Yuverta

Nieuws van de week / week 45

Nieuws van de week / week 45
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nieuws van de week / week 45

Slide 1 - Tekstslide

  • Kijk- en luisteroefening.
  • Je kijkt en luistert naar het nieuws.
  • Je beantwoordt vragen over het nieuws.
Vandaag:

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Wat is de voornaam van de nieuwslezer?
A
Bram
B
Jeroen
C
Joep
D
Martijn

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het eerste onderwerp van het journaal ?
A
Ongezond voedsel
B
Geweld door voetbalfans
C
Hoge gasprijzen
D
Nieuwe coronamaatregelen

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de andere twee onderwerpen van dit journaal?
A
Hoge gasprijzen & ongezonde supermarktreclames
B
Hoge gasprijzen & ongezond voedsel
C
Ongezond voedsel & reclames
D
Hoge gasprijzen & geweld door voetbalfans

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Wat past het beste bij het woord 'geweld'?
A
Je niet aan de regels houden.
B
Andere mensen pijn doen of dingen kapot maken.
C
Iets wat fantastisch is.
D
Zaken niet goed geregeld hebben.

Slide 8 - Quizvraag

De nieuwslezer noemt een aantal zaken dat niet mag als je naar een voetbalwedstrijd gaat.

Wat noemt hij niet?
A
Vuurwerk afsteken.
B
Nare dingen roepen over een speler.
C
Spullen kapot maken in het stadion.
D
Aanstekers op het veld gooien.

Slide 9 - Quizvraag

Bij welke wedstrijd kwam de politie het veld op om fans tegen te houden?
A
Vitesse - FC Utrecht
B
Roda - MVV

Slide 10 - Quizvraag

De nieuwslezer zegt:

'Na de wedstrijden gaat het soms echt mis'.

Wat bedoelt hij hiermee?

A
Dat er fouten worden gemaakt.
B
Dat er veel geweld gebruikt wordt door voetbalfans.

Slide 11 - Quizvraag

Een regel die de nieuwslezer noemt om het geweld te stoppen is een stadionverbod?

Wat is een stadionverbod?
A
Het stadion gaat op slot en niemand mag er meer in.
B
Het wordt verboden om wedstrijden in een stadion te spelen.
C
Voetbalfans die geweld hebben gebruikt mogen het voetbalstadion niet meer in.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

De nieuwslezer vertelt waarvoor gas gebruikt wordt (thuis en bij bedrijven).

Sleep deze naar de juiste plek.
Gas (thuis)
Gas (bedrijven)

Slide 14 - Sleepvraag

Waar komt het meeste gas vandaan?
A
Rusland & Noorwegen
B
Rusland & Amerika
C
Amerika & Noorwegen
D
Noorwegen & Zweden

Slide 15 - Quizvraag

Hoe komt het gas naar Nederland?
A
Via pijpleidingen & treinen.
B
Via schepen & treinen.
C
Via schepen & pijpleidingen.

Slide 16 - Quizvraag

Waarom halen we geen gas meer uit de grond in Groningen?
A
Het zorgt voor vulkaanuitbarstingen in Groningen.
B
Er zit bijna geen gas meer in de grond in Groningen.
C
Door de warme winter was het niet nodig om dit gas uit de grond te halen.
D
Het zorgt voor aardbevingen in Groningen.

Slide 17 - Quizvraag

De nieuwslezer noemt het woord 'lastig'.

Wat is een ander woord voor 'lastig'?
A
Duur
B
Makkelijk
C
Moeilijk
D
Verboden

Slide 18 - Quizvraag

Waarom is het lastig om gas naar Nederland te krijgen?
A
We kunnen het niet meer betalen.
B
Er is veel vraag naar gas uit andere landen.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Waarom is het goedkoop om chips & koekjes te maken?
A
Omdat je hier weinig ingrediรซnten voor nodig hebt.
B
Omdat ze dit in grote hoeveelheden in fabrieken maken.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is waar?
A
Ongezond eten is iets duurder dan gezond eten.
B
Gezond eten is duurder geworden dan ongezond eten.

Slide 22 - Quizvraag

Er zijn zorgen over de reclames voor ongezond eten.

Waarom zijn die zorgen er?
A
Mensen kopen dan minder fruit.
B
Supermarkten moeten hun onverkochte groente en fruit weggooien.
C
Mensen kunnen ziek worden van het ongezonde eten.

Slide 23 - Quizvraag

Welke gezondheidsklacht noemt de nieuwslezer niet?
A
Mensen krijgen overgewicht van het ongezonde eten.
B
Mensen krijgen hartklachten van het ongezonde eten.
C
Mensen krijgen diabetes van het ongezonde eten.
D
Mensen krijgen een hoge bloeddruk van het ongezonde eten.

Slide 24 - Quizvraag

Mensen vinden het moeilijk om te kiezen voor gezond eten in de supermarkt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Ik koop best vaak ongezond eten in de supermarkt.
Ja.
Nee.

Slide 26 - Poll

  • Geweld door voetbalfans.
  • Hoge gasprijzen.
  • Ongezonde supermarktreclames.
Onderwerpen uit het nieuws:
Alles begrepen?

Slide 27 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 28 - Poll