Het bestaat uit 1 liter water met wat zouten en cellen van de embryo. Om het vrchtwater liggen 2 vliezen. Na 4 maanden slikt en urineert de embryo (recyling). Het vruchtwater blijft van goede kwaliteit omdat het elke 3 uur ververst wordt (in contact met bloed van de moeder). Het heeft de juiste temperatuur. De embryo kan bewegen, leert slikken en de navelstreng wordt niet dichtgedrukt. Het beschermt tegen stoten en infecties. Het is helder vocht.

Het lichaam van de moeder verandert tijdens de zwangerschap

De melkklieren in de borsten ontwikkelen zich. De borsten worden groter.

Bevalling

Na ongeveer 9 maanden volgt de geboorte (bevalling). 

Via de vagina komt de embryo naar buiten.

3 Fasen van het geboorteproces zijn:

- ontsluiting

- uitdrijving

- nageboorte

Ontsluiting

Door weeën gaat de baarmoedermond open.

Weeën zijn samentrekkingen van de spieren in de baarmoederwand. Ze vinden met tussenpozen plaats.De weeën worden steeds krachtiger.

De vruchtvliezen breken.

Uitdrijving

Als de baarmoedermond ver genoeg open is kan de embryo naar buiten.

Persweeën duwen de baby naar buiten.

Na de geboorte

Bij de moeder:

Na de geboorte zijn er wat lichte weeën die de moederkoek, de vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten duwen.

Bij de baby:

De baby begint meestal na de geboorte meteen te huilen.

De ademhaling is daarmee op gang gekomen.

De verloskundige maakt het mondje schoon.

De navelstreng wordt afgeklemd met klemmetjes

De navelstreng wordt doorgeknipt. 

Het stompje van de navelstreng valt er naar een paar dagen af. Op die plek ontstaat de navel. Het is een litteken op de buik. 

Nageboorte met o.a. de placenta (moederkoek):    15 tot 20 cm in doorsnede en 2 tot 3 cm dik. 

Het gewicht is 500 tot 600 gram.

Wordt een vrouw tijdens de zwangerschap ongesteld?

1. ja
2. nee

Als je de pil slikt kun je
niet zwanger worden

1. klopt niet, ook als je de pil volgens voorschrift slikt kun je zwanger worden
2. Je mag de pil maximaal 1 x vergeten, bij vaker ben je niet meer voldoende beschermd
3. klopt, mits je hem volgens het voorschrift gebruikt.
4. Je mag de pil maximaal 3 x vergeten, bij vaker ben je niet meer voldoende beschermd

Waarvoor dient de opbouw van het baarmoederslijmvlies?

1. Om bevruchting mogelijk te maken
2. Om innesteling mogelijk te maken
3. Om menstruatie mogelijk te maken
4. Om de ovulatie mogelijk te maken

Ontsluiting

Uitdrijving

Nageboorte

Baarmoederhals wordt wijder

Kind wordt naar buiten geperst

Placenta en vruchtvliezen verlaten het lichaam

In welke periode vindt waarschijnlijk ovulatie plaats?

1. In de periode van dag 1 tot dag 3
2. In de periode van dag 13 tot dag 15
3. In de periode van dag 26 tot dag 28
4. Dat weet je niet, dat is elke 4 weken weer helemaal anders

In de afbeelding zijn de veranderingen in het baarmoederslijmvlies van een zwangere vrouw gedurende een periode van 6 weken schematisch weergegeven.

In welke periode heeft de innesteling plaatsgevonden?

1. In periode P
2. In periode Q
3. In periode R
4. Tussen dag 28 en 35

nr. 1

1. moederwand
2. placenta
3. vruchtvlies
4. ovulatie

Wat gaat via nr. 1
van de embryo terug naar de moeder?

1. afvalstoffen
2. koolstofdioxide
3. zuurstof
4. A en B

nr. 3

1. baby
2. zygote
3. moeder
4. embryo

In welk deel vindt de innesteling van de bevruchte eicel plaats?

1. nr. 1
2. nr. 5
3. nr. 4
4. daar staat geen nummer bij

nr. 4

1. placenta
2. zygote
3. vruchtvlies
4. baarmoederwand

nr. 5

1. placenta
2. vruchtwater
3. vruchtvlies
4. baarmoedervocht

nr. 2

1. vruchtvlies
2. placenta
3. navelstreng
4. moederkoek

Wat gaat via nr. 2 naar de embryo?

1. zuurstof
2. voedingsstoffen
3. afvalstoffen
4. Antwoord A en B

Al vroeg in de ontwikkeling van een embryo van de mens wordt het hart gevormd. Hieronder staan twee beweringen over dit hart.
1. Door dit hart stroomt bloed dat afkomstig is van het embryo en bloed dat afkomstig is van de moeder.
2.Het hart pompt bloed door het embryo en door een deel van de placenta.
Welke van de beweringen is (zijn) juist?

1. geen van beide beweringen
2. alleen bewering 1
3. alleen bewering 2
4. beide beweringen

Een zwangere vrouw neemt een geneesmiddel in. Dit geneesmiddel komt via haar bloed in de foetus terecht. Op welke van de genummerde plaatsen komt het geneesmiddel van het bloed van de moeder in het bloed van de foetus terecht?

1. Op plaats 1
2. Op plaats 2
3. Op plaats 3
4. Op plaats 4

Drie beweringen over de betekenis van het vruchtwater voor het embryo.

1. Door vruchtwater wordt het embryo beschermd tegen schokken.
2. Uit het vruchtwater neemt het embryo de benodigde zuurstof op.
3. In het vruchtwater kan het embryo zich bewegen.

Welke beweringen is (zijn) juist?

1. 1 en 2
2. 1 en 3
3. 2 en 3
4. Alle

In de afbeelding is een deel van de placenta met een deel van de
navelstreng schematisch getekend.

Bloedvat P:

P

1. is zuurstofrijk, bevat veel afvalstoffen
2. is zuurstofrijk, bevat weinig afvalstoffen
3. is zuurstofarm, bevat veel afvalstoffen
4. is zuurstofarm, bevat weinig afvalstoffen.

De geboorte van een kind begint met samentrekking van spieren in de baarmoederwand. Hoe heten deze samentrekkingen?

1. ontsluiting
2. weeën
3. uitdrijving
4. nageboorte

Bij de geboorte kunnen de volgende fasen worden onderscheiden.

1. de nageboorte
2. de ontsluiting
3. de uitdrijving

Wat is de juiste volgorde van deze fasen?

1. 2-3-1
2. 1-3-2
3. 1-2-3
4. 3-2-1

Tijdens welke fase van de geboorte
scheuren de vruchtvliezen en loopt het vruchtwater weg?

1. weeën
2. nageboorte
3. ontsluiting
4. uitdrijving

Tijdens welke fase verlaat de placenta het moederlichaam?

1. weeën
2. na de geboorte (nageboorte)
3. ontsluiting
4. uitdrijving

Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?

1. weeën
2. nageboorte
3. ontsluiting
4. uitdrijving

Welke fasen zijn er bij de bevalling?

Wat is de functie van het huilen van een pasgeboren baby?

Wat zijn weeën?

Wat is een embryo?

Vruchtvliezen, wat zijn dat?

Wat is de placenta en wat is de functie?

Functie van de vruchtvliezen:

Zet in juiste volgorde:
weeën -- bevalling -- innesteling -- bevruchte eicel groeit uit tot een klompje cellen -- de embryo ontwikkelt zich -- ovulatie -- bevruchting --

Leerdoel

1. Je weet en kunt uitleggen welke veranderingen er in het lichaam van de vrouw 

   plaatsvinden tijdens de zwangerschap.

2. Je weet en kunt uitleggen welke delen van de baarmoeder met de embryo te

    herkennen zijn.

3. Je weet en kunt uitleggen wat de functies en kenmerken van de baarmoeder met

    de embryo er zijn.

Wat heb je geleerd?

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Kindje

Na innesteling -> ontstaan alle organen

Na 8 wk-> al een klein mensje

nu groeit de embryo alleen nog maar ...