Yuverta

Herhaling H6 Waarneming, regeling en gedrag


Waarneming, regeling en gedrag



herhaling thema  6
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Waarneming, regeling en gedrag



herhaling thema  6

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een zintuig?
A
Een orgaan dat reageert op prikkels
B
Een invloed uit het milieu op een organisme.
C
elektrische signalen die door zenuwen naar de hersenen worden geleid
D
de verwerking van impulsen die van de zintuigen komen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een prikkel?
A
Een orgaan dat reageert op prikkels
B
Een invloed uit het milieu op een organisme.
C
elektrische signalen die door zenuwen naar de hersenen worden geleid
D
de verwerking van impulsen die van de zintuigen komen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een impuls?
A
Een orgaan dat reageert op prikkels
B
Een invloed uit het milieu op een organisme.
C
elektrische signalen die door zenuwen naar de hersenen worden geleid
D
de verwerking van impulsen die van de zintuigen komen

Slide 4 - Quizvraag

licht
smaak
in de huid
gehoorzintuig
geur

Slide 5 - Sleepvraag

Reageren op je omgeving
zintuigen vormen samen het zintuigenstelsel
waarnemen = zien, horen, ruiken, voelen en proeven.
een zintuig = een orgaan dat reageert
                            op invloeden uit de omgeving. 
een prikkel = een invloed (informatie)
                            uit je omgeving. 

Slide 6 - Tekstslide

De zintuigcellen nemen prikkels waar en zetten prikkels om in impulsen

     van zintuigcellen  >  zenuwen  >  hersenen 

Slide 7 - Tekstslide

Hersenen
Ruggenmerg
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
Zenuwen

Slide 8 - Sleepvraag

Het zenuwstelsel
bestaat uit: 
- zenuwen 
- centrale zenuwstelsel
grote hersenen
kleine hersenen
hersenstam
ruggenmerg

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de functie van de kiemlaag?
A
beschermen tegen beschadiging, uitdroging en ziekteverwekkers
B
de vorming van nieuwe cellen
C
houdt de haren en hoornlaag soepel
D
het lichaam afkoelen

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de twee functies van het onderhuidse bindweefsel?

Slide 11 - Open vraag

Kies het juiste woord.
In de _______ liggen bloedvaten, zweetklieren en zenuwen.
A
opperhuid
B
lederhuid

Slide 12 - Quizvraag

De huid

Slide 13 - Tekstslide

Smaakpapillen kunnen smaak waarnemen. Waar liggen deze smaakpapillen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de functie van het trommelvlies?
A
impulsen doorgeven
B
trillingen doorgeven
C
luchtdruk in binnen- en buitenoor gelijk houden
D
beschermt het binnenoor

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de functie van de buis van Eustachius?
A
impulsen doorgeven
B
trillingen doorgeven
C
luchtdruk in binnen- en buitenoor gelijk houden
D
beschermt het binnenoor

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Je ogen zijn tere organen. Ze liggen doe beschermt in je oogkassen. Wat is de functie van je wenkbrauwen?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de functie van de wenkbrauwen?
A
te veel licht tegenhouden
B
verspreiden traanvocht over de ogen
C
zweet tegenhouden
D
maken traanvocht aan

Slide 21 - Quizvraag

waar of niet waar?
Traanbuizen maken traanvocht. Traanklieren voeren dit vocht af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

harde oogvlies
oogzenuw
hoornvlies
gele vlek
pupil
iris
blinde vlek
netvlies

Slide 23 - Sleepvraag

De pupilreflex voorkomt dat
er te veel licht in het oog komt.
Wat is de pupil?
A
Een doorzichtig vlies
B
Een wit, stevig vlies
C
Een gat
D
Het gekleurde deel van je oog

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Hoe wordt gedrag veroorzaakt?
A
Al het gedrag is aangeboren
B
Al het gedrag is aangeleerd
C
prikkels veroorzaken gedrag
D
impulsen veroorzaken gedrag

Slide 26 - Quizvraag


Slide 27 - Open vraag

Is hier sprake van een inwendige of een uitwendige prikkel?
A
Een inwendige prikkel
B
Een uitwendige prikkel

Slide 28 - Quizvraag

Welke zin is NIET juist?
A
Motivatie heeft invloed op gedrag
B
motivatie ontstaat vaak door een inwendige prikkel
C
motivatie is een reeks opeenvolgende handelingen
D
trek hebben is een voorbeeld van motivatie om te eten.

Slide 29 - Quizvraag