Yvonne Wielaard
Lessen: Natuur en Zorg - Mentor - L.O.

Wld: Motivatie Afleiders Beter resultaat

Hoe raak je minder afgeleid?   
Wld
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe raak je minder afgeleid?   
Wld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elke dag komt er heel veel informatie op je af.
Op welke manieren krijg jij informatie binnen?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor word jij wel eens afgeleid?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Afgeleid?
   'ik raak zo gemakkelijk afgeleid'

- Ben je aan het leren en denk je:   
    '... ik ga / moet ook nog even ...'?
 - Heb je wel eens een tekst gelezen, 
    en denk je: "Waar ging het eigenlijk
    over"? 
- Het huiswerk:
   Het kost vaak ZOVÉÉL  tijd 

                   Heb jij dat wel eens?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is het wel eens 'druk in je hoofd"
Hoe komt dat?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Prikkels

heel
veel
prikkels

Deze les gaat over: 


Afleiding
Concentratie

en

Presteren

Slide 6 - Tekstslide

.

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Concentratie = Prestatie
Hoe snel en hoeveel vergeet jij iets van wat je interessant vindt?



80 % 
ben je vergeten 
na een week

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je bent aan het leren, er komt een paar keer een Whatsapp-bericht binnen. Je kijkt er even naar en je gaat weer verder leren.
Wetenschappelijk onderzoek 1:

Je wisselt van taak ==> Gevolg: 

Je doet 40 % langer over je leerwerk!


Je hersenen werken alsof je een hele nacht niet geslapen hebt! Gaap!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je bent aan het leren met je Ipad, er is een pop-up van instagram. Je kijkt er even naar en je gaat weer verder leren. 
Wetenschappelijk onderzoek 2:

Hersteltijd na elke wisseling van taak

10 á 23 minuten


Tijdens de hersteltijd moet je 'er weer inkomen'. Je bent wel aan het werk maar het kost meer tijd, het kost extra moeite en je maakt meer fouten.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je bent aan het leren, je mobiel trilt, je ziet een afbeelding. Je kijkt er even naar en je gaat weer leren.
Je wisselt van taak:

Gevolg voor het maken van fouten:

Je maakt 20 % meer fouten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manier ben je geconcentreerder aan het werk
A
door heel iets langzamer te lezen of te schrijven
B
door vaak tussendoor iets anders te doen
C
door tussendoor vaak even op je mobiel te kijken :)
D
door heel iets sneller te lezen of te schrijven

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel je voor dat je voor 1 uur huiswerk hebt.
Je krijgt op je telefoon een paar keer een WhatsApp-bericht binnen. In totaal kijk je 3 x 1 minuut op je telefoon.
Hoe lang doe je dan in elk geval over het huiswerk volgens het 2e wetenschappelijke onderzoek
A
Ong. 60 + 30 = 90 minuten Dus: 1 uur en 30 minuten
B
60 + 3 minuten want zolang kijk je op je telefoon
C
Gewoon 60 minuten
D
Ongeveer 2 uur

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel % meer fouten maak je als je
regelmatig afgeleid wordt tijdens je werk?

A
10 %
B
20 %
C
30 %
D
40 %

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Nodig: A4 en pen.
Neem het A4, horizontaal voor je.

Op het teken van de docent  (de docent noemt elke 5 sec, tot .... 35 sec).
Noteer eerst de zin, noteer daarna onder de letters de getallen 1 t/m 41

I k  z i t   i n  d e  b r u g k l a s  op  de  Waerdenborch  in  Holten
12 345   67  8 9  10                etc.                                                                     41

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
Nodig: A4 en pen.
Neem een A4, horizontaal voor je.

Op het teken van de docent (de docent neemt de tijd op); 
Elke 5 sec. wordt door de docent benoemd.

Noteer nu om de beurt een letter van de zin en een getal:
i    k    z    i    t    i
1   2   3   4   5   

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was je ervaring?
   Vond je het irritant? 
- Kostte het meer inspanning bij opdracht 2?
- Kostte het meer tijd om verder te komen in de zin/getallen?


Elke keer als je wisselt van taak (letter-getal) kost dat je hersenen extra energie! (= tijd en inspanning) 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wissel van taak: Hersteltijd

Elke keer als je wisselt van taak kost dat je hersenen energie.

- Je maakt meer fouten! (tot wel 20 %)

- Het kost je meer tijd! 
   * 1 appje kost jou minimaal 10 minuten hersteltijd! 
   * Vaker appen kost wel 23 minuten hersteltijd)


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat voelde je tijdens opdrachten?

Was het de tweede keer irritanter dat de docent het aantal sec. benoemde?

Conclusie: 
De omgeving heeft invloed op het uitoefenen van je taak.

Als jij contstant aan het afwisselen bent van taken, kan het zijn dat jij je omgeving als veel irritanter ervaart tijdens een taak.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratie = Prestatie
Tips:
  • Lees/schrijf heel iets sneller
  • Beperk het aantal wisselingen van taken
  • Zet de berichtgeving uit als je met je IPad/Telefoon werkt (vergrendel!)
  • Leg je telefoon/IPad weg als je deze niet nodig hebt tijdens je werk
  • Bij lezen bepalen je ogen de snelheid maar..... gebruik een trucje 
  • Beperk de invloed van de omgeving (geluid en beeld)
  • Geen zicht op iets wat jou afleidt 
  • Geen geluid dat jou afleidt.





trucje
Trucje: Bij een langere tekst worden je ogen moe. Gebruik een pen waarmee je 'over de tekst beweegt' en de snelheid aangeeft. Je houdt makkelijker een wat hogere snelheid en je focus is beter!
Tip
Probeer zoveel mogelijk woorden van een regel te zien. Probeer meerdere woorden tegelijk te lezen (dit noem je hoppen). Als je blikveld breder is, lees je sneller en heb je meer focus

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7

Je kunt maar 7 begrippen / woordjes / getallen binnen korte tijd leren.

Leer in blokjes van 7. 

Ken je de eerst 7 ..... ga dan door naar de volgende 7.

Leer dus geen lijst van 20 woordjes in 1 x.

Iets wat je lastig vindt, schrijf je op een apart lijstje.
Het 'lastige lijstje' mag uit 7 onderdelen bestaan.
Dat lijstje herhaal je extra!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beter luisteren tijdens de les:
Tip: Maak tijdens het luisteren tijdens de les 'nutteloze tekeningetjes' (droedels). 




  • Het tekenen kost jou geen hersenactiviteit en voorkomt dat je afgeleid wordt.

  • Hierdoor kun je 1/3 (33%) meer (en beter) onthouden en later dus weer terughalen.

Werkt dat bij jou?

Teken geen paard of trekker of zoiets! Dat leidt alleen maar af!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarschuwing: De volgende slide is alleen voor de docent!




Zet onder aan de pagina "deel scherm" even uit als je dat hebt aanstaan!

Dit geldt ook voor het grote tv-scherm!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onzichtbaar voor de lln: Instructie voor de docent!

  • Verdeel de klas in 6/7 groepjes van 4 lln.
  • Geef elke leerling een A4 of A5 blaadje.
  • Direct nadat je de opdracht hebt gegeven en leerlingen begonnen zijn:

  1. De helft van de groepjes vertel je zachtjes dat ze een beloning krijgen áls ze de opdracht goed doen (snoepje/lolly/5 min. vrije tijd/...)! 
     Het is een geheim: lln moeten dit niet gaan roepen door de klas!
  
 2. De andere helft van de groepjes krijgt dit niet te horen!
     Zij werken 'gewoon' aan de opdracht.

 


De opdracht vind je op de volgende slide.
Díe toon je de leerlingen.
Deze slide 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht

                    Teken zo goed mogelijk deze figuur na! (op een A4 of A5)


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een beloning motiveert!

De groepjes die een beloning in het vooruitzicht hadden deden waarschijnlijk beter hun best! (met waarschijnlijk ook een beter resultaat!)


Voor de docent: Als het is gelukt krijgen ze vanzelfsprekend hun beloning!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jezelf belonen!

Geen zin in schooltaken?

Motiveer jezelf!


Soms heb je gewoon geen zin. Of je vindt wat je moet doen superstom. 

Maar soms moet je het toch écht doen! 

Wat doe je dan? Het is dan handig dat je jezelf kunt motiveren. 

Dat betekent dat je zin maakt en het tóch gaat doen.



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe motiveer je jezelf?

De gouden tip:



Bedenk een beloning voor als je klaar bent.


Een beloning is iets leuks dat je jezelf belooft. 

Bijvoorbeeld: 

Als ik alle rekensommen af heb, mag ik een half uur buiten voetballen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke beloning kan jou motiveren?
Bedenk er een die haalbaar is!!!

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke tip ga je gebruiken om minder afgeleid te werken?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang kun jij geconcentreerd lezen?
Als je DAT weet kun je daarna bepalen waarmee je afwisselt:
Lezen
             - pauze (Nadeel: minimaal 10 min. en daarna heb je ook nog opstarttijd)
Lezen 

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - 

Lezen 
            - samenvatting maken / opdrachten maken over dezelfde lesstof. 
              (je spreekt andere delen van je hersenen aan)
Lezen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

   Reactie/ Respons: 

- Je concentreert je, 
   je hebt je aandacht
   'erbij'.
- Je onthoudt wat je 
   hebt geleerd (hw).
- Je weet de volgorde
  waarin je iets gaat 
  aanpakken/vertellen.
- Je overziet wat er 
   komt. 
- Je weet/kunt plannen
- Je gaat iets doen: 
   spreken, denken, 
   bewegen. Contact 
   met anderen maken 
   en onderhouden.
- Je onthoudt wat je 
  hebt meegemaakt. 
   Je herkent het voor
   een volgende keer.







      Het is 'nogal' 
   druk in je hoofd.

Tegenwoordig zijn er veel meer prikkels dan vroeger.

Bij de één is het
drukker in het hoofd 
dan bij de ander.

Bij de één wordt
de informatie anders verwerkt dan bij de ander.

Bij sommige mensen zijn het allemaal losse onderdelen die weinig samenwerken
(best lastig).



Slide 33 - Tekstslide

Deze slide
Geeft heel veel prikkels:
kleuren - veel tekst - veel pijlen - veel informatie .....

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies