Yuverta

productie en markt, productiefactoren, tvw

Wat gaan we vandaag doen?
  • uitleg hoofdstuk 6 paragraaf 1
  • opdrachten ivm filmpje
  • opdrachten bespreken
  • maken opdrachten paragraaf 1
  • wat hebben we geleerd deze les?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
  • uitleg hoofdstuk 6 paragraaf 1
  • opdrachten ivm filmpje
  • opdrachten bespreken
  • maken opdrachten paragraaf 1
  • wat hebben we geleerd deze les?

Slide 1 - Tekstslide



Uitleg hoofdstuk 6 paragraaf 1

Slide 2 - Tekstslide



Formele sector:

  • Betaald werk, waarover belasting en sociale premies wordt betaald


Informele sector:

  • Grijs werk: onbetaald werk


  • Zwart werk: betaald werk, zonder belasting en sociale premies te betalen. Dit is strafbaar!
Er is nog een verdeling in 2 sectoren naast de productiesectoren.

Slide 3 - Tekstslide

6.1 Hoe wordt er geproduceerd
  • Kapitaal
  • Arbeid
  • Natuur
  • Ondernemerschap
Kapitaal:
alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je langere tijd bij de productie gebruikt, zoals machines, gebouwen en voertuigen.
Arbeid:
de lichamelijke en geestelijke inspanningen die de mensen bij de productie leveren
Natuur:
Alles wat de natuur levert. Bijvoorbeeld de grond zelf, grondstoffen, aardolie en aardgas
Ondernemerschap:
de activiteiten van de ondernemer, die het productieproces organiseert en leidt.

Slide 4 - Tekstslide

6.1 Hoe wordt er geproduceerd
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
VERGOEDING
  • huur, rente
  • loon
  • pacht
  • winst

Slide 5 - Tekstslide

  • In het verleden was het kano-bedrijf arbeidsintensief
  • de productie  komt vooral door menselijke arbeid tot stand
arbeidsintensief:
bedrijven met hoge arbeidskosten, omdat de productie daar vooral tot stand komt door menselijke arbeid (vaak dienstverlenende bedrijven)
6.1 Hoe wordt er geproduceerd

  • Tegenwoordig is het kano-bedrijf kapitaalintensief
  • er wordt naar verhouding meer gebruik gemaakt van kapitaalgoederen


kapitaalintensief:
bedrijven die in verhouding veel gebruik maken van kapitaalgoederen. Zij hebben ook hoge afschrijvingskosten

Slide 6 - Tekstslide

De investeringen in kapitaalgoederen worden elk jaar minder waard.
Afschrijving:
De jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen
6.1 Hoe wordt er geproduceerd
  • Afschrijving per jaar =
  • (aanschafwaarde -restwaarde)
  •         aantal gebruiksjaren  

Slide 7 - Tekstslide

6.1 Hoe wordt er geproduceerd
Van boom tot kano in de winkel
  • Houthandel
  • Kano-fabriek
  • Groothandel
  • Buitensportwinkel
  • Houthakkers

Slide 8 - Tekstslide

6.1 Hoe wordt er geproduceerd
Van boom tot kano in de winkel
  • Houthandel
  • Kano-fabriek
  • Groothandel
  • Buitensportwinkel
  • Houthakkers
Bedrijfskolom
De bedrijven die na elkaar aan het product meewerken. (beperkte weergave!) 

Slide 9 - Tekstslide

  • € 180
  • € 95
  • € 63
  • € 28
6.1 Hoe wordt er geproduceerd
Van boom tot kano in de winkel
  • Houthandel
  • Kano-fabriek
  • Groothandel
  • Buitensportwinkel
  • € 15
  • Houthakkers
Toegevoegde waarde
De extra waarde van een product die ontstaat doordat een bedrijf het product bewerkt.
  • € 13
  • € 35
  • € 32
  • € 85
  • € 15

Slide 10 - Tekstslide

Filmpje wat kost een spijkerbroek?


  • Jullie krijgen een blaadje met een aantal vragen
  • Jullie beantwoorden de vragen aan de hand van het filmpje.
  • Jullie maken de vragen alleen en gaan niet overleggen met elkaar.
  • Na het filmpje wijs ik per vraag iemand aan die het antwoord mag geven.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

  • Jullie mogen de antwoorden nog verder invullen.
  • Indien je klaar bent ga je alvast beginnen met het maken van je opdrachten uit je boek.
  • Je bent tijdens deze 3 minuten helemaal stil.
timer
3:00

Slide 13 - Tekstslide

Een voorbeeld van de productiefactor natuur uit het filmpje:
A
Chemicaliën die gebruikt worden
B
Medewerker die de broek opschuurt
C
7.000 liter water per broek
D
Transport van de broeken

Slide 14 - Quizvraag

De medewerkers die met chemicaliën de wassing aanbrengen op de spijkerbroeken zijn een voorbeeld van de productiefactor:
A
Natuur
B
Kapitaal
C
Arbeid
D
Ondernemerschap

Slide 15 - Quizvraag

De productiefactor kapitaal bestaat uit machines, gebouwen en geld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

De toegevoegde waarde door de spijkerbroek fabrikant is:
A
12 - 7 = 5 euro
B
217 - 7 = 210 euro
C
217 - 12 = 205 euro

Slide 17 - Quizvraag

De productie van spijkerbroeken is heel...
A
Kapitaalintensief
B
Arbeidsintensief

Slide 18 - Quizvraag


Maken hoofdstuk 6

Ga in je eigen groep zitten

  1. beginnen met Weet je nog? blz 160
  2. maken opdrachten paragraaf 1.
  3. beginnen met het maken van samenvatting.

Slide 19 - Tekstslide




Wat hebben we geleerd deze les?

Slide 20 - Tekstslide

Hoe bereken je de afschrijving?

Slide 21 - Open vraag

Afschrijving:
De jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen

Afschrijving per jaar =

(aanschafwaarde -restwaarde)

        aantal gebruiksjaren  

Slide 22 - Tekstslide

Welke productiefactoren heb je nodig om te produceren?

Slide 23 - Open vraag

6.1 Hoe wordt er geproduceerd (deel 1)
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
VERGOEDING
  • huur, rente
  • loon
  • pacht
  • winst

Slide 24 - Tekstslide