Yvonne Wielaard
Lessen: Natuur en Zorg - Mentor - L.O.

Microscopie uienrok - Wld

Microscopie: Uienrok
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Microscopie: Uienrok

Slide 1 - Tekstslide

Neem eerst de hele les door
Ja, eerst alles lezen en bekijken! 
Je weet WAT en HOE je het moet doen.

Het kost je 10 minuten maar daarna werk je goed en snel.
Niet alles gelezen, fouten gemaakt, niet alles gedaan.
Geen paraaf van de docent!

Pfff, weer opnieuw beginnen of corrigeren.
Opdracht helemaal en goed doorgelezen. Alles gedaan en op de juiste manier! Goede beoordeling van de docent: Compliment!
Iedereen moet de opdracht met een voldoende afsluiten.
Wie ben jij? 

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk / Lees de volgende 6 slides
(tot opruimen)
Doe de praktijk  (incl. beoordelen)
Ruim op

Doe daarna de rest van deze les



Slide 3 - Tekstslide

Preparaat Ui
Een ui bestaat uit rokken. Dit zijn sterk verkorte en verdikte 
witte bladeren. Er zitten geen bladgroenkorrels in. 
Wel bevatten de rokken veel reservevoedsel. Dit reservevoedsel is zetmeel. 

Aan de buitenkant van een rok zit aan beide kanten een dun velletje. Dat velletje wordt de opperhuid genoemd. De opperhuid bestaat uit cellen die er ongeveer hetzelfde uitzien en ook dezelfde taak hebben. Men noemt zo'n groep cellen een weefsel.
De cellen van de opperhuid hebben tot taak de bescherming van de andere cellen van de rok. Zo'n weefsel noemt men dekweefsel. Het dekweefsel van planten wordt dus opperhuid genoemd. De opperhuid bestaat meestal uit één cellaag.

Slide 4 - Tekstslide

Lees dit door, bekijk het filmpje. 
Maak daarna het preparaat van de uienrok
Je maakt het preparaat op je eigen tafel / je bureau. 
  • 1 druppel jodium op het objectglas
       
  • dun vliesje van de ui losmaken

  • het object (het vliesje) in de druppel leggen (niet dubbel!)
  • dekglaasje er op (zorg dat er geen luchtbellen ontstaan)
  • evt. teveel aan vocht weg halen (deppen met een doekje)




    Door de kleuring zijn de onderdelen beter zichtbaar. Doe een witte jas aan!

    Slide 5 - Tekstslide

    Preparaat RODE ui
    In het filmpje over het maken van het preparaat (witte ui) wordt een druppel jodium gebruikt.

    Preparaat rode ui:
    1. Geen lab-jas
    2. Geen jodium
    3. In plaats van jodium gebruik je een druppel water

    Slide 6 - Tekstslide

    Slide 7 - Video


    Teken de gekozen cel groot (ongeveer 7 cm: vorm in verhouding)
    • teken strakke lijnen (niet schetsen)
    • teken wat je ziet (gum zo weinig mogelijk, er zijn geen gumlijnen te zien)
    • vul het bijschrift in
    • gebruik een scherp hb-potlood, druk niet te hard / niet te zacht/ niet te dik
    • teken met gesloten lijnen
    • niet inkleuren wat je getekend hebt
    • verhoudingen tussen wat je ziet behouden
                        Maak een schematische tekening van 1 cel

     Werk met het 'microscopie - papier' 
    Teken naast de gekozen cel alleen een deel van de randen 
    van de aangrenzende cellen 
    Benoem de onderdelen. Trek horizontale lijnen opzij met een liniaal 
    Benoem: Celwand, de kern, celplasma(cytoplasma) en de vacuole  (soms zie je ook nog kernlichaampjes).
    Benoemen: De lijnen lopen horizontaal en parallel - De benoemde onderdelen staan precies onder elkaar

    Slide 8 - Tekstslide

    Beoordeling schematische tekening
    1. Beoordeel je eigen tekening
    2. Laat je tekening door klasgenoten beoordelen
    3. Laat je werk aan de docent zien
    4. Bij voldoende ontvang je een paraaf

    Slide 9 - Tekstslide

    Opruimen - inleveren - opdrachten maken
    1. Dopje ervoor (draai aan de revolver)
    2. Tafel naar beneden (draai aan de grote stelschroef)
    3. Preparaat verwijderen 
    4. Tafel van de microscoop 'in het midden'
    5. Lampje uit
    6. Dekglaasje weggooien
    7. Objectglas en andere materialen inleveren
    8. Microscoop opruimen 
           Draag de microscoop midden voor je lichaam, vasthouden aan de voet en het statief 

      9. Werkplek is schoon
    10. Gemaakte werk inleveren bij de docent of in je schrift plakken

    Slide 10 - Tekstslide

    Bij welk nummer wordt
    de celkern aangegeven?1
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    4

    Slide 11 - Quizvraag

    Bij welk nummer wordt
    de vacuole aangegeven?1
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    4

    Slide 12 - Quizvraag

    Bij welk nummer wordt
    de celwand aangegeven?1
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    4

    Slide 13 - Quizvraag

    Bij welk nummer wordt
    het cytoplasma aangegeven?
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    4

    Slide 14 - Quizvraag

    Uienbol
    In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. Fotosynthese gebeurt alleen onder invloed van licht. Omdat een uienbol zich onder de grond bevindt waar geen zonlicht komt, bevat een cel van een uienbol geen bladgroenkorrels.

    In de groene delen van de uienbol (de groene bladeren die zich boven de grond bevinden) vindt wel fotosynthese plaats.

    Slide 15 - Tekstslide

    Celonderdelen van een plant
    De celwand geeft stevigheid aan een plant.
    Cytoplasma is een vloeistof waarin zich organellen bevinden.
    Een celmembraan (dun vliesje) zit om het cytoplasma heen. 
    In bladgroenkorrels (groene bolletjes) vindt fotosynthese plaats.
    In zetmeelkorrels kan een plant zetmeel opslaan.
    De celkern stuurt processen aan die in de cel / plant plaatsvinden

    De vacuole bevat vocht, de vacuole 'duwt' andere onderdelen van een cel opzij. 
    Daardoor wordt het geheel een nog steviger geheel. De vacuole bevat ook voedingsstoffen.

    Sommige planten bevatten kleurstofkorrels, die geven de plant een kleur (wortel).

    plastiden
    bladgroenkorrels, zetmeelkorrels  en kleurstofkorrels zijn 'plastiden'.
    Dit hoef je niet te leren.

    Slide 16 - Tekstslide

    fotosynthese en verbranding
    Fotosynthese is het proces waarmee een plant voedsel (glucose) en zuurstof maakt. Een plant is het enige levende organisme dat zelf zijn voedsel kan maken. Dat gebeurt in de groene onderdelen van een plant (m.b.v. de bladgroenkorrels).

    Schrijf over en vul de antwoorden in op het biologie papier. Gebruik de afbeelding van de uienplant.

    1. In de cel van het preparaat van de ui zijn 
        Ja  /   Nee  bladgroenkorrels te zien. 
    2. Er vindt  WEL  /  Niet fotosynthese plaats in de 
        cellen van de uienplant. Dat komt doordat (leg uit)

    fotosynthese
    groene delen van een plant
    verbranding o.a. in alle
    lichaamscellen mens - dier

    Slide 17 - Tekstslide