Paragraaf 3.1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Goedemiddag allemaal

Tijd voor even niets na de toets? Helaas niet

We gaan direct verder met hoofdstuk 3, paragraaf 3.1

Sinus/cosinus/tangens

Stelling van Pythagoras

Gelijkvormigheid

Hellingspercentage

Rechthoekige driehoek maken

Lesdoel deze les

Ik kan per situatie bepalen welk hulpmiddel ik moet gebruiken om de zijde te bepalen.

Om in te komen

Schrijf op het blaadje voor je bij iedere driehoek de Overstaande, Aanliggende en Schuine zijde ten opzichte van de hoek.

Rechthoekige driehoeken

Cosinus/sinus/tangens en de stelling van Pythagoras kan alleen maar in een rechthoekige driehoek

Voor alle andere driehoeken gebruik je vaak gelijkvormigheid

Als er van een rechthoekige driehoek 2 zijden bekend zijn en de onbekende zijde wordt gevraagd gebruik je:

1. Goniometrie
2. Stelling van Pythagoras
3. Gelijkvormigheid

Als er van een rechthoekige driehoek 1 zijde en 1 hoek bekend zijn en de onbekende zijde wordt gevraagd gebruik je:

1. Goniometrie
2. Stelling van Pythagoras
3. Gelijkvormigheid

Gonio

Soscastoa

Pythagoras gebruiken

Aan de slag

Wat? Opdracht 2 t/m 8 van paragraaf 3.1 (blz. 118-119)

Hoe? Bekijk eerst welke manier je moet gebruiken

Rechthoekige driehoeken = gonio/Pythagoras, twee driehoeken = gelijkvormigheid

Waarom? Je moet uiteindelijk direct weten welke manier je moet gebruiken en hoe dat gaat. Dat vergt veel oefening.

Hulp? Steek je hand op of bespreek met je buur

Klaar? Geef aan als je extra oefenmateriaal wil