Basisbewerkingen rekenen

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Basisbewerking

optellen-aftrekken-vermenigvuldigen-delen

Lesdoel

Aan het eind van deze les ken je de basisbewerkingen van rekenen en je kunt die toepassen.

De waarde van een getal

• Het verschil tussen Cijfers en getallen
• Hoe je een DHTE-schema invult
• De waarde van een cijfer in een getal te bepalen

Waarde van een getal

E = eenheden

T = tiental

H = honderdtal

D= duizendtal

TD = tienduizendtal

HD = honderduizendtal

M = miljoental

Wat is de waarde van de 3 in het getal
5356

1. 3
2. 30
3. 3000
4. 300

Wat is de waarde van de 4 in het getal
4568

1. 4000
2. 4
3. 40
4. 400

Wat is de waarde van de 6 in het getal
65254

1. 6000
2. 60000
3. 600
4. 60

Hoeveel is 685+367?
Reken uit met een DHTE schema.

1. 1062
2. 1052
3. 1042
4. 1072

Hoeveel is..
21+32 =

Hoeveel is..
12+56 =

Hoeveel is..
81+42 =

Hoeveel is..
52+36 =

Hoeveel is..
89+58 =

Hoeveel is 685-367?
Reken uit met een DHTE schema.

1. 308
2. 328
3. 318
4. 298

Hoeveel is..
89-58 =

Hoeveel is..
32-21 =

Hoeveel is..
14-8 =

Hoeveel is..
24-9 =

Hoeveel is..
315-21 =

Reken uit zonder rekenmachine.
15 x 5 = ....

1. 20
2. 25
3. 55
4. 75

Hoeveel is 25 x 6?

Hoeveel is 750 gedeeld door 25?
gebruik de haakdeling

Denk een momentje na of

je nog vragen hebt?

Welke vragen over deze les
heb je nog?

Zelfstandig aan het werk

Nu ga je aan het werk met de taken in Startrekenen.