In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Introductie
In het thema 'Online Identiteit les 2: de invloed op jou' bespreek je als klas de positieve en negatieve effecten van sociale media. Wat voor invloed hebben (jouw) posts eigenlijk op een ander?
Deze les sluit aan bij Slo Kerndoel Burgerschap:
- A2 Diversiteit: verkennen van en reflecteren op de eigen offline en online identiteit in relatie tot anderen.
- C8: Digitale technologie, jezelf en de ander: de leerling maakt veroverwogen keuzes bij het gebruik van digitale technologie en digitale media.
Instructies
Lesdoel
- Positieve en negatieve effecten sociale media naast elkaar leggen - Bewustwording van gevolgen sociale media posts
Voorbereiding
- Neem de slides door en de bijbehorende notities.
- Bekijk de docenthandleiding waar al deze notities in staan.
Benodigdheden
- Centraal scherm om de les te tonen
- Internet
- Devices voor de leerlingen of pen, papier en bijlage
Onderdelen in deze les
1. Grondwet en grondrechten
JE
ONLINE OP
Actief! Burgerschap
Les 2: De invloed van...
IDENTITEIT
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
1. Grondwet en grondrechten
Hoe werkt het?
Dit weet je al
Dit leer je nu
Doen
Terugkijken
Kijken
Klik hier
Afbeelding vergroten
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Stelling:
Sociale media heeft een negatieve invloed op mij.
Slide 3 - Poll
Stelling: Sociale media heeft een negatieve invloed op mij.
Doe: Vraag de leerlingen of sociale media een negatieve invloed heeft op hen.
Behandel de interactieve onderdelen in de klas met www.lessonup.app. Hebben de leerlingen geen devices? Behandel de vragen/opdrachten dan klassikaal.
Vraag door:
Waarom hebben leerlingen voor eens of oneens gekozen?
Op welke manieren kan het positief zijn?
Op welke manieren kan het negatief zijn?
1. Grondwet en grondrechten
44%
van de Nederlandse sociale media gebruikers geeft aan dat het een negatieve invloed op hen heeft.
Slide 4 - Tekstslide
Vertel: Uit het Social media onderzoek 2024 van Newcom blijkt dat van de 14,3 miljoen Nederlandse social media gebruikers er 6,3 miljoen ondervinden dat sociale media een negatieve invloed heeft op hen. Dat is bijna de helft!
Doe: Vergelijk dit aantal met het percentage van de klaspoll uit de vorige slide.
1. Grondwet en grondrechten
Na de les:
kan je omschrijven wat de positieve en negatieve invloeden van sociale media op jou zijn.
realiseer je je wat jouw post voor gevolgen heeft op een ander.
Slide 5 - Tekstslide
Aan het eind van de lessen kunnen de leerlingen omschrijven wat de positieve en negatieve invloeden van sociale media op hen zijn. Daarnaast realiseren ze zich wat voor invloed posts op een ander/zichzelf kunnen hebben.
positief
negatief
Noem drie positieve en drie negatieve effecten van sociale media voor jou.
Slide 6 - Woordweb
Woordweb - Venndiagram
Doel: De leerlingen achterhalen voor zichzelf wat ze positief en negatief vinden aan sociale media.
Doe (klassikaal): Laat de leerlingen voor het positieve deel drie effecten opschrijven over sociale media. Laat de leerlingen daarna drie negatieve effecten opschrijven. Welke woorden komen overeen bij beide en komen in het midden?
Doe (individueel): Geef alle leerlingen de bijlage Venndiagram Offline Online Identiteit. Laat de leerlingen voor zichzelf kernwoorden opschrijven die voor hun positieve en negatieve effecten zijn op sociale media. Welke woorden omvatten beide? Zet deze in het midden.
De ruimte buiten het venn diagram kan ingezet worden voor dingen die je voor jezelf houdt en liever niet deelt.
1. Grondwet en grondrechten
Positieve effecten
Negatieve effecten
Stress
Verslaving
Verkeerde informatie
Eenzaamheid
Alleen maar positief
Geen échte gesprekken
Trollen/ pesten
Meer alleen
Minder slaap
Vertekend lichaamsbeeld
FOMO (Fear Of Missing Out)
(Leeftijds)ongeschikte inhoud
Vermaak
Ontspanning
Online leren
Verbondenheid
Gevoelens uiten
Interactiviteit
Leuke reacties
Versterkt vriendschappen
Plek om je gehoord te voelen
Zelfexpressie
Nieuws verspreiden
Creativiteit
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide zet de positieve en negatieve effecten van sociale media tegenover elkaar.
Welke woorden ontbreken er nog volgens jullie? In welke woorden kunnen de leerlingen zich wel/niet vinden?
1. Grondwet en grondrechten
Welke invloed hebben deze posts op jou?
positief
negatief
Slide 8 - Tekstslide
Sleepvraag
Vraag: Welke invloed hebben deze posts op jou?
Opdracht: Op deze slide staan vijf neppe sociale media posts. Klik onderaan de slide op 'Toon bij leerling'. Laat de leerlingen op hun eigen scherm de posts verslepen naar welke voor hun een positieve of negatieve invloed hebben.
Tip: Klik op de posts om ze te vergroten en de tekst beter te lezen.
Doe: Laat de leerlingen na het invullen met hun buurman in gesprek gaan. Welke antwoorden hadden jullie hetzelfde? Welke waren anders?
1. Grondwet en grondrechten
Bedenk een post waarvan jij denkt dat het makkelijk reacties oproept en veel bekijks krijgt. Houdt het netjes! De docent leest het eerst.
Welke invloeddenk je dat je post zal hebben? Positief of negatief?
Like & share!
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht: Like & Share!
Uitleg: Leerlingen bedenken (individueel, in duo's of viertallen) een post die veel bekijks en likes zal krijgen. Geef aan dat jij de post wel eerst bekijkt voordat hij wordt gedeeld met de klas.
Bespreek de posts. Zouden deze posts een positieve of negatieve invloed op mensen hebben? Waarom denk je dat de post het goed zal doen?
Optioneel: Laat de leerlingen de posts plaatsen na jouw goedkeuring op een medium naar keuze. Kijk na een week welke posts de meeste mensen hebben bereikt. Evalueer waarom deze posts het goed hebben gedaan.
Hoe kan ik posts een plek geven?
Slide 10 - Open vraag
Open vraag
Context: Het kan moeilijk zijn om met negatieve posts of content op sociale media om te gaan, vooral als die je persoonlijk raken.
Doe: Laat de leerlingen elkaar tips geven hoe zij met zulke lastige posts op een gezonde manier om te gaan.
Vraag: Hoe kan je een post een plek geven? Deze vraag is anoniem. (Geef wel aan dat jij in de rapportages terug kan zien wie wat heeft beantwoord)
Geef elkaar advies.
Voorbeeldadvies:
Wat voel je? Boos, verdrietig, gefrustreerd of gekwetst? Door te benoemen welke emotie je voelt, kun je ze beter begrijpen en verwerken.
Je hoeft niet direct te reageren. Geef jezelf de tijd om te overdenken.
Filter wat je ziet: mute of ontvolg accounts. Vul je sociale media met accounts die je inspireren en een positief gevoel geven.
Verwerk je gevoelens buiten sociale media: praat er met iemand over of schrijf het van je af (in een notitieboek).
Relativeren: beoordeel de bron en vraag jezelf af of degene die de post heeft geplaatst wel betrouwbaar is en/of hun mening belangrijk moet zijn voor jou.
Stel jezelf grenzen als je merkt dat sociale media een slechte invloed op je (stemming) heeft.