Yuverta

Thema Ecologie en milieu Les 2a Duurzaamheid en natuurbescherming MO42-WM42 '22

Thema: Ecologie en milieu

Basisstof 5: Duurzaamheid en natuurbescherming
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema: Ecologie en milieu

Basisstof 5: Duurzaamheid en natuurbescherming

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • Je kunt binnen een ecosysteem vormen van concurrentie en van coöperatie onderscheiden.
  • Je kunt de dynamiek en het evenwicht in een ecosysteem beschrijven.
  • Je kunt de voedselrelaties en de informatienetwerken binnen een ecosysteem beschrijven
  • Je kunt de energiestroom door een ecosysteem beschrijven
  • Je kunt enkele ecosystemen beschrijven aan de hand van kenmerkende soorten
  • Je kunt veranderingen in een ecosysteem beschrijven
  • Je kunt in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een biotoop?
A
Alle organismen in een gebied
B
Alle abiotische factoren in een gebied
C
alle levende dingen in de wereld
D
Alle abiotische factoren die bestaan

Slide 3 - Quizvraag

Reducenten zijn ...
A
Autotroof
B
Heterotroof

Slide 4 - Quizvraag

Bij wat voor ecosysteem horen de volgende kenmerken: eenvoudig voedselweb, kleine biodiversiteit, open kringlopen en productie is groter dan afbraak?
A
Pionierecosysteem
B
Climaxecosysteem

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het gewicht van een individu als in de cellen meer assimilatie dan dissimilatie plaatsvindt?
A
gewicht neemt toe
B
gewicht blijft gelijk
C
gewicht neemt af

Slide 6 - Quizvraag

Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt de voornaamste oorzaken en gevolgen van milieuproblemen beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat onder duurzame ontwikkeling wordt verstaan.
  • Je kunt enkele maatregelen voor natuurbescherming noemen

Slide 8 - Tekstslide

Energie
Mensen hebben energie nodig.

Dit halen we uit energiebronnen:
  • Fossiele brandstoffen 
  • Kernenergie
  • Windenergie
  • zonenergie

Slide 9 - Tekstslide

Invloed van mens op het milieu
  • vervuiling
  • uitputting
  • aantasting
  • klimaatverandering

Slide 10 - Tekstslide

Vervuiling
Een belangrijk kenmerk van onze huidige levenswijze is dat we veel consumeren.

Consumeren leidt tot veel afval wat terecht komt in natuurgebieden -> vervuiling

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Belangrijke oorzaken van milieuproblemen
  • toename wereldbevolking
  • industrialisering
  • veranderingen in landbouw (ruilverkaveling)

Slide 13 - Tekstslide

Verandering in landschap
Door groei van wereldbevolking is meer voedsel nodig en dus meer landbouw. 

Bedrijven gingen stukken land ruilen (ruilverkaveling), waardoor het landschap sterk is veranderd. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is geen effect van ruilverkaveling?
A
monocultuur
B
afname biodiversiteit
C
gebruik grote landbouwmachines
D
vervuiling

Slide 16 - Quizvraag

Duurzame ontwikkeling
vooruitgangen die het milieu niet/minder schaad:
  • zonne-energie
  • windenergie
  • energie uit biomassa
  • waterstofauto / elektrische auto

Produceren van energie die afkomstig is uit hernieuwbare en of duurzame energiebronnen. 

Slide 17 - Tekstslide

Duurzaamheid
= het zorgen voor evenwicht tussen mens, milieu en economie om de aarde niet uit te putten. Voor nu, maar ook voor de komende generaties.

Duurzame ontwikkeling = vooruitgang dat niet ten koste gaat van mensen en natuur.
bijv. Circulaire economie vs. Lineaire economie

Slide 18 - Tekstslide

wat is geen voorbeeld van duurzame ontwikkeling?
A
energie uit aardwarmte
B
kernenergie
C
energie uit getijde
D
energie uit waterstof

Slide 19 - Quizvraag

Natuurbescherming
Behouden en/of ontwikkelen van natuur en biodiversiteit.

Door:
  • vergroten natuurgebieden
  • natuurgebieden met elkaar verbinden
  • variatie in het landschap brengen
  • Voorbeeld: biesbosch en oostvaardersplassen

Slide 20 - Tekstslide

Natuur in Nederland??
Bijna geen natuurlijke ecosystemen meer in Nederland. 

Oorzaak:
Nederland is versnipperd door wegen

Slide 21 - Tekstslide

Versnippering
= Het in stukjes verdelen van het landschap. 

Oorzaken zijn: aanleg van wegen, uitbreiding van steden, aanleg van stuwdammen , etc.
Gevolgen zijn: verdeling van populaties, beperking bewegingsvrijheid van populaties (bijv. stuwdammen). Hierdoor worden de populaties kleiner en kwetsbaar (vatbaar voor ziektes, kleinere genetische variatie).

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wetgeving omtrent natuurbescherming
  • Natura 2000 gebieden
  • Wet natuurbescherming
  • Rode lijst ( hierop staan dieren en plantensoorten die met uitsterven worden bedreigd in Nederland)
  • ...

Slide 24 - Tekstslide

Natuurbescherming
Natuurbehoud:
= Maatregelen om natuur te behouden of te handhaven
Bijvoorbeeld nadenken over hoe steden groeien of het opkopen van natuurgebieden

Natuurbeheer:
= Menselijk ingrijpen ten behoeve van optimale leefomstandigheden voor planten en dieren
Bijvoorbeeld: begrazing, akkerbermen en bomen verwijderen

Natuurontwikkeling:
= Natuur beïnvloeden door eerst menselijk ingrepen te doen en daarna de natuur haar gang laten gaan.
Bijvoorbeeld de Marker Wadden



Slide 25 - Tekstslide

Rode lijst
Soorten die zich voortplanten in Nederland en die zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen.

Mate van bescherming op basis van de categorie mogelijk. 

In welke categorie een soort komt is afhankelijk van:
  • Populatiegrootte
  • Populatietrend

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Waar wordt het landoppervlak in Nederland vooral voor gebruikt?
A
steden en dorpen
B
infrastructuur (wegen)
C
landbouw en veeteelt
D
bossen, heide, vennen enz.

Slide 28 - Quizvraag

Welke soort zal eerder als bedreigd worden aangemerkt in de rode lijst?
A
Een soort waarvan er vele aanwezig zijn, maar die langzaam afneemt
B
Een soort waarvan er vele aanwezig zijn, maar die snel afneemt
C
Een soort waarvan er weinig zijn, maar die langzaam toeneemt
D
Een soort waarvan er weinig aanwezig zijn, maar die snel toeneemt

Slide 29 - Quizvraag

Hoe kun je biodiversiteit vergroten?
A
overal een climax ecosysteem laten ontstaan
B
variatie in het landschap aanbrengen
C
het land versnipperen
D
veel kleine natuurgebieden maken

Slide 30 - Quizvraag

Maken
Lezen basisstof 5
Maak opdracht 32 t/m 38 

Slide 31 - Tekstslide