Procenten

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Procenten

Procenten

Als ik praat over 100% dan heb ik het over ALLES

Als ik praat over 1 % dan  dan heb ik het over 1 vande 100

Bij 5% heb ik het over 5 van de 100

Je kunt op verschillende manieren procenten uitrekenen:

Manier 1. Je rekent eerst uit wat 1% is.  bijvoorbeeld 4% van 225=

1%=? Ik reken uit 225:100= 2,25   of ook wel bij 1% schuift de komma 2 plaatsen naar links

Manier 2. Je maakt gebruik van een verhoudingstabel

      Kijk hiervoor op de volgende blz naar het filmpje.

Manier 1

Breuken en procenten

100% = alles

100% kun je ook vergelijken met 1 hele pizza

50% van die pizza is de helft want

Tegen 50 % zeg je ook wel 50 van de 100     of      50   =      1

                                                                                                     100         2

25%   is 25 van de 100    of    25   =       1

                                                          100           4

Makkelijk voorbeeld

Ik koop in een supermarkt  limonadesiroop. Op het etiket staat dat ik bij 1 dop limonadesiroop 8 dopjes water moet doen voor 1 glas limonade.

Hoeveel dopjes water heb ik nodig bij 8 dopjes siroop.

verhoudingen vergroten of verkleinen

4 : 20   Maak deze verhouding  a. 3x zo groot  

                                                                 b. 2x zo klein

a.            x3                                                     b.            :2

4	12
20	60

4	2
20	10

Lastige sommen

Lees de sommen eerst goed en maak dan een verhoudingstabel.

8 van de 45 leeringen zijn sportief.  Ik heb 225 leerlingen. Hoeveel leerlingen zijn sportief.

a. bedenk over welke 2 onderwerpen gaat het hier?

b. Vul de verhoudings tabel in

Antwoord

a.  Onderwerpen-->het gaat over leerlingen en sportieve leerlingen

b. Van 45 naar 225. 225:45=9x

dus de bovenste regel moet ook

x9      dus 72 

Dus 72 van de 225 leerlingen zijn sportief.

sportieve leerlingen	8	72
leerlingen	45	225

Opruiming

Ik koop een stoel voor 765 euro in de opruiming. De stoel kostte eerst 900 euro.

Hoe los ik het op?

Maak een verhoudings schema

Hoeveel % korting krijg ik?

1. ik maak een verhoudingstabel

2. ik vul in wat ik weet

3. Ik kan met 900 en 765 niet makkelijk rekenen dus er komt een 1 tussen.

4. als ik kijk naar de onderste rij dan deel ik 900 : 900= 1

                1  x 765 = 765 (zet boogjes)

5. Dat doe ik ook met de bovenste rij dus

      100 : 900 x 765=  85 %

6. Let op  765 euro die ik moet betalen is 85%  als ik de korting wil weten reken ik uit 

100%- 85 % = 15 % 

Dus ik heb 15 % korting gehad.

1.

%	100%		85
euro	900	1	765

Maak de volgende sommen op papier en maak een foto en stuur die naar mij voor de volgende les. (Kijk hiervoor in SOM)

[e-mail]

1. schrijf als een breuk:    50%       25%     20%        10%

2. Jan rijdt met zijn brommer 40 km op 1 liter bezine.  Hoeveel heeft hij nodig voor  920 km.

3. 68% van alle meisjes heeft blond haar.  Er zijn totaal 25 meisjes. Hoeveel zijn er nu blond?

4.     4 op de 30 jongens maken veel kabaal.    24 jongens maken veel kabaal. Hoeveel jongens zijn er totaal?

5.  Maak de volgende verhouding zo klein mogelijk.       32 : 128

6. Maak de volgende verhouding  7x groter.    15 : 30

7.  68 van de 80 leerlingen schrijven met links.   Hoeveel % is dat?

8. Een stofzuiger kost 90 euro. Ik krijg 20% korting. Hoeveel kost hij nu?

9. Ik koop een koffer voor 120 euro in de opruiming.  De koffer kostte eerst   200 euro. Hoeveel % korting krijg ik?

Antwoorden

vraag 1

50%= half

25%= een vierde

20%= een vijfde

10%= een tiende

vraag 2

920:40 = 23  dus 1x23=23 liter

liter	1
km	40	920

vraag 3

In de procent regel reken ik 100:100=1 x68

in de regel van de meisje       25:100x68= 17

%	100 %	1	68%
meisjes	25		17

vraag 4

boven  is x6

dus onder ook x6

kabaal jongens	4		24
jongens	30

Vraag 5 en vraag 6

5.  

15	105
30	210

32	16	8	1
128	64	32	4

Vraag 7

Ik reken dus uit  100:80x68=85%

%	100
leerling	80	1	68

Vraag 8

Manier 1 De stofzuiger kost 90 euro .

1% = 0,90     20% = 20x0,90= 18 euro 

dus hij kost  90-18 = 72 euro

Manier 2

Ik deel door 5 dus 90:5=18 euro

%	100		20
euro	90

Vraag 9

1e manier

100:200x120=60%

dus 100-60= 40% korting

2e manier

100:200x80=40

%	100
euro	200	1	120

%	100
euro	200	1	80