Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Yuverta
‹
Terug naar zoeken
Sein
persoonlijk voornaamwoord
&
het werkwoord "sein"
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
persoonlijk voornaamwoord
&
het werkwoord "sein"
Slide 1 - Tekstslide
ik = ich
jij = du
hij = er
zij = sie
het = es
wij = wir
jullie = ihr
zij = sie
u = Sie
Slide 2 - Tekstslide
EZELSBRUGGETJE
IDEWIS
ich ->
i
du ->
d
er/sie/es ->
e
wir ->
w
ihr ->
i
sie/Sie ->
s
Slide 3 - Tekstslide
Ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
U
ihr
er
Sie
wir
sie (enkelvoud)
du
sie (meervoud)
es
ich
Slide 4 - Sleepvraag
er, sie, es
Das ist
Peter
.
Er
is mein Freund.
Kennst du
die Frau
?
Sie
ist meine Oma.
Wie alt ist
das Kind
?
Es
ist zwei Jahre alt.
Das sind
Herr und Frau Müller
.
Sie
wohnen hier.
Slide 5 - Tekstslide
Wat betekent "er"?
Slide 6 - Open vraag
Wat betekent "sie"?
Slide 7 - Open vraag
Wat betekent "es"?
Slide 8 - Open vraag
Vertaal het woord tussen haakjes.
Mein Freund heißt Julian.
(Hij) ist 15 Jahre alt.
A
er
B
sie
C
es
Slide 9 - Quizvraag
Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist Frau Stolze.
(Zij) wohnt neben uns.
A
er
B
sie
C
es
Slide 10 - Quizvraag
Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist ein Kind.
(Het) ist noch ein Baby.
A
er
B
sie
C
es
Slide 11 - Quizvraag
het werkwoord : SEIN
betekent in het Nederlands: ZIJN
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
ik ben
ich bin
jij bent
du bist
hij is
er ist
zij is
sie ist
het is
es ist
wij zijn
wir sind
julliezijn
ihr seid
zij zijn
sie sind
U bent
Sie sind
Slide 14 - Tekstslide
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 15 - Sleepvraag
du ....................
A
seid
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 16 - Quizvraag
ihr ....................
A
bist
B
sind
C
bin
D
seid
Slide 17 - Quizvraag
Agnes und Martin .............
A
seid
B
sind
C
bist
D
ist
Slide 18 - Quizvraag
Das Kind ............
A
bin
B
bist
C
ist
D
seid
Slide 19 - Quizvraag
Warum ............. Sie hier?
A
seid
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 20 - Quizvraag
es ....................
A
bin
B
bist
C
sind
D
ist
Slide 21 - Quizvraag
wir ....................
A
bist
B
bin
C
ist
D
sind
Slide 22 - Quizvraag
Ich ........... 14 Jahre alt
A
habe
B
bin
Slide 23 - Quizvraag
Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist
Slide 24 - Sleepvraag
Mein Freund ............. Lehrer
Slide 25 - Open vraag
Was ............ deine Handynummer ?
Slide 26 - Open vraag
Warum .......... du jetzt in Hamburg?
Slide 27 - Open vraag
Meine Mutter ............ 40 Jahre alt.
Slide 28 - Open vraag
Opa und Oma .................... 50 Jahre verheiratet (getrouwd)
Slide 29 - Open vraag
Das Mittagessen ............. nicht lecker.
Slide 30 - Open vraag
Wat heb je nu geleerd??
1: de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits
wie kan ze opnoemen? Steek je vinger op!
2: het werkwoord ZIJN in het Duits.
Wie kan het opnoemen? Steek je vinger op!
Slide 31 - Tekstslide
das Ende :)
Slide 32 - Tekstslide