Basisstof 3 Aanpassingen bij dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Thema 2 Ecologie 

Basisstof 3 Aanpassingen bij dieren

Leerdoelen 

• Je kunt voorbeelden geven van producenten, consumenten en reducenten
  
  
• Je kunt aanwijzen waar de energie heengaat in een voedselketen
  
  
• Je kunt een voedselketen maken waarin minimaal één planteneter, één vleeseter en één alleseter voorkomt. 

Consument

Producent

Reducent

Maak een kloppende voedselketen

De pijl betekent "wordt gegeten door"

Aanpassingen bij dieren

Dieren zijn vaak erg goed aangepast aan hun milieu.

Denk aan aanpassingen tegen de kou of juist tegen de warmte.

Aanpassingen bij waterdieren

Vissen zijn op vier manieren aangepast:

1. Kieuwen
2. Vinnen
3. Glad slijmlaagje over de huid
4. De lichaamsvorm is gestroomlijnd 

Kieuwen

Vinnen

Gestroomlijnd

Glad slijmlaagje over huid

Aanpassingen bij landdieren

Doordat op het land alles zwaarder is dan in het water, hebben landdieren stevige poten en een zwaar skelet. 

Zoolgangers lopen op de hele voet.

Teengangers lopen op de tenen.

Topgangers/hoefgangers lopen op de toppen van de tenen. 

Zoolganger

Teenganger

Topganger

Aanpassingen bij vogels

Vogels kunnen vliegen en moeten in de lucht kunnen blijven. Ook zij hebben daarvoor aanpassingen.

Aanpassingen zijn:

• Holle botten
• Veren
• Poten
• Snavel

Aanpassingen bij vogels

Vogels kunnen vliegen en moeten in de lucht kunnen blijven. Ook zij hebben daarvoor aanpassingen.

Aanpassingen zijn:

• Holle botten
• Veren
• Poten
• Snavel

Aan de slag!

Lezen:

Thema 2 Ecologie

Basisstof 2 Aanpassingen bij dieren

Maken:

 Opdrachten 14, 15, 16, 17, 18, 19 in je boek

Test jezelf online