Yvonne Wielaard
Lessen: Natuur en Zorg - Mentor - L.O.

D1BTh5 B4 Zien - oefenen

D1BTh5 B4
Zien
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D1BTh5 B4
Zien
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je (al) over het oog?

1. Ken je de onderdelen het oog?
2. Ken je de functies van de onderdelen van het oog
3. Kun je uitleggen hoe je ziet?
4. Ken je de organen rond het oog?
5. Weet je de functies van de organen die rond het oog liggen? 
6. Kun je uitleggen hoe het zit van prikkel tot respons m.b.t. zien?

Slide 2 - Tekstslide

                           is de                           prikkel voor het oog.

Geluid is de                           prikkel voor het                       

Een prikkel wordt pas waargenomen als de                            hoog genoeg is. 
Dan wordt het elektrische signaal omgezet in een         
adequate
 oor 
adequate
licht
drempelwaarde 
impuls 

Slide 3 - Sleepvraag

Deze zorgt ervoor dat het beeld op de gele vlek terechtkomt
A
De iris
B
Het netvlies
C
De blinde vlek
D
De lens

Slide 4 - Quizvraag


Wat is NIETWAAR over
traanklieren traanbuizen
en traanvocht
A
Traanbuizen vervoeren het traanvocht naar de neusholte
B
Traanklieren maken traanvocht, dat voorkomt het uitdrogen van de ogen
C
Traanvocht spoelt kleine vuiltjes of prikkelende stoffen weg
D
De traanklieren vervoeren het traanvocht naar de neusholte

Slide 5 - Quizvraag

In volgorde
1 - 9 - 10
A
1: hoornvlies 9: pupil 10: blinde vlek
B
1: harde oogvlies 9: vaatvlies 10: blinde vlek
C
1: harde oogvlies 9: iris 10: gele vlek
D
1: harde oogvlies 9: iris 10: blinde vlek

Slide 6 - Quizvraag


wenkbrauw

traanklier

traanbuis

pupil

wimper

iris

ooglid

Harde oogvlies

Slide 7 - Sleepvraag


Nummer 6

(1 of meer antw. goed)
A
hier zie je het meest scherp
B
dit is de blinde vlek
C
in het centrum van het netvlies
D
dit is de gele vlek

Slide 8 - Quizvraag

nr. 8
nr. 4
nr. 10
nr. 5
Lens
Iris
netvlies
zenuw

Slide 9 - Sleepvraag

Wat klopt?
De iris .....
(1 of meer antw. goed)
A
is het vaatvlies
B
is het regenboogvlies
C
is het netvlies
D
is het gekleurde deel van het oog dat je ziet

Slide 10 - Quizvraag

1. Oogspier: draaien het oog in de juiste richting

2. Harde oogvlies: beschermt het binnenste van
het oog
A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 11 - Quizvraag

1. Door de traanbuizen wordt het traanvocht
afgevoerd naar de neusholte

2: De pupil is een vliesje
A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 12 - Quizvraag

1. Het netvlies bevat de gezichtszenuwcellen

2: De gele vlek is een plek waarop geen
gezichtszenuwcellen liggen
A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 13 - Quizvraag

1. De gele vlek is de plaats in het centrum van het
netvlies waarmee je het scherpst kunt zien
2. Het hoornvlies beschermt de iris en de pupil
A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 14 - Quizvraag

nr. 11
nr. 7
nr. 3

nr. 6


Laat licht door
zorgt voor voedingsstoffen en zuurstof

Beeld is scherp

beeld niet te zien

Slide 15 - Sleepvraag

Gezichts-zintuigcellen:
Deze zintuigcellen in het netvlies nemen lichtprikkels waar en zetten de lichtprikkels om in impulsen.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 16 - Quizvraag

nr. 8
nr. 4
nr. 10
nr. 5
Verkleint en draait het beeld om
Regelt de hoeveelheid licht
Zet lichtprikkels om in impulsen

verstuurt impuls

Slide 17 - Sleepvraag

Hoe noem je de plaats waar de oogzenuw het oog verlaat; (deze bevat geen gezichtszintuigcellen)
A
De gele vlek
B
Het netvlies
C
Het harde oogrok
D
De blinde vlek

Slide 18 - Quizvraag

De oogzenuw verbindt de volgende onderdelen met elkaar
A
het netvlies en de hersenen
B
het netvlies en de lens
C
de pupil en het netvlies
D
de hersenen en de lens

Slide 19 - Quizvraag

Traanvocht zorgt ervoor dat de ogen niet uitdrogen en spoelt kleine stofjes en prikkelende stoffen weg
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 20 - Quizvraag