Yuverta

Tijd en snelheid

Meten & Meetkunde 
Tijd en snelheid
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOMiddelbare schoolLeerjaar 1Studiejaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Meten & Meetkunde 
Tijd en snelheid

Slide 1 - Tekstslide

De show begint om 13:15.
Hoe Hoeveel minuten duurt dat nog?
A
36 minuten
B
28 minuten
C
39 minuten
D
49 minuten

Slide 2 - Quizvraag

Om 08:15 moet ik van huis.

Hoe Hoeveel minuten heb ik nog?
A
26 minuten
B
21 minuten
C
26 minuten
D
27 minuten

Slide 3 - Quizvraag

De afspraak is om 10.45u
Ben ik op tijd?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Bart zet om half 8 de televisie aan. Hij wil graag Goede Tijden, Slechte Tijden kijken. Het programma begint om 20.07 uur.

Hoeveel minuten moet hij nog wachten voordat ‘Goede Tijden, Slechte Tijden’ begint?
A
32 minuten
B
27 minuten
C
42 minuten
D
37 minuten

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel tijd zit er tussen de klokken?

A
40 minuten
B
15 minuten
C
25 minuten
D
10 minuten

Slide 6 - Quizvraag

Rekenen met tijd
Eind tijd min de begin tijd is de tijd die je 
erover doet. 
Bij alle berekening met tijd ga je van de 
begin en eind tijd uit en kijk je wat er tussen 
zit. Denk aan stappen van 60 minuten voor
 1 uur.

Slide 7 - Tekstslide

Basisbeginselen 

Slide 8 - Tekstslide

Eenheden omrekenen
1 uur hoeveel seconden is dat?
A
60
B
3600
C
600
D
24

Slide 9 - Quizvraag

1 week hoeveel minuten is dat?
A
7
B
7 x 24
C
7 x 24 x 60
D
7 x 24 x 60 x 60

Slide 10 - Quizvraag

1,25 uur hoeveel uur en minuten is dat?
A
1 uur en 15 minuten
B
1 uur en 25 minuten
C
anderhalf uur
D
125 minuten

Slide 11 - Quizvraag

tijd omrekenen 

Slide 12 - Tekstslide

Snelheid 

Slide 13 - Tekstslide

Snelheid is =
A
Afstand x Tijd
B
Tijd : Afstand
C
Afstand x Afstand
D
Afstand : Tijd

Slide 14 - Quizvraag

Snelheid
Snelheid is de verhouding tussen een afstand en de tijd waarin die afstand wordt afgelegd.

Eenheden voor snelheid zijn kilometer per uur (km/u) en meter per seconde(m/s).

Als je de afstand en de tijd weet, kun je de snelheid berekenen.

Slide 15 - Tekstslide

* snelheid = afstand : tijd



km
15
?
uur
1
3

Slide 16 - Tekstslide

wat is sneller?
60 km/u of 15 m/s?
A
60 km/u
B
15 m/s

Slide 17 - Quizvraag

Maak gelijke eenheden
a. 60 km/u hoeveel m/s is dat?
of 
b. 15 m/s hoeveel km/u is dat?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel uur nodig?

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide


km
123,6
minuten
72
1
60

Slide 22 - Open vraag

Snelheid

Slide 23 - Tekstslide

Snelheid berekenen
Opgave:
Aziz loopt de 200 m in 38,7 seconden. Bereken zijn snelheid in km/uur.


Slide 24 - Tekstslide

Opgave:
Aziz loopt de 200 m in 38,7 seconden. Bereken zijn snelheid in km/uur.

Slide 25 - Open vraag

Snelheid berekenen
Joop loopt de 100 meter in 12,9 seconden.

a. Wat is zijn snelheid in m/s en km/u?


Slide 26 - Tekstslide

Joop loopt de 100 meter in 12,9 seconden.

a. Wat is zijn snelheid in m/s en km/u?

Slide 27 - Open vraag

Snelheid berekenen
Lara rijdt met haar auto 392 km in 3,5 uur. Wat is de gemiddelde snelheid van Lara in kilometer per uur? 

Slide 28 - Tekstslide

Lara rijdt met haar auto 392 km in 3,5 uur. Wat is de gemiddelde snelheid van Lara in kilometer per uur?

Slide 29 - Open vraag

Snelheid
Snelheid = afstand : tijd
m/s  of    km/h

Stel een lift gaat 45 meter omhoog en doet hier 15 seconden over. Wat is de snelheid?
Snelheid = afstand : tijd = 45 : 15 = 3 m/s

Slide 30 - Tekstslide

Snelheid

Slide 31 - Tekstslide

Snelheid omrekenen met een tabel
Tijdens een reis is de gemiddelde snelheid 80 km/h.
De reis duurt drie kwartier.
Hoeveel kilometer leg je met deze snelheid af?
Afstand in km
80
20
?
Tijd in uur
1
0,25
?

Slide 32 - Tekstslide

Wat is zijn snelheid in km per uur?

Slide 33 - Tekstslide

Wat is zijn snelheid in km per uur?
Hij legt in 60 seconden 900 m af.

Slide 34 - Open vraag