Yuverta

Hoofdstuk 4: Identificatie en Registratie

Hoofdstuk 4
Identificatie en registratie
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Identificatie en registratie

Slide 1 - Tekstslide

Benoem een aantal onderdelen van het signalement van het paard
Onderdelen
signalement

Slide 2 - Woordweb

Paspoort
Wanneer je geen geldig paspoort hebt mag je:
  • geen paarden houden;
  • geen paarden vervoeren;
  • geen paarden exporteren;
  • geen paarden laten slachten.


Slide 3 - Tekstslide

Medische behandeling
Naast de gegevens zoals levensnummer/chipnummer/signalement, geeft het paspoort ook inzicht in medische gegevens. Het paspoort is ook alleen geldig als er een hoofdstuk 'medische behandelingen in zit.


Slide 4 - Tekstslide

Slacht
Wanneer er in de medische behandeling geen behandelingen zijn genoteerd, mag het paarde geslacht worden. Een paard wordt uitgesloten voor de slacht als:
  • Eigenaar/houder heeft aangegeven in het paspoort en doorgegeven aan de instantie die het paspoort uitgeeft
  • De termijn van 6 maanden tussen geboorte en uitgifte van het paspoort is overschreden
  • het paard bepaalde medicatie krijgt en de houden en dierenarts hiervoor een handtekening hebben gezet
  • een duplicaat paspoort is uitgegeven
  • een vervangend paspoort is uitgegeven

Een verklaring 'niet bestemd voor de slacht' kan later niet meer gewijzigd worden. 

Slide 5 - Tekstslide

Vermelding vaccinaties
In het paspoort moeten ook de vaccinaties worden vermeld. 

Dit wordt door de dierenarts gedaan bij Hoofdstuk VII van het paspoort met datum en stempel van de dierenarts

Andere vaccinaties dan paardeninfluenza worden in het hoofdstuk VII vermeld

Slide 6 - Tekstslide

Chippen
Sinds januari 2007 is het in Nederland verplicht om je paard te chippen. Deze moet geplaatst zijn voordat het paard 6 maanden oud is.

Chip wordt in de hals van het paard ingebracht en wordt met een nummer gekoppeld aan een paspoort. Dit kan alleen een dierenarts regelen. De chiip bestaat uit een code van 15 cijfers en kan wereldwijd afgelezen worden en in Nederland begint deze reek altijd  met '528'.

Op deze manier heb je een goede en sluitende manier van I(dentificatie) en R(egistratie).

Bij het chippen van het veulen, wordt ok het signalement, de chipgegevens en de gegevens van de eigenaar en de chipper vermeld. Dit formulier gaat naar het stamboek waar het paard wordt geregistreerd.  Zo wordt het paspoort aangemaakt. Deze moet altijd meegaan wanneer parden worden vervoerd.

Slide 7 - Tekstslide

Signalement
Identificatie kan met behulp van signalementsbeschrijving. Daarnaast wordt het signalement opgenomen in het paspoort.
Dit moet nauwkkeuring worden beschreven en wordt verdeeld in 6 onderdelen

Slide 8 - Tekstslide

G staat voor
H staat voor
R staat voor
O staat voor
K staat voor
A staat voor
Aftekening
Ouderdom
Geslacht
Kleur
Ras
Hoogte

Slide 9 - Sleepvraag

GHROKA
GHROKA is een mooi ezelfsbruggetje voor het signalement van het paard en staat voor. Dit zijn ook de onderdelen die in het paspoort moeten worden beschreven:
  • Geslacht
  • Hoogte
  • Ras
  • Ouderdom
  • Kleur
  • Aftekening

Slide 10 - Tekstslide

Welke opties voor geslacht zijn er? (meerdere opties mogelijk)
A
Merrie
B
Hengst
C
Ruin
D
Gecastreerd

Slide 11 - Quizvraag

Hoogte
Bij de hoogte van een paard hebben we het over de schofthoogte. Het hoogste punt vanaf de schoft loodrecht naar beneden noemen we de schofthoogte.

Tot 1.57m noemen we in Nederland een pony. Internationaal gezien is de grens 1.48m
Alles boven de 1.57m noemen we een paard

Slide 12 - Tekstslide

Ras
Een paardenras is een groep paarden die belangrijke, onderschiedende eigenschappen met elkaar gemeen hebben.

Binnen een ras kun je verschillende types hebben (Denk bij het KWPN aan springpaarden, dressuurpaarden, tuigpaard)

Slide 13 - Tekstslide

Ouderdom
In Nederland is het verplicht om bij ieder paard een paspoort te hebben en deze wordt normaal gesproken al voor een veulen gemaakt. Dan is de leeftijd bekend.

Wanneer de leeftijd niet bekend is kun je een schatting maken aan de hand van het gebit en andere uiterlijke kenmerken

Slide 14 - Tekstslide

Kleur
De vacht van een paard kan verschillende kleuren of mengsels van kleuren hebben. 

Er is een onderscheid tussen effen en gemengd

Slide 15 - Tekstslide

Basiskleur
Elk paard heeft één vn de volgende basiskleuren:
  • zwart;
  • bruin;
  • vos

Stekelharig komt vooral voor bij de basiskleuren. Je ziet dan witte haren tussen de gekleurde haren zitten. Meestal in de flanken en aan de startwortel

Slide 16 - Tekstslide

Verdunning
Basiskleuren kunnen in 'verdunde' vormen voorkomen:
  • Smoke: verdunning van zwart, gaat van grijsblauw tot grauwbruin
  • Valk: verdunning van bruin, okergele dekharen, staart/onderbenen/manen meestal zwart
  • Isabel: Verdunning van Vos, Roomgeel tot goudkleuring; ook wel palomino genoemd wanneer staart/manen licht van kleur zijn

Slide 17 - Tekstslide

Wit
Wit bestaat eigenlijk niet als kleur. De pigmenten zijn erg verdund. 'Witte' paarden hebben een wit haarkleed en de ogen zijn donker of blauw

Slide 18 - Tekstslide

Platenbontfactor
Grote witte plekken of gebieden tussen de gekleurde haren op alle delen van het lichaam noemen we platenbont.

Slide 19 - Tekstslide

Grijs
Ook wel (veranderlijke) schimmel is een kleurfactor die veel voorkomt in combinatie met de basiskleuren.
Veulens worden vaak donker geboren en worden gedurende hun leven steeds lichter.

Slide 20 - Tekstslide

Wildkleur
Komen voor bij in het wild levende paarden. Verdeling van het pgiment is speciaal:
  • Oren, benen en staart zijn meestl wat donkerder van kleur
  • Robe is lichter
  • Kenmerkend is de aalstreep en soms zebrastrepen op de benen

Slide 21 - Tekstslide

En de laatste: Aftekeningen
Er bestaan witten, donkere of zwarte aftekeningen.

Bij aftekeningen benoemen we met name de aftekeningen op het hoofd en/of de onderbenen van het paard

Slide 22 - Tekstslide

Volgorde aftekeningen
De volgorde waarin de aftekeningen worden genoteerd is vastgesteld:
  • hoofd;
  • linker voorbeen (LV);
  • rechter voorbeen (RV);
  • linker achterbeen (LA);
  • rechter achterbeen (RA);
  • Overige

Slide 23 - Tekstslide

Aftekeningen hoofd
  • Blaze = Bles
  • Stripe = Streep
  • Irregular = onregelmatig
  • faint star = enkele witte haren
  • Star = Kol
  • Snip = Sneb

Slide 24 - Tekstslide

Aftekeningen benen

Slide 25 - Tekstslide

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Enkele witte haren
B
Witbeen
C
Sok
D
Sokje

Slide 26 - Quizvraag

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Enkele witte haren
B
Witte kroonrand
C
Sok
D
Sokje

Slide 27 - Quizvraag

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Witbeen
B
Witte kroonrand
C
Sok
D
Witvoet

Slide 28 - Quizvraag

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Witbeen
B
Witte kroonrand
C
Sok
D
Witvoet

Slide 29 - Quizvraag

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Witbeen
B
Half witbeen
C
Gelaarsd
D
Witvoet

Slide 30 - Quizvraag

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Witbeen
B
Half witbeen
C
Gelaarsd
D
Witvoet

Slide 31 - Quizvraag

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Witbeen
B
Half witbeen
C
Gelaarsd
D
Witvoet

Slide 32 - Quizvraag

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Witbeen
B
Half witbeen
C
Gelaarsd
D
Witvoet

Slide 33 - Quizvraag

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Witbeen vooroplogend
B
Half witbeen vooroplopend
C
Gelaarsd
D
Witvoet vooroplopend

Slide 34 - Quizvraag

Welke aftekening aan het
been zien we?
A
Witbeen achteroplopend
B
Half witbeen achteroplopend
C
Gelaarsd
D
Witvoet achteroplopend

Slide 35 - Quizvraag

Welke aftekening zien we?
A
Kol
B
Sneb
C
Bles
D
Enkele witte haren

Slide 36 - Quizvraag

Welke aftekening zien we?
A
Kol
B
Sneb
C
Bles
D
Enkele witte haren

Slide 37 - Quizvraag

Welke aftekening zien we?
A
Ster
B
Sneb
C
Bles
D
Enkele witte haren

Slide 38 - Quizvraag

Welke aftekening zien we?
A
Ster
B
Sneb
C
Bles
D
Enkele witte haren

Slide 39 - Quizvraag

Welke aftekening zien we?
A
Bles en sneb
B
Sneb
C
Bles
D
Lange Bles

Slide 40 - Quizvraag

Welke aftekening zien we?
A
Ster
B
Gekrulde bles
C
Bles
D
Onregelmatige bles

Slide 41 - Quizvraag