Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Yuverta
‹
Terug naar zoeken
Pubquiz Nederlands
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 3,4
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Teksten
Slide 2 - Tekstslide
Het onderwerp en het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd noem je ...
A
Titel
B
Hoofdgedachte
C
Thema
D
Kernzin
Slide 3 - Quizvraag
In elke alinea zit een kernzin
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Wat is geen tekstdoel?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Analyseren
Slide 5 - Quizvraag
Welke functie heeft de inleiding van een tekst nooit?
A
Een advies geven
B
Het onderwerp noemen
C
Een samenvatting van de inhoud geven
D
Mening van de schrijver geven
Slide 6 - Quizvraag
Waaraan herken je alleen een betogende tekst?
A
Driedeling
B
Stelling + argumenten
C
Conclusie
D
Mening
Slide 7 - Quizvraag
Ronde 2 - Spelling
Zijn de volgende woorden goed of fout gespeld?
Slide 8 - Tekstslide
De uitkomst van de som [verschild]
A
Goed
B
Fout
Slide 9 - Quizvraag
De rookwolk [verspreidt] zich in de ruimte
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quizvraag
[Houd] je hoofd erbij!
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quizvraag
Acquarel
A
Goed
B
Fout
Slide 12 - Quizvraag
Categoriën
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Spinneweb
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
Retegoed
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quizvraag
Zuid Amerika
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quizvraag
Pyama
A
Goed
B
Fout
Slide 17 - Quizvraag
Groentesoep
A
Goed
B
Fout
Slide 18 - Quizvraag
Ronde 3 - Grammatica
Slide 19 - Tekstslide
Welk woord is geen werkwoord?
A
Appen
B
Bellen
C
Communiceren
D
Telefoon
Slide 20 - Quizvraag
In elke zin vind je een lijdend voorwerp
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
'Hij wordt nog vaak in de stad gezien.' Het werkwoordelijk gezegde is ...
A
hij
B
wordt
C
wordt gezien
D
wordt vaak gezien
Slide 22 - Quizvraag
'Het wordt steeds mooier weer' Het onderwerp is....
A
weer
B
het
C
steeds
D
mooier
Slide 23 - Quizvraag
Ronde 4 - woorden
Slide 24 - Tekstslide
Onbekommerd
A
stiekem
B
zorgeloos
C
stedelijk
D
aangenaam
Slide 25 - Quizvraag
Abrupt
A
Plotseling
B
Verwonding
C
Zelfstandig
D
Beperkt
Slide 26 - Quizvraag
Verdienstelijk
A
Behoorlijk veel
B
Behoorlijk rijk
C
Behoorlijk terecht
D
Behoorlijk goed
Slide 27 - Quizvraag
Wijselijk
A
Op die manier
B
Muzikaal
C
Verstandig
D
Apart
Slide 28 - Quizvraag
Bijwerking
A
Collega
B
Onbedoeld effect
C
Aanpassing
D
Verschijnsel
Slide 29 - Quizvraag
Ronde 5 - schrijfvaardigheid
Slide 30 - Tekstslide
In welk onderdeel noem je het onderwerp van het artikel?
A
Titel
B
Inleiding
C
Kern
D
Slot
Slide 31 - Quizvraag
Wat kun je in de inleiding van het artikel zetten?
A
Onderwerp, voorbeeld geven, conclusie
B
Onderwerp, voorbeeld geven, deelonderwerpen
C
Onderwerp, anekdote, vraag stellen
D
Onderwerp, aanleiding artikel, jezelf voorstellen
Slide 32 - Quizvraag
Wat zet je in het slot van het artikel?
A
Conclusie
B
Toekomstverwachting
C
Advies geven
D
Antwoord a, b en c
Slide 33 - Quizvraag
Wat is het voornaamste doel van een artikel?
A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Instrueren
Slide 34 - Quizvraag
Ronde 6 - schrijfvaardigheid
Slide 35 - Tekstslide
Welke indeling van de zakelijke e-mail is goed?
A
Adres, onderwerp, aanhef, inleiding, slot, kern
B
Adres, aanhef, onderwerp, inleiding, slot
C
Adres, onderwerp, aanhef, inleiding, kern
D
Adres, onderwerp, aanhef, inleiding, kern, slot
Slide 36 - Quizvraag
Welke aanhef is correct?
A
Geachte mevrouw H. Van Sloten
B
Geachte mevrouw van Sloten,
C
Geachte mevrouw Van Sloten,
D
Geachte mevrouw Van Sloten
Slide 37 - Quizvraag
Hoe vond je de pubquiz gaan?
0
100
Slide 38 - Poll
test jezelfs af
Daarna ga je door naar de versterk jezelf
ben je klaar dan ga je drie argumenten bedenken bij de stelling:
Iedereen moet verplicht doneren
Slide 39 - Tekstslide